Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van
30 december 2020 op het verzet van
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, opposant,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen van de rechtbank over het verzet (UTR 20/4636)
Overwegingen van de rechtbank over het beroep (UTR 20/3876)
Beslissing
- verklaart het verzet gegrond;
- stelt vast dat verweerder als gevolg van het niet tijdig bekend maken van een beschikking van rechtswege een dwangsom heeft verbeurd van in totaal € 1.442,-;
- draagt verweerder op om binnen twee weken na de mondelinge uitspraak de van rechtswege verleende omgevingsvergunning bekend te maken;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres een dwangsom van € 100,- verbeurt voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres het betaalde griffierecht van € 354,- vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 1.050,- te betalen aan eiseres.
Indien u het niet eens bent met de uitspraak
van de rechtbankkan binnen zes weken na de dag van verzending van het proces-verbaal hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
van de voorzieningenrechterstaat geen rechtsmiddel open.