Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van
29 december 2020 in de zaak tussen
Procesverloop
Beslissing
.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, waarbij haar ziekengeld per 17 februari 2020 is beëindigd. Dit besluit is gebaseerd op medische en arbeidskundige rapporten. Eiseres heeft haar standpunt dat er een verdergaande urenbeperking had moeten worden aangenomen, niet onderbouwd. De rechtbank heeft op 29 december 2020, tijdens een zitting die via Skype plaatsvond, de zaak behandeld. Eiseres was vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. E.R. Weegenaar, en de verweerder door mr. A.P. Prinsen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende heeft gemotiveerd dat er geen medische objectiveerbare redenen zijn voor een verdergaande urenbeperking. Eiseres heeft geen medische stukken overgelegd ter ondersteuning van haar standpunt. De rechtbank gaat uit van de juistheid van de functionelemogelijkhedenlijst (FML) die bij het rapport van de verzekeringsarts hoort. Eiseres heeft ook aangevoerd dat de door de arbeidsdeskundige geduide functies te zwaar voor haar zijn, maar de rechtbank heeft geen grond gevonden om te oordelen dat zij deze functies niet kan verrichten.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat eiseres in de geduide functies meer dan 65% kan verdienen van haar vorige loon als 'Allround medewerker garagebedrijf'. Daarom heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. K. de Meulder en is openbaar uitgesproken op 29 december 2020. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.