In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. J.S. Vlieger, beroep ingesteld tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad, dat haar aanvraag voor bijzondere bijstand voor de kosten van rechtsbijstand en griffierecht buiten behandeling heeft gesteld. De aanvraag was ingediend op 2 januari 2020, maar de gemeente stelde dat eiseres niet alle benodigde gegevens had overgelegd. Eiseres had verzocht om uitstel om de ontbrekende documenten aan te leveren, maar de gemeente weigerde dit en stelde de aanvraag buiten behandeling op 27 maart 2020. Eiseres was van mening dat de gemeente ten onrechte had gehandeld door haar aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat zij had geprobeerd de ontbrekende informatie te verstrekken.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente terecht had besloten de aanvraag buiten behandeling te stellen. De rechtbank oordeelde dat het ontbreken van een volledig ingevuld aanvraagformulier een geldige reden was voor de gemeente om de aanvraag niet te behandelen. De rechtbank benadrukte dat de informatie die in het aanvraagformulier wordt gevraagd essentieel is voor de beoordeling van de financiële situatie van eiseres en haar recht op bijstand. Eiseres had voldoende tijd gekregen om de benodigde informatie aan te leveren, maar had dit niet gedaan. De rechtbank concludeerde dat de gemeente in redelijkheid had kunnen besluiten om de aanvraag buiten behandeling te stellen en verklaarde het beroep ongegrond.
De uitspraak werd gedaan door mr. R.J.A. Schaaf op 29 december 2020, en de rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. Eiseres kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep.