ECLI:NL:RBMNE:2020:5914

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 oktober 2020
Publicatiedatum
22 februari 2021
Zaaknummer
C/16/508718 / KG ZA 20-440
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijdering van BKR-registraties in kort geding

Op 7 oktober 2020 vond er een kort geding plaats bij de Rechtbank Midden-Nederland, waar eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. de Boorder, een vordering indiende tegen Arrow Global Investments Holdings Benelux B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. T.J.P. Jager. Eiseres had een BKR-registratie die haar belemmerde in het verkrijgen van een hypotheek voor de aankoop van een woning. De registratie was het gevolg van een betalingsachterstand die eiseres had. Eiseres stelde dat ze de registratie wilde laten verwijderen om haar kansen op de woningmarkt te verbeteren. Arrow betwistte de spoedeisendheid van de vordering en stelde dat eiseres zelf verantwoordelijk was voor de situatie door al een woning aan te kopen.

De voorzieningenrechter, mr. E.A. Messer, oordeelde dat eiseres voldoende spoedeisend belang had bij haar vorderingen. De rechter concludeerde dat de BKR-registraties, hoewel terecht gedaan, moesten worden verwijderd. Dit was gebaseerd op een belangenafweging waarbij de persoonlijke omstandigheden van eiseres, zoals haar kinderwens en de relatief kleine hoogte van de geregistreerde schuld, zwaarder wogen dan het maatschappelijk belang van de registratie. De voorzieningenrechter gebiedde Arrow om de registratie binnen drie werkdagen te verwijderen en veroordeelde Arrow tot betaling van de proceskosten van eiseres, die in totaal € 1.390,47 bedroegen. Het vonnis werd openbaar uitgesproken en is opgemaakt in een proces-verbaal dat op 8 oktober 2020 is verzonden.

Uitspraak

proces-verbaal

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/508718 / KG ZA 20-440
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak in het kort geding gehouden op 7 oktober 2020,
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. M. de Boorder te Den Haag,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ARROW GLOBAL INVESTMENTS HOLDINGS BENELUX B.V.,
statutair gevestigd te Hilversum en kantoorhoudende te Amersfoort,
gedaagde,
advocaat mr. T.J.P. Jager te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Arrow genoemd worden.
De zitting wordt gehouden in het gebouw van deze rechtbank ter behandeling van een vordering in kort geding.
Tegenwoordig zijn mr. E.A. Messer, voorzieningenrechter, en mr. M. Braam, griffier.
Na uitroeping van de zaak verschijnen
  • mw. [eiseres]
  • de heer [A] (de vader van [eiseres] )
  • mr. M. de Boorder
  • de heer M. Zieltjens (jurist in dienst van Vesting Finance, een dochter van Arrow)
  • mr. T.J.P. Jager.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 10 september met producties 1 tot en met 18
  • de op 28 september 2020 van [eiseres] ontvangen producties 19 tot en met 23
  • de op 2 oktober 2020 van [eiseres] ontvangen producties 24 en 25
  • de op 6 oktober 2020 van [eiseres] ontvangen producties 26 en 27
  • de op 6 oktober 2020 van Arrow ontvangen producties 1 tot en met 18
  • de op 6 oktober 2020 van Arrow ontvangen producties 19 tot en met 27
  • de mondelinge behandeling van 7 oktober 2020
  • de pleitnota van [eiseres]
  • de pleitnota van Arrow.
1.2.
Partijen hebben hun standpunten toegelicht en vragen van de voorzieningenrechter beantwoord. De voorzieningenrechter heeft daarna de mondelinge behandeling geschorst en na deze schorsing mondeling vonnis gewezen.

2.Waar gaat de zaak over?

2.1.
De zuster van Arrow heeft [eiseres] laten registreren in het Centraal Krediet Informatiesysteem (CKI) van de stichting Bureau Krediet Registratie (BKR), een zogenaamde BKR-registratie (codes A en 2). [eiseres] wil een woning kopen en daarvoor een hypotheek afsluiten. Daarom wil zij van de BKR-registratie af. Arrow werkt hier niet aan mee. [eiseres] wil met dit kort geding bewerkstellingen dat de registraties alsnog worden verwijderd.

3.De beoordeling

Spoedeisend belang

3.1.
Heeft [eiseres] een spoedeisend belang bij haar vorderingen? Arrow vindt van niet en vindt dat de bodemprocedure moet worden gevolgd. Daarbij wordt gesteld dat [eiseres] dit spoedeisend belang zelf heeft gecreëerd door al een woning aan te kopen. Dit moge zo zijn, maar niet is gebleken dat ze hier definitief aan vast zit. Waar het eigenlijk om gaat is of zij voldoende belang heeft bij het aankopen van een woning gelet op haar leeftijd, haar kinderwens en het feit dat het in het algemeen zo is dat kopen aantrekkelijker is dan huren. De voorzieningenrechter is van mening dat zij dat belang voldoende heeft aangetoond en daarmee is ook van spoedeisendheid voldoende gebleken.
Inhoudelijke beoordeling
3.2.
De inhoudelijke vraag die vervolgens moet worden beantwoord, is of de BKR-registraties moeten worden verwijderd. Het antwoord hierop is: ja. Hieronder wordt uitgelegd waarom.
BKR-registraties zijn terecht gedaan
3.3.
Als uitgangspunt geldt dat Arrow op grond van artikel 4:32 Wet financieel toezicht (Wft) verplicht is om deel te nemen aan een stelsel van kredietregistratie. Deze kredietregistratie wordt uitgevoerd door het BKR. De voorzieningenrechter vindt dat de BKR-registratie terecht is gedaan: [eiseres] had een betalingsachterstand.
Toetsingskader verwijdering: belangenafweging
3.4.
Maar ook een gerechtvaardigde registratie moet worden verwijderd, als het doel dat de registratie dient, niet langer opweegt tegen de belangen van de betrokkene bij het verwijderen ervan. Voldaan moet zijn aan de beginselen van proportionaliteit (is het middel van registratie in verhouding met het doel dat ermee gediend wordt?) en subsidiariteit (kan dit doel in redelijkheid niet op een andere voor de betrokkene minder nadelige manier worden bereikt?).
3.5.
De voorzieningenrechter moet dus een belangenafweging maken. Het belang bij de BKR-registratie voor Arrow en andere kredietverstrekkers (en daarmee van de samenleving als geheel) is om te worden gewaarschuwd tegen personen die een problematisch kredietverleden hebben en voor (toekomstige) schuldenaren is dat het belang om te worden beschermd tegen lichtvaardige nieuwe schulden. Die belangen moeten worden afgewogen tegen de belangen van [eiseres] bij verwijdering van de registratie.
3.6.
De volgende vraag moet daarbij worden beantwoord: zijn er bijzondere omstandigheden die maken dat het maatschappelijk belang van de registratie van de achterstand moet wijken voor het persoonlijk belang van [eiseres] ? De voorzieningenrechter is van mening dat [eiseres] aannemelijk heeft gemaakt dat die bijzondere omstandigheden er zijn. Hieronder staat waarom dit zo is.
3.7.
Feit is dat het bedrag waarvoor is geregistreerd ten opzichte van de hypotheek die [eiseres] nu wil sluiten relatief bijzonder klein is. Het moge zo zijn dat [eiseres] op de terugbetaling van dit bedrag meer regie had moeten voeren, maar dat neemt niet weg dat zij zodra zij terug was in Nederland dit bedrag ineens uit eigen middelen heeft terugbetaald. Daarbij staat voor de voorzieningenrechter vast dat de BKR-registratie aan het verkrijgen van een hypotheek zonder meer in de weg staat. Verder is voldoende aannemelijk geworden dat [eiseres] , mede door bijstand van haar vader als werkgever en als schenker van vermogen, nu maar ook in de toekomst in een stabiele financiële situatie verkeert. Daarbij is het uiteindelijk aan de hypotheekverstrekker om de definitieve afweging te maken al dan niet over te gaan tot het verstrekken van een lening. Dat het te lenen bedrag dat [eiseres] voor ogen heeft op het eerste gezicht hoog lijkt, is op zichzelf relatief. Dit hangt namelijk af van het vermogen van haar vader en haarzelf en dat is kennelijk niet gering. Verder weegt mee dat het begrijpelijk is dat [eiseres] op haar leeftijd zelfstandig wil wonen, een kinderwens heeft en dat kopen de voorkeur heeft boven huren.
BKR-registraties moeten verwijderd
3.8.
De voorzieningenrechter beslist daarom dat Arrow de BKR-registraties moet laten verwijderen. Aan die veroordeling zal gelet op de toezegging van Arrow de veroordeling na te komen, geen dwangsom worden verbonden.
Proceskosten
3.9.
Arrow heeft ongelijk gekregen en moet daarom de proceskosten van [eiseres] betalen. Die kosten worden begroot op:
- betekening oproeping € 106,47
- griffierecht 304,00
- salaris advocaat
980,00
Totaal € 1.390,47

4.De beslissing

De voorzieningenrechter
4.1.
gebiedt Arrow om de BKR-registratie van [eiseres] (contractnummer [contractnummer] ) onverwijld, doch uiterlijk binnen drie werkdagen na betekening van dit vonnis, te laten verwijderen,
4.2.
veroordeelt Arrow in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op € 1.390,47,
4.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit mondeling vonnis van mr. E.A. Messer, voorzieningenrechter, is door hem in het openbaar uitgesproken, waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal dat is verzonden op 8 oktober 2020.