4.3.2Bewijsmiddelen
De verdachte heeft ter terechtzitting het volgende verklaard:
“Het klopt dat ik drugs heb weggebracht naar klanten. Dat waren klanten van mijn oom [medeverdachte 1] [de rechtbank begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 1] ]. Het betrof zowel hard- als softdrugs. Ik ben drie tot vier weken voor mijn aanhouding begonnen met het rondbrengen van drugs. (…) Eind maart, begin april ben ik ontslagen. Ik ben toen begonnen met dealen. (…) Het bedrag dat ik zou krijgen was afhankelijk van het aantal dagen dat ik werkte en de hoeveelheid klanten. (…) In 2018 was ik ook veel bij mijn oom, dat was ongeveer een periode van twee maanden. Vanaf 6 juni 2018 tot en met begin augustus 2018 was dat. Ik reed dan met mijn oom mee. Mijn oom was dan aan het rijden en vroeg of ik iets wilde appen aan [medeverdachte 2] [ de rechtbank begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 2] ], soms over normale dingen, soms de berichten die in het dossier zitten. Ik verzorgde de communicatie tussen die twee. Dat zijn de gesprekken die in het dossier staan. Die berichten gingen over dat er iets klaar moest worden gelegd of over bepaalde hoeveelheden naar bepaalde adressen. (…) Het klopt dat mijn vrienden vroegen of ik wat kon regelen. Dan appte ik mijn oom en liet ik hem komen bij de [straat] . Ik bestelde wiet, en mijn vrienden wilden wat harddrugs dus dan combineerde ik dat in het appje aan mijn oom. (...) Het liep allemaal via mij omdat het mijn oom was en ik kende hem beter. Dit gebeurde bijna wekelijks. Meestal was ik erbij toen er besteld werd. (…) De drugs die ik bij mij had tijdens de aanhouding was allemaal om te dealen. De klant appte [medeverdachte 1] en vaak was ik dan al bij hem thuis om te chillen. Er werd dan gezegd wil je daarheen gaan en dan reed ik er heen. Als ik niet bij hem thuis was, dan werd ik door [medeverdachte 1] geappt of ik ergens heen wilde gaan. (…) Medeverdachte [medeverdachte 3] zag ik heel weinig, in de ochtend kwam hij langs bij mijn oom. Ik heb wel gehoord dat hij daar en daar heen moest. Dat ging op dezelfde manier als waarop ik werd aangestuurd om drugs te brengen naar klanten. [medeverdachte 4] [de rechtbank begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 4] ] reed ook en bracht drugs weg. (…) Er was geen rooster, mijn oom hield gewoon bij wie op welke dagen kon rijden. Als [medeverdachte 4] op bepaalde dagen reed, dan belde hij of ik op de andere dagen kon rijden.”
De telefoon van verdachte is uitgelezen en volgens de politie, gezien hun proces-verbaal van bevindingen, blijkt na analyse van de gesprekken met het contact met telefoonnummer [telefoonnummer] , in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 1] , het volgende:
“In de whats-app gesprekken worden de volgende afkortingen gebruikt.
Pongo: Joint (straattaal woordenboek)
Aff: Halve gram cocaine
HL: Hele gram cocaïne
Bagga: zak wiet (straattaal woordenboek)
M: Xtc (ambtshalve bekend)
X: XTC (Ambtshalve bekend)
K: Ketamine (ambtshalve bekend)
(…) De gesprekken zal ik wegzetten onder de naam [medeverdachte 1] en [verdachte] .
(…) [verdachte] 17-05-2019 18:09 uur: Kan je [straat] komen
[verdachte] 17-05-2019 18:09 uur: 3 aff
[medeverdachte 1] 17-05-2019 18:09 uur: Yo ok.
(…) [verdachte] 20-07-2019 13:20 uur: Kan je [adres] komen
[verdachte] 20-07-2019 13:20 uur: 1 hl, 5aff, 1m, 1k
[medeverdachte 1] 20-07-2019 13:201 uur: Yo
[medeverdachte 1] 20-07-2019 13:201 uur: Ok
[medeverdachte 1] 20-07-2019 13:201 uur: 150totaal.
(…) [verdachte] 20-09-2019 19:02 uur: Kan je [straat] komen
[verdachte] 20-09-2019 19:02 uur: 1 hl
[medeverdachte 1] 20-09-2019 19:03 uur: Jo duurt ff man hij is nu na Utrecht daarna komt die gelijk is maar 1 daar
[medeverdachte 1] 20-09-2019 19:03 uur: Denk half uur
[verdachte] 20-09-2019 19:06 uur: Oh ja is goed.
(…) Ik, verbalisant [verbalisant] zag dat [medeverdachte 1] vanaf 27-04-2020 [verdachte] aanstuurde naar verschillende adressen. (…) Hierbij worden alleen het aantal ritjes en het aantal drugs, bedragen of de locaties benoemd per dag. Tijdens het bekijken van alle gesprekken zag ik, verbalisant dat er verschillende wijzen van aansturen wordt gebruikt door [medeverdachte 1] . Ik, verbalisant zag dat er bedragen en afkortingen met betrekking tot drugs werden genoemd en straatnamen en bijnamen van afnemers.
(…) [verdachte] 27-04-2020 17:02 uur: Lamge gelukt 30 pongo en 1 1 aff.
(...) Opmerking verbalisant: Ik zag dat [medeverdachte 1] op 7 mei 2020 [verdachte] de opdracht gaf om bij [medeverdachte 2] bij te vullen:
[medeverdachte 1] 19:45 uur: Ff
[medeverdachte 1] 19:45 uur: Bijvullen
[medeverdachte 1] 19:46 uur: Bij [medeverdachte 2]
[verdachte] 19:46 uur: Ja.”
Uit de gesprekken met het contact met [telefoonnummer] , in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 2] blijkt het volgende:
“De gesprekken zal ik wegzetten onder de naam [medeverdachte 2] en [verdachte] . Dit gesprek begint op 5 juni 2018 en eindigt op 8 augustus 2018.
5-6-2018 13 : 11:48
[medeverdachte 2] : jo welke seal moet ik nu mee nemen
jo ik ben ernu
[verdachte] : okee, Hoelang [straat]
[medeverdachte 2] : rij bij de haan
[verdachte] : Oke
[medeverdachte 2] : waar is die dan
sta er al ff
bij hem caravan
hek
[verdachte] : Komt eraan
[medeverdachte 2] : gelukt
(…) 7-6-2018 08:09:30
[verdachte] : ben onderweg
[medeverdachte 2] : had je maar 1 gevouwen
[verdachte] : Jaaa want we moesten gelijk weer rijden
[medeverdachte 2] : oke dan ga ik dat nu eerst doen
[verdachte] : Queeeniee komt zo voor de deur bij jou
Hij moet 2 hebben
2Aff
[straat]
Hy betaald later
[medeverdachte 2] : jo
[verdachte] : Hij is er al
[medeverdachte 2] : kom er aan
[verdachte] : Gelukt?
[medeverdachte 2] : ja
[verdachte] : Top
[verdachte] : 50kl 25hl, Moet naar hoger, Moetje even eruit halen
[medeverdachte 2] : oke
(…) 20-6-2018 16:49:15
[verdachte] : 12 aff 2hl
Moet je even meenemen
[medeverdachte 2] : oke
haal ik op
(...) 22-6-2018 11:46:15
[verdachte] : Yoo
Kan je even op piwi bank rek kijken of er geld is gestort
2 bedragen moeten er op staan
[medeverdachte 2] : jo
ja 2 x
120 en 290.”
Uit de overige gesprekken uit de telefoon van verdachte blijkt het volgende:
“02/06/2018 12:27 uur [getuige] : Kan je vanavond nog ff langs komen?
02/06/2018 12:27 uur [getuige] : Groen en 1 wit
02/06/2018 12:27 uur [verdachte] : Cool
04/06/2018 16:07 uur [verdachte] : Een inbraak om 14smiddags
04/06/2018 16:07 uur [getuige] : Ben ik de enige die dat raar vind
04/06/2018 16:07 uur [verdachte] : Bij oom
(…) 04/06/2018 16:21 uur [verdachte] : Ahja dus we hebben geen wiet meer
(…) 04/06/2018 16:21 uur [verdachte] : Haha wouden vandaag weer gaan rijden met die wietjes(…) 04/06/2018 16:22 uur [verdachte] : In totaal 1,5kg wiet04/06/2018 16:22 uur [verdachte] : 1,5kg ket04/06/2018 16:22 uur [verdachte] : 600gr sos04/06/2018 16:23 uur [verdachte] : 50k pillen04/06/2018 16:23 uur [verdachte] : 1000 zetels Isd04/06/2018 16:23 uur [verdachte] : En 1,5kg m04/06/2018 16:23 uur [verdachte] : En 7k cash
(…) 08/06/2018 11:17 [getuige] : Hoe staat het met de zaken bra
08/06/2018 11:17 [getuige] : Is er al nieuwe inkopen gedana
08/06/2018 11:27 [verdachte] : Zelfde dag al nieuwe binnen gehaald hoor.
08/06/2018 11:27 [verdachte] : Niet kapot te maken
08/06/2018 11:27 [verdachte] : Alleen geen wiet”
Uit de berichten van de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 2] blijkt het volgende:
“Gesprekken tussen verdachte [medeverdachte 2] en verdachte [medeverdachte 1] :
26-04-2020
[medeverdachte 1] : [verdachte] komt
Kan je hem een bagga meegenem
Van boven
In de tas
Ligt klaar
[medeverdachte 2] : Jo
Ga ik pakken.
(…)
[medeverdachte 1] : Laat maar laat [medeverdachte 4] zo die tas oppimken
[verdachte] is al nehh
[medeverdachte 2] : Oke ligt al beneden”
Op 16 mei 2020 is verdachte [verdachte] voor de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] op de [adres] te [woonplaats] aangehouden. Tijdens de fouillering zijn er meerdere verdovende middelen bij hem aangetroffen:“- 10x kleine wikkels met wit poeder, met de opdruk Anonymous. Goednummer 2629752(2020078058-161) Positief getest op cocaïne.- 1 x grote wikkel met wit poeder, met de opdruk Anonymous. Goed nummer 2629753(2020078058-153) Positief getest op cocaïne.(…)- 20 bruine pillen (vermoedelijk XTC). Goednummer: 2629751, 10 gram bruto totaal(…) - 3 grote wikkels met wit poeder, met de opdruk Space pack (Vermoedelijk cocaïne).Goednummer: 2629754. 2,4 gram bruto totaal- 2 grote wikkels met wit poeder, met de opdruk Caribbean (Vermoedelijk cocaïne).Goednummer: 2629755. 1,6 gram bruto totaal.”
Van de 10 kleine wikkels met wit poeder (goednummer 2629752) wordt een monster genomen, welke genummerd wordt met SIN AAN0981NL.Ook van de grote wikkel met wit poeder (goednummer 2629753) wordt een monster genomen, dit monster wordt genummerd met SIN AALE7609NL.
De monsters worden onderzocht door het NFI:
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAN0181NL
poeder, wit, uit 3,35 gram
bevat cocaïne
AALE7609NL
poeder, wit, uit 0,79 gram
bevat cocaïne
In de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] werd tevens een hoeveelheid drugs aangetroffen, waaronder 575 bruine pillen.Van deze pillen is een monster afgenomen, genummerd met SIN AAN09184NL.Ook dit monster is onderzocht door het NFI:
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAN09184NL
tablet, bruin, uit 250,11 gram
bevat MDMA
Medeverdachte [medeverdachte 5] heeft het volgende verklaard bij de politie:
“ [medeverdachte 1] heeft gelijk die koffer naar boven gebracht. Ik weet niet meer precies wanneer, maar het was ergens september/oktober vorig jaar.”
Tijdens de doorzoeking op 16 mei 2020 in de woning van medeverdachte [medeverdachte 5] , aan de [adres] in [woonplaats] , is een koffer met daarin verdovende middelen aangetroffen.
4.3.3Bewijsoverweging
Ten aanzien van feit 1 en 2
Criminele organisatie en medeplegen
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij heeft deelgenomen aan een organisatie als bedoeld in artikel 11b van de Opiumwet (Ow). Een organisatie in de zin van voormeld artikel is een samenwerkingsverband tussen twee of meer personen met een zekere duurzaamheid en structuur. Dit kan blijken uit een onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie. Het oogmerk van deze organisatie moet gericht zijn op het plegen van misdrijven als bedoeld in de Opiumwet. Voor een bewezenverklaring is voldoende dat het plegen van misdrijven door de organisatie wordt beoogd. Om van deelneming in de zin van artikel 11b Ow te kunnen spreken is vereist dat verdachte tot het samenwerkingsverband behoort en dat hij een aandeel heeft in – of ondersteuning geeft aan – gedragingen die strekken tot óf rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. In het bestanddeel deelneming aan een organisatie ligt tevens het opzet van verdachte besloten. Verdachte moet in zijn algemeenheid weten dat de organisatie het plegen van misdrijven beoogt.
De rechtbank overweegt als volgt. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de rol van verdachte gedurende de ten laste gelegde periode telkens een andere vorm aannam. De periodes met daarbij de rol van verdachte zullen daarom afzonderlijk worden besproken.
Periode 1 (omstreeks juni 2018 – juli 2018)
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij vanaf 6 juni 2018 betrokken is geraakt bij de drugshandel van zijn oom, medeverdachte [medeverdachte 1] . Gedurende een periode van ongeveer twee maanden reed verdachte met zijn oom mee als hij drugs rondbracht en stuurde hij druggerelateerde berichten via zijn telefoon naar zijn tante, medeverdachte [medeverdachte 2] . Uit deze berichten blijkt dat werd doorgegeven welke drugs medeverdachte [medeverdachte 2] moest klaarleggen en dat zij op de bankrekening moest kijken of er al geld was gestort door de afnemer.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte door het voeren van de communicatie over drugs en het meerijden met zijn oom die drugs rondbracht, een aandeel heeft gehad in een organisatie die zich bezighield met het handelen in hard- en softdrugs. Dit handelen kwalificeert naar het oordeel van de rechtbank tevens als het medeplegen van het dealen van hard- en softdrugs. Medeverdachte [medeverdachte 1] nam daarbij een leidinggevende rol aan en beheerde de communicatie via de dealertelefoon. Aldus was tussen verdachte, zijn oom (medeverdachte [medeverdachte 1] ) en zijn tante (medeverdachte [medeverdachte 2] ) sprake van een duurzame onderlinge samenwerking, waarbij de structuur van de organisatie tot uitdrukking wordt gebracht door de onderlinge rolverdeling tussen verdachten. De verklaring van verdachte dat hij niet wist dat medeverdachte [medeverdachte 1] in harddrugs handelde en niet wist waar de afkortingen voor stonden die hij moest sturen naar zijn tante, acht de rechtbank ongeloofwaardig, mede gelet op de berichten die verdachte op 4 juni 2018 aan [getuige] zond over de ripdeal bij zijn oom.
Periode 2 (omstreeks augustus 2018 – maart 2020), partiële vrijspraak medeplegen feit 2
Na deze twee maanden volgt een periode waarin verdachte kennelijk niet actief betrokken lijkt te zijn bij het dealen van drugs, maar waarin verdachte wel fungeert als tussenpersoon tussen zijn oom en zijn vrienden/kennissen. Zoals blijkt uit de berichten in het dossier en bevestigd is door verdachte ter terechtzitting, stuurt verdachte in deze periode berichten naar zijn oom met het verzoek om drugs af te leveren op een bepaald adres. Verdachte heeft daarmee gedurende langere periode en structureel ondersteuning verleend aan gedragingen die strekken tot de verwezenlijking van het criminele oogmerk van de organisatie, namelijk het handelen in drugs (feit 1).
De rechtbank is echter van oordeel dat deze handelingen niet voldoende zijn om tot een bewezenverklaring van het medeplegen van het dealen in hard- en softdrugs (feit 2) in deze periode te komen en zal verdachte hiervan partieel vrijspreken. Dit vertaalt zich niet naar de bewezenverklaring, nu hij in de begin- en eindperiode van de op de tenlastelegging genoemde ‘dealperiode’ wel schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het dealen van drugs. Wel komt deze specificering tot uitdrukking in de strafmaat.
Periode 3 (omstreeks april 2020 – mei 2020)
Vanaf april 2020 js verdachte actief bezig geweest met het handelen in harddrugs, zoals verklaard door verdachte ter terechtzitting en welke verklaring wordt bevestigd door de berichten in het dossier. Zowel verdachte als medeverdachten [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] brachten de drugs rond, terwijl medeverdachte [medeverdachte 1] hen aanstuurde en medeverdachte [medeverdachte 2] de drugs klaarlegde. Medeverdachte [medeverdachte 5] bewaarde de handelsvoorraad drugs. Ook in deze periode heeft verdachte een aandeel gehad in de criminele organisatie die zich bezighield met het handelen in hard- en softdrugs, in de rol van drugskoerier.
Gelet op al het voorgaande, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte heeft deelgenomen een organisatie die als oogmerk had het verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van hard- en softdrugs. Daarmee is tevens het medeplegen van de handel in harddrugs bewezen, met dien verstande dat het medeplegen niet bewezen kan worden voor de periode omstreeks augustus 2018 tot en met maart 2020.
Ten aanzien van feit 3
Anders dan de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zowel ponypacks cocaïne als pillen bevattende MDMA aanwezig heeft gehad. Verdachte is voor de woning van [medeverdachte 1] aangehouden, terwijl hij een handelshoeveelheid drugs in zijn bezit had. Verdachte heeft ter terechtzitting bevestigd dat de drugs die werden aangetroffen bij zijn fouillering bedoeld waren om te verkopen. In totaal zijn elf van de zestien ponypacks getest, waarbij de conclusie was dat de monsters cocaïne bevatten. De rechtbank heeft geen reden om aan te nemen dat in de overige ponypacks een andere substantie bevond, mede gelet op de verklaring van verdachte dat hij ging dealen. Dit geldt ook voor de bruine pillen. Daarbij neemt de rechtbank tevens in aanmerking dat tijdens de doorzoeking in de woning van [medeverdachte 1] een groot aantal bruine pillen is aangetroffen, en dat deze pillen positief zijn getest op MDMA. Gelet op de omstandigheid dat verdachte voor de woning van [medeverdachte 1] is aangehouden, gaat de rechtbank er vanuit dat de pillen die verdachte bij zich had uit dezelfde batch kwam en derhalve MDMA bevatten. Nu de andere aangetroffen drugs niet zijn onderzocht door het NFI, zal verdachte worden vrijgesproken van het aanwezig hebben van die drugs.