ECLI:NL:RBMNE:2020:5905

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 december 2020
Publicatiedatum
9 februari 2021
Zaaknummer
20/3720
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag door bestuursorgaan

In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag. Eiseres diende haar aanvraag in op 19 juni 2020, en verweerder bevestigde op 26 juni 2020 dat zij uiterlijk op 14 augustus 2020 zou beslissen. De rechtbank constateert dat deze termijn is overschreden, aangezien eiseres op 17 augustus 2020 verweerder in gebreke heeft gesteld. De rechtbank legt uit dat volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een bestuursorgaan een dwangsom moet betalen als het niet op tijd een besluit neemt. De hoogte van de dwangsom is vastgesteld op basis van de dagen dat de beslistermijn is overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is en dat verweerder alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen. Tevens moet verweerder een dwangsom van € 100,- per dag betalen voor elke dag dat de beslistermijn overschreden wordt, en moet het griffierecht en proceskosten aan eiseres vergoeden. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 262,50, omdat eiseres een professionele juridische hulpverlener heeft ingeschakeld. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen op 17 december 2020.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/3720

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 december 2020 in de zaak tussen

[eiseres]., te [vestigingsplaats], eiseres

(gemachtigde: mr. M.G. Blokziel)
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres omdat verweerder niet op tijd heeft beslist op zijn aanvraag.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Als een bestuursorgaan niet op tijd beslist op een aanvraag of bezwaarschrift kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Wel moet de betrokkene dan eerst een ‘ingebrekestelling’ aan het bestuursorgaan sturen. Dat wil zeggen dat de betrokkene per brief aan het bestuursorgaan moet laten weten dat er binnen twee weken alsnog beslist moet worden op zijn aanvraag of bezwaar. Dit staat (onder andere) in de artikelen 6:2, 6:12 en 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
5. Eiseres heeft haar aanvraag ingediend op 19 juni 2020. Verweerder heeft in de ontvangstbevestiging van 26 juni 2020 aangegeven dat zij uiterlijk 14 augustus 2020 zal beslissen. De rechtbank stelt vast dat deze beslistermijn is overschreden. De rechtbank stelt verder vast dat eiseres verweerder op 17 augustus 2020 in gebreke heeft gesteld en dat sindsdien twee weken zijn verstreken.
6. In artikel 4:17 van de Awb staat dat als een bestuursorgaan niet op tijd een besluit neemt, het bestuursorgaan een dwangsom moet betalen voor elke dag dat het in gebreke is, voor maximaal 42 dagen. De dwangsom bedraagt de eerste veertien dagen € 23,- per dag, de daaropvolgende veertien dagen € 35,- per dag en de overige dagen € 45,- per dag. Het bestuursorgaan stelt de dwangsom vast binnen twee weken na de laatste dag waarover de dwangsom betaald moet worden (artikel 4:18, lid 1, Awb).
7. Verweerder heeft de hoogte van de dwangsom in de dwangsombeschikking van
15 oktober 2020 juist vastgesteld op € 1.442,-..
8. Omdat verweerder nog geen besluit heeft genomen bepaalt de rechtbank dat verweerder dit alsnog moet doen. Verweerder moet dit doen binnen twee weken na het verzenden van deze uitspraak (artikel 8:55d, lid 1, Awb).
9. De rechtbank bepaalt dat verweerder een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee de beslistermijn nu nog wordt overschreden door verweerder. Daarbij geldt wel een maximum van € 15.000,-.
10. Het beroep is kennelijk gegrond (artikel 8:54 van de Awb). Dat betekent ook dat eiseres een vergoeding krijgt voor de proceskosten die zij heeft gemaakt. Verweerder moet dit betalen. Volgens het Besluit proceskosten bestuursrecht is dit een vast bedrag omdat eiseres een professionele (juridische) hulpverlener heeft ingeschakeld om voor haar een beroepschrift in te dienen. Omdat de zaak alleen gaat over de vraag of de beslistermijn is overschreden wordt een lager bedrag toegekend (wegingsfactor 0,5). Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden. Toegekend wordt € 262,50.
11. Omdat het beroep gegrond is moet verweerder het griffierecht aan eiseres betalen.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
-vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt verweerder op binnen twee weken na de dag van verzending van deze uitspraak alsnog een besluit bekend te maken;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht dat eiseres heeft betaald moet betalen;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 262,50 aan proceskosten. Verweerder moet dit bedrag betalen aan eiseres.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van
P.W. Hogenbirk, griffier. De beslissing is uitgesproken op 17 december 2020 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
de griffier de rechter
Afschrift verzonden of digitaal ter beschikking gesteld aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.