ECLI:NL:RBMNE:2020:5881
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot beëindiging ouderlijk gezag door bijzondere curator
In deze zaak heeft de bijzondere curator, mr. H. Hooijer, een verzoek ingediend tot beëindiging van het ouderlijk gezag van de moeder over de minderjarige [voornaam van minderjarige], geboren in 2005. De rechtbank Midden-Nederland heeft op 24 november 2020 uitspraak gedaan in deze kwestie. De moeder heeft het ouderlijk gezag over [voornaam van minderjarige], wat inhoudt dat zij belangrijke beslissingen over hem neemt. Sinds 21 november 2019 staat [voornaam van minderjarige] onder toezicht van de gecertificeerde instelling (GI) en is hij uit huis geplaatst. De bijzondere curator heeft verzocht om het gezag van de moeder te beëindigen en de pleegouders of de GI met de voogdij te belasten. Tijdens de zitting op 27 oktober 2020 was de moeder niet aanwezig, maar de bijzondere curator, pleegouders en vertegenwoordigers van de GI waren wel aanwezig.
De rechtbank heeft de bijzondere curator niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek. De wet staat namelijk niet toe dat een bijzondere curator een verzoek tot gezagsbeëindiging indient. Dit recht is voorbehouden aan de Raad voor de Kinderbescherming, het Openbaar Ministerie, en in sommige gevallen de pleegouders of een gecertificeerde instelling. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de bijzondere curator geen bijzondere omstandigheden heeft aangevoerd die haar in staat zouden stellen om een verzoek tot gezagsbeëindiging in te dienen. De rechtbank heeft wel opgemerkt dat de bijzondere curator de Raad kan verzoeken om een onderzoek te starten naar het beëindigen van het gezag van de moeder.
De beslissing van de rechtbank is openbaar uitgesproken en kan door de verzoekende partij en belanghebbenden worden aangevochten bij het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden binnen drie maanden na de uitspraak.