In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 18 november 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om vergoeding van proceskosten door verzoekster, die in beroep was gegaan tegen het niet tijdig beslissen door verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vijfherenlanden. Verzoekster had op 18 februari 2020 een aanvraag ingediend, maar verweerder heeft pas op 2 maart 2020 een beslissing genomen. Verzoekster trok haar beroep tegen het niet tijdig nemen van een beslissing in, maar verzocht de rechtbank om verweerder te veroordelen in de proceskosten. Verweerder heeft gereageerd en aangegeven dat hij met verzoekster was overeengekomen om voor het indienen van het beroep één procespunt aan proceskosten te vergoeden.
De rechtbank heeft overwogen dat, omdat verweerder pas na het indienen van het beroep een beslissing heeft genomen, verzoekster recht heeft op vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster een professionele juridische hulpverlener heeft ingeschakeld en dat, gezien de aard van de zaak, een lager bedrag aan proceskosten wordt toegekend, met een wegingsfactor van 0,5. Uiteindelijk is een bedrag van € 262,50 toegekend aan verzoekster. Daarnaast moet verweerder ook het griffierecht aan verzoekster betalen, zoals voorgeschreven in de Algemene wet bestuursrecht.
De uitspraak is gedaan door rechter S.G.M. van Veen en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.