Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Verzoeken tot het horen van getuigen
1.Algemene beslissingen in alle zaken
Beslissingen per zaaksdossier of ziende op de betrouwbaarheid van de kroongetuige
Betrouwbaarheid kroongetuige
Hoewel deze getuige reeds is gehoord door de rechter-commissaris op 30 september 2020 is daarbij door een misverstand bij de rechtbank de raadsman van [verdachte 12] niet uitgenodigd en moet deze getuige reeds hierom opnieuw worden gehoord.
- [getuige 3] , geboren op [1960] (vader kroongetuige)
- [getuige 6] , geboren op [1966] (moeder kroongetuige)
- zus van de kroongetuige (verdere gegevens onbekend)
De rechtbank wijst het verzoek tot het horen van de zus van de kroongetuige toe nu dit mogelijk relevant is voor de beantwoording van de vragen van de artikelen 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv). De rechtbank heeft daartoe overwogen dat de kroongetuige zelf heeft verklaard met zijn zus te hebben gesproken over het al dan niet sluiten van een kroongetuigenovereenkomst. De rechtbank acht het vooralsnog aannemelijk dat de kroongetuige daarbij met zijn zus heeft gesproken over de wetenschap die hij heeft over strafbare feiten.
- [getuige 7] , geboren op [1989 ] (ex-vriendin kroongetuige)
- [getuige 4] , geboren op [1984]
- [getuige 5] , geboren op [1973]
- [getuige 8] , geboren op [1987]
- bedreigde getuige bekend onder nummer [nummer]
- [verdachte 4] , geboren op [1948]
Mr. Bolluyt heeft inzake [verdachte 2] verzocht deze getuige te horen, omdat deze getuige verdachte [verdachte 2] zou hebben verteld dat hij met de kroongetuige heeft gesproken over het overlijden van [A] , de rol van de kroongetuige daarbij en de omstandigheid dat de kroongetuige zelf op [A] zou hebben geschoten. Dit is in lijn met hetgeen verdachte [verdachte 2] stelt, namelijk dat hij niet de schutter is geweest bij de liquidatie van [A] . De rechtbank acht daarom het horen van deze getuige, anders dan het Openbaar Ministerie, van belang voor de beantwoording van de vragen van de artikelen 348 en 350 Sv en zal dit verzoek daarom toewijzen.
Mr. De Pree heeft inzake [verdachte 13] verzocht om het horen van de vader van verdachte [verdachte 2] . De rechtbank zal dit verzoek afwijzen nu onvoldoende is onderbouwd wat het verdedigingsbelang daartoe is.
- [getuige 1] , geboren op [1970]
- [getuige 11] , geboren op [1991]
- [getuige 12] , geboren op [1994]
- Getuige A (vader [B ] )
- [getuige 13] , geboren op [1992]
- [getuige 14] , geboren op [1996]
- [getuige 15] , geboren op [1989 ]
- [getuige 16] , geboren op [1991]
- [getuige 17] , geboren op [1971]
- [getuige 18] , geboren op [1959]
- [getuige 19] , geboren op [1965]
- [verdachte 16] , geboren op [1987]
- [verdachte 17] , geboren op [1977]
- [getuige 21] , geboren op [1979]
- [verdachte 18] , geboren op [1987]
- [getuige 22] , geboren op [1977]
- [getuige 23] , geboren op [1985]
- [getuige 24] , geboren op [1986]
- [getuige 25] , geboren op [1992]
- [verdachte 2] , geboren op [1974]
- [getuige 26] , geboren op [1967]
- [getuige 27] , geboren op [1991]
- [verdachte 5] , geboren op [1970]
- [verdachte 13] , geboren op [1981]
- [verdachte 12] , geboren op [1966]
- [verdachte 15] , geboren op [1962]
- [getuige 1] , geboren op [1970]
- Mus: [getuige 22] , geboren op [1977]
- Mus: [getuige 28] , geboren op [1989 ]
- Mus: [verdachte 10] , geboren op [1985]
- Mus: [verdachte 11] geboren op [1987]
- Mus: [verdachte 14] , geboren op [1983]
- Eend: [verdachte 15] , geboren op [1962]
- Eend: [getuige 29] , geboren op [1980]
- Duif: [getuige 30] , geboren op [1992]
- [getuige 1] , geboren op [1970]
- [getuige 22] , geboren op [1977]
- [getuige 31] , geboren op [1983]
- [verdachte 5] , geboren op [1970]
- [verdachte 10] , geboren op [1985]
- [verdachte 11] geboren op [1987]
- [verdachte 13] , geboren op [1981]
- [verdachte 12] , geboren op [1966]
- [verdachte 14] , geboren op [1983]
Mrs. Troost, Van Vuuren en De Pree hebben – respectievelijk – in de zaken van verdachten [verdachte 11] , [verdachte 12] en [verdachte 13] verzocht om het horen van deze twee verbalisanten over de reden waarom zij op 17 maart 2017 in burger in de omgeving van de Europaboulevard in Amsterdam aanwezig waren. Door deze twee verbalisanten is gesteld en geverbaliseerd dat zij aldaar waren met een speciale opdracht, namelijk het tegengaan van diefstal uit voertuigen, alsmede dat zij vervolgens de aldaar aanwezige verdachten [verdachte 11] , [verdachte 12] en [verdachte 13] hebben gecontroleerd, omdat zij het vreemd vonden dat [verdachte 13] is een viskraam enkel twee flesjes AA-Drink bestelde. De verdediging twijfelt aan de lezing van de verbalisanten en vermoedt dat verbalisanten verdachten om een andere reden in de gaten hebben gehouden. [verdachte 13] was daar samen met [verdachte 12] , die sinds 8 maart 2017 werd verdacht van betrokkenheid van een liquidatie en tegen wie op dat moment een opsporingsonderzoek liep. Het Openbaar Ministerie heeft zich tegen het horen van deze getuigen verzet omdat er geen reden is om te twijfelen aan het door deze verbalisanten opgemaakte proces-verbaal. De rechtbank overweegt dat dit verzoek van de verdediging lijkt te zijn gericht op het voeren van een verweer omtrent een mogelijk vormverzuim in het vooronderzoek als bedoeld in artikel 359a Sv. Bij zo een verweer wordt van de verdediging verlangd dat duidelijk en gemotiveerd aan de hand van de in die bepaling genoemde factoren wordt aangegeven tot welk in artikel 359a Sv omschreven rechtsgevolg dit dient te leiden, want alleen op een zodanig verweer is de rechter gehouden een met redenen omklede beslissing te geven. De rechtbank zal het verzoek inzake [verdachte 11] , [verdachte 12] en [verdachte 13] afwijzen nu, bij eventuele constatering van een dergelijk vormverzuim, in geen van deze zaken is gesteld in welk belang verdachte daardoor zou zijn geschaad en tot welk rechtsgevolg dat zou moeten leiden.
- [getuige 1] , geboren op [1970]
- [getuige 22] , geboren op [1977]
- [getuige 32] , geboren op [1979]
- [getuige 33] , geboren op [1982]
- [getuige 17] , geboren op [1971]
- [getuige 18] , geboren op [1959]
- [getuige 19] , geboren op [1965]
- [verdachte 16] , geboren op [1987]
- [verdachte 17] , geboren op [1977]
- [getuige 21] , geboren op [1979]
- [verdachte 2] , geboren op [1974]
- [verdachte 10] , geboren op [1985]
- [verdachte 11] geboren op [1985]
- [verdachte 13] , geboren op [1981]
- [verdachte 12] , geboren op [1966]
- [verdachte 14] , geboren op [1983]
- [getuige 2] , geboren op [1975]
- [getuige 3] , geboren op [1960] (vader kroongetuige)
- [getuige 34] , geboren op [1975]
- [getuige 35] , geboren op [1972]
- [verdachte 9] , geboren op [1983]
- [getuige 36] en [getuige 37]
Mr. Vié heeft inzake [verdachte 8] om het horen van deze getuigen gevraagd nu deze getuigen als één van de weinigen ter plaatse van de liquidatie zijn geweest en zij kunnen verklaren over wat zij hebben gezien, met name over specifieke uiterlijke kenmerken. De verklaringen van de kroongetuige en van [getuige 2] waren op het moment dat deze getuigen werden gehoord nog niet bekend. De verdediging wenst deze getuigen te kunnen confronteren met die verklaringen nu volgens de verdediging grote discrepantie bestaat tussen deze verklaringen en de verklaringen van de getuigen. Het Openbaar Ministerie heeft zich hiertegen verzet omdat deze getuigen alles zouden hebben verklaard wat zij weten en het belastend is om in een zaak als deze opnieuw te worden gehoord. De rechtbank ziet dat belang van de getuigen ook, maar overweegt dat het horen van deze getuigen wel relevant kan zijn voor de beantwoording van de vragen van 348 en 350 Sv en zal het horen van deze getuigen daarom toewijzen.
Mr. Vié heeft inzake [verdachte 8] om het horen van deze getuige gevraagd om dezelfde reden als hierboven beschreven bij de andere twee getuigen met een NN-nummer. Het Openbaar Ministerie heeft zich ook tegen het horen van deze getuige verzet. De rechtbank zal het verzoek tot het horen van deze getuige afwijzen, omdat uit de verklaring van deze getuige zoals afgelegd bij de politie, in tegenstelling tot de twee andere NN-getuigen, niet blijkt dat hij heeft gezien hoe de mannen op de plaats van de liquidatie eruit zouden hebben gezien of dat hij andere relevante waarnemingen heeft gedaan.
034Gezicht
- [getuige 1] , geboren op [1970]
- [verdachte 6] , geboren op [1970]
- [verdachte 17] , geboren op [1977]
- [verdachte 4] , geboren op [1948]
- [getuige 39] , geboren op [1983]
Mr. Bolluyt heeft inzake [verdachte 2] verzocht deze getuige nogmaals te horen om haar te bevragen over het proces-verbaal van bevindingen dat op 6 november 2018 is opgesteld, waarbij bepaalde passages van haar verhoor nogmaals zijn uitgeluisterd en letterlijk zijn uitgewerkt. Het Openbaar Ministerie heeft zich tegen dit verzoek verzet omdat dit proces-verbaal al twee jaar in het dossier zit en door de raadsman niet is onderbouwd waarom deze getuige opnieuw moet worden gehoord. De rechtbank overweegt dat deze getuige weliswaar op 7 november 2019 nogmaals is gehoord, maar dat dit alleen in de zaak van verdachte [verdachte 6] is gebeurd. Zodoende is de raadsman van verdachte [verdachte 2] niet eerder in de gelegenheid gesteld om deze getuige te confronteren met het proces-verbaal van 6 november 2018. De rechtbank zal het verzoek daarom toewijzen nu het horen van deze getuige mogelijk relevant is voor de beantwoording van de vragen van de artikelen 348 en 350 Sv.
- [getuige 1] , geboren op [1970]
- [getuige 40]
- [getuige 41] , geboren op [1989 ]
- [getuige 42] , geboren op [1976]
- [getuige 8] , geboren op [1987]
- [getuige 43]
- [verdachte 2] , geboren op [1974]
- [verdachte 4] , geboren op [1948]
- [verdachte 5] , geboren op [1970]
- [getuige 9] , geboren op [1993]
Mr. Bolluyt heeft inzake [verdachte 2] verzocht deze getuige te horen, omdat deze getuige verdachte [verdachte 2] zou hebben verteld dat hij met de kroongetuige heeft gesproken over het overlijden van [A] , de rol van de kroongetuige daarbij en de omstandigheid dat de kroongetuige zelf op [A] zou hebben geschoten. Dit is in lijn met hetgeen verdachte [verdachte 2] stelt, namelijk dat hij niet de schutter is geweest bij de liquidatie van [A] . De rechtbank acht daarom het horen van deze getuige, anders dan het Openbaar Ministerie, van belang voor de beantwoording van de vragen van de artikelen 348 en 350 Sv en zal dit verzoek daarom toewijzen.
Mr. Bolluyt heeft inzake [verdachte 2] verzocht deze getuige nogmaals te horen om haar te bevragen over het proces-verbaal van bevindingen dat op 6 november 2018 is opgesteld, waarbij bepaalde passages van haar verhoor nogmaals zijn uitgeluisterd en letterlijk zijn uitgewerkt. Het Openbaar Ministerie heeft zich tegen dit verzoek verzet omdat dit proces-verbaal al twee jaar in het dossier zit en door de raadsman niet is onderbouwd waarom deze getuige opnieuw moet worden gehoord. De rechtbank overweegt dat deze getuige weliswaar op 7 november 2019 nogmaals is gehoord, maar dat dit alleen in de zaak van verdachte [verdachte 6] is gebeurd. Zodoende is de raadsman van verdachte [verdachte 2] niet eerder in de gelegenheid gesteld om deze getuige te confronteren met het proces-verbaal van 6 november 2018. De rechtbank zal het verzoek daarom toewijzen nu het horen van deze getuige mogelijk relevant is voor de beantwoording van de vragen van de artikelen 348 en 350 Sv.
TGO Langenhorst
- [getuige 2] , geboren op [1975]
- [getuige 3] , geboren op [1960] (vader kroongetuige)
- [getuige 5] , geboren op [1973]
- [getuige 44] , geboren op [1980]
- [getuige 45] , geboren op [1977]
- ex-schoonvader van de kroongetuige
- [verdachte 5] , geboren op [1970]
- [verdachte 7] , geboren op [1980]
- [verdachte 11] geboren op [1987]
Door de verdediging is aangevoerd dat de OVC-apparatuur die in de magnetron van de cel van verdachte [verdachte 11] en medeverdachte [verdachte 7] is geplaatst heeft opgenomen dat de advocaat tegen [verdachte 11] heeft gezegd “met [naam] , advocaat”. Aldus zou deze OVC-apparatuur een geheimhoudersgesprek hebben opgenomen. Daarom heeft Mr. Van Berge Henegouwen inzake [verdachte 11] om het horen van de hierboven genoemde personen als getuige verzocht om hen daarover te bevragen. Het Openbaar Ministerie heeft zich verzet tegen het horen van deze getuigen en heeft aangevoerd dat de OVC-apparatuur de naam en functie van de advocaat heeft kunnen horen omdat het toestel waarmee verdachte [verdachte 11] belde op een hard volume stond. De opname van de OVC-apparatuur is, nadat men constateerde dat [verdachte 11] kennelijk een gesprek met een geheimhouder voerde, stopgezet. Zodoende viel er ook geen opname van een geheimhoudersgesprek te vernietigen en is daarvan dan dus ook geen proces-verbaal in het dossier opgenomen. De rechtbank wijst het verzoek tot het horen van deze personen als getuige af, nu zij, na kennisneming van de (ook al bij eerdere zittingen) door het Openbaar Ministerie verstrekt informatie, geen verdedigingsbelang daartoe ziet.
- [getuige 1] , geboren op [1970]
- bedreigde getuige bekend onder nummer [nummer]
- [verdachte 5] , geboren op [1970]
- [verdachte 17] , geboren op [1977]
Mr. Taekema heeft inzake [verdachte 6] verzocht om de voormalige buurman van de vriendin van de verdachte te horen over de bij verdachte aangetroffen TomTom, waarin een adres in België zou zijn gevoerd dat lijkt op het adres van het slachtoffer inzake TGO Lis. Verdachte [verdachte 6] heeft ter zitting verklaard dat hij de TomTom van voornoemde buurman zou hebben gekregen en dat deze buurman regelmatig in België aan het werk was. De rechtbank beslist dat verdachte [verdachte 6] eerst door de politie zal moeten worden gehoord teneinde daar concreet te verklaren met betrekking tot de TomTom en de identiteit van “buurman [getuige 46] ”. Indien de gegevens met betrekking tot de identiteit van [getuige 46] daar voldoende aanknopingspunten toe bieden, zal de politie deze getuige eerst dienen te horen. Het verzoek tot het horen van deze getuige bij de rechter-commissaris wordt op dit moment afgewezen.
- [getuige 47] , geboren op [1963]
- [getuige 48] , geboren op [1957]
- [getuige 49] , geboren op [1965]
- Getuige [getuige 50]
- [getuige 51] , geboren op [1961]
Mr. Vié heeft inzake [verdachte 8] om het horen van deze getuige verzocht. De rechtbank wijst het horen van deze getuigen toe, omdat zij, met de verdediging, van oordeel is dat dit mogelijk relevant is voor de beantwoording van de vragen van artikel 350 Sv. Daartoe heeft de rechtbank meegenomen dat, anders dan het Openbaar Ministerie stelt, verdachte [verdachte 8] over deze huisgenoot wel een verklaring heeft afgelegd.
- [getuige 53] , geboren op [1983]
- [getuige 54] , geboren op [1994]
Geen getuigen verzocht.
- [getuige 2] , geboren op [1975]
- [getuige 3] , geboren op [1960] (vader kroongetuige)
- [getuige 4] , geboren op [1984]
- [getuige 5] , geboren op [1973]
- [getuige 55] , geboren op [1971]
- [getuige 32] , geboren op [1979]
- [getuige 56] . geboren op [1967]
- [getuige 57] , geboren op [1991]
- [getuige 19] , geboren op [1956]
- [getuige 22] , geboren op [1977]
- [getuige 17] , geboren op [1971]
- [getuige 18] , geboren op [1959]
- [getuige 21] , geboren op [1979]
- [verdachte 2] , geboren op [1974]
- [verdachte 4] , geboren op [1948]
- [verdachte 5] , geboren op [1970]
- [verdachte 6] , geboren op [1970]
- [verdachte 9] , geboren op [1983]
- [verdachte 10] , geboren op [1985]
- [verdachte 11] geboren op [1987]
- [verdachte 13] , geboren op [1981]
- [verdachte 12] , geboren op [1966]
- [verdachte 14] , geboren op [1983]
- [verdachte 15] , geboren op [1962]
- [verdachte 16] , geboren op [1987]
- [verdachte 17] , geboren op [1977]
- [verdachte 18] , geboren op [1987]
1.Beslissingen in verschillende zaken
2.Beslissingen per verdachte
Verzoeken met betrekking tot de voorlopige hechtenis