4.3Het oordeel van de rechtbank
Parketnummer 16/275260-19:
Bewijsmiddelen
[slachtoffer] heeft aangifte gedaan en het volgende verklaard:
‘(…) Vrijdag 16 augustus 2019 ben ik weggereden. Zoals we de dag ervoor hadden afgesproken, zou ik naar de parkeerplaats aan de [straat] in [woonplaats] gaan.(…) Toen ik aankwam lopen, herkende ik de jongen van de whatsappfoto. (…) Ik zag dat er 5 personen tevoorschijn kwamen. Ik zag 1 zonder gezichtsbedekking en 4 met bivakmutsen. (…) Ik zag dat de blanke jongen zonder gezichtsbedekking een boksbeugel om zijn vingers had. Ik zag een jongen met een honkbalknuppel. Ik zag later dat 1 een mes had met een lemmet van ongeveer 15 centimeter. De jongen van Grindr (…) pakte een vuurwapen uit zijn broeksband. (…) Ik hoorde dat ze zeiden dat ik niet om moest kijken. (…) Ik hoorde dat er gezegd werd: "Als je doet wat we zeggen, als je gewoon meewerkt, gebeurt er niks, dan zullen we je hooguit toe takelen." (…) Toen ik een beetje om keek, zag ik de Grindr jongen en ik hoorde dat hij zei: "Blijf voor je kijken of wil je een kogel door je kop?" Ik voelde toen dat pistool in mijn rug duwen. Ik hoorde dat iemand zei: "Geef hier dat heuptasje.”Ik heb het toen afgedaan en wilde het zover mogelijk van me afgooien. Ik gooide het helaas tegen een boom en zag dat ze het pakten. (…) Ik hoorde dat ze zeiden: "Geef hier, als je gewoon meewerkt, gebeurd er niks." (…) De Grindr jongen bleef maar met het pistool om mij heen drentelen. Ik zag dat hij het steeds op mij gericht hield. De jongen met de honkbalknuppel, gelig van kleur, had ook gezichtsbedekking. Hij hield hem in 1 hand vast, naar beneden gericht. (…) Ik zag dat de Grindr jongen met het pistool achter mij was. Ik hoorde dat hij zei: "Nou kun je meewerken, anders gaat het echt gebeuren, of ik schiet je neer." Ik hoorde dat hij kennelijk het pistool door laadde, ik hoorde dat geluid. Ik hoorde hierna het geluid van het overhalen van de trekker. (…) Ik kwam toen te vallen en voelde en zag dat er twee op me doken. Ik zag er ook een derde bijkomen. Ik bleef worstelen om vrij te komen. (…) Ik voelde dat er meerdere op mij doken. Ik voelde een klap op mijn hoofd, waar ook de wond zit. Ik voelde een pijnscheut en voelde nat en bloed stromen. Ik voelde dat ik een klap kreeg met de honkbalknuppel tegen mijn linkerarm. Ik riep dat ik hevig bloedde en dat mijn hoofd kapot was.Voor zover ik nu kan zien, mis ik mijn id-kaart, rijbewijs, kentekenbewijs, 3 bankpasjes, reservesleutel en 2 creditcards.’
[slachtoffer] is op 17 augustus 2019 forensisch onderzocht. Hieruit volgt het volgende:
‘Ik zag de volgende letsels:
-Boven op het hoofd, rechts van het midden zag ik een witte pleister welke deels
bebloed was.
-Op de rechter onderarm een langwerpige rode verkleuring van de huid van circa 1
centimeter breed en 14 centimeter lang.
-Op de rug een ovaalvormige rode verkleuring en beschadiging van de huid van circa 1 bij 2 centimeter.
-In de nek een rode verkleuring van de huid van circa 1 bij 1 centimeter.
-Op beide handpalmen aan de binnenzijde een oppervlakkige beschadiging en rode
verkleuring van de huid, beiden circa 1 bij 1 centimeter.
[getuige 1] heeft een getuigenverklaring afgelegd en hierover is het volgende geverbaliseerd:
‘De getuige verklaart dat zij in de maand augustus in de woning van haar ex-, [medeverdachte 1] was en dat daar de vrienden groep aanwezig was, dat wil zeggen, [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] en [woonplaats] . Zij zag en hoorde dat er in de groep gesproken werd over en dat zij bezig waren op een homo-site. Op een gegeven ogenblik is de hele groep naar buiten gegaan en weggegaan vanuit de woning van
de ouders van [medeverdachte 1] in [woonplaats] . De ouders van [medeverdachte 1] waren op dat moment op vakantie. Na enige tijd kwam de groep terug en er was duidelijk paniek.
[medeverdachte 1] heeft haar gezegd dat hij er bij is geweest maar niets heeft gedaan maar wel heeft gezien dat ze helemaal los zijn gegaan met een knuppel.
[medeverdachte 1] heeft wel gezegd dat hij daar was met [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2] . Er was ook een jongen bij uit Utrecht die de zogenaamde “ [bijnaam] ” was. Aan getuige worden twee foto’s getoond. Getuige zegt dat is de jongen die zich “ [bijnaam] ” noemt, zijn echte naam is [medeverdachte 3] en hij komt uit [woonplaats] , ik weet dat deze jongen pas vijftien jaar is. Ik weet dat deze jongen die “ [bijnaam] ” is geweest op zijn naam is de afspraak gemaakt.
Getuige vertelt dat op de avond de jongens uit het huis van de ouders van [medeverdachte 1] weggingen om iets te doen [medeverdachte 2] de knuppel van [medeverdachte 1] heeft meegenomen. Getuige heeft ook gezien dat een van de jongens een nepvuurwapen in zijn hand had, dat was [medeverdachte 3] , de jongen van de foto. Getuige weet dat ze allemaal bivakmutsen hadden.
Getuige heeft ook gezien dat toen zij terug kwamen bij het huis van de ouders van [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , de knuppel had en daarmee ook de achterdeur van de woning van de ouders van [medeverdachte 1] heeft vernield omdat de deur niet snel genoeg geopend werd. Zij heeft ook gezien dat [medeverdachte 3] het zwartgeverfde pistool in zijn broekband had.
Ik heb ook in de groep een boksbeugel gezien.’
[getuige 2] heeft een getuigenverklaring afgelegd en hierover is het volgende geverbaliseerd:
‘Ik weet niet meer exact de datum maar ik zat met [A] in [woonplaats] een avond te zuipen. Toen zijn er twee jongens bij ons binnengekomen. [medeverdachte 5] en [woonplaats] . Die hebben aangegeven dat ze 10 minuten daarvoor een man hebben mishandeld en beroofd van zijn telefoon en zijn gegevens en dat ze dat hebben gedaan met een honkbalknuppel, een pistool en een boksbeugel en een mes.’
Tijdens het forensisch onderzoek op de plaats delict zijn meerdere sigarettenpeuken aangetroffen. Uit het proces-verbaal blijkt als volgt:
‘Het volgende spoor en sporendragers werden in het belang van de bewijsvoering en/of nader onderzoek veiliggesteld:
SIN: AALS2335NL
Object: rookwaar (sigaretten)’
Bij het vooronderzoek in het lab heeft het spoor op de sigarettenpeuk met SIN: AALS2335NL, het SIN: AAND9736NL gekregen.
Het Nederlands Forensisch Instituut heeft onderzoek gedaan naar de sigarettenpeuken die zijn aangetroffen op de plaats delict. Uit dit rapport volgt het volgende:
‘Het DNA-profiel WAAA7293NL van de verdachte [verdachte] is op 29 november 2019 opgenomen in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken en wordt sindsdien vergeleken met de daarin aanwezige DNA-profielen. Bij deze vergelijking is tot op heden één match gevonden. Deze matchende DNA-profielen zijn geregistreerd onder DNA-profielcluster [nummer] .
Bijlage:
Omschrijving onderzoeksmaterieel: een referentiekaart van [verdachte] , geboren op [2001]
DNA-identiteitszegel: WAAA7293NL
(…)
Omschrijving onderzoeksmateriaal: spoor
DNA-identiteitszegel: AAND9736NL#01
Soort DNA-profiel: enkelvoudig DNA-profiel
Matchkans DNA-profiel: kleiner dan één op één miljard
(…)
Bovenstaande betekent dat DNA in het sporenmateriaal met het identiteitszegel
AAND9736NL#01, uit DNA-profielcluster [nummer] , afkomstig kan zijn van de verdachte [verdachte] ’
Bewijsoverweging
Op 16 augustus 2019 is aangever [slachtoffer] slachtoffer geworden van een beroving. Op het plaats delict is een sigarettenpeuk aangetroffen. De verdediging heeft betoogd dat de sigarettenpeuk met het DNA van verdachte niet als bewijs kan dienen omdat onvoldoende is komen vast te staan dat het verdachte is die deze sigarettenpeuk heeft achtergelaten. De rechtbank acht de DNA-uitslag echter wel bruikbaar voor het bewijs, nu dit bewijsmiddel wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen uit het dossier. Daartoe overweegt zij als volgt. Getuige [getuige 1] vertelt dat [woonplaats] die bewuste avond aanwezig was in het huis van de ouders van medeverdachte [medeverdachte 1] . Die plek, zo is komen vast te staan, is gebruikt als uitvalsbasis voor de beroving. Ook heeft getuige [getuige 1] verklaart dat alle jongens – waaronder verdachte en enkele medeverdachten - die avond op homosites aan het kijken waren en ineens allemaal tegelijk weggingen. Getuige [getuige 2] bevestigt dat [woonplaats] en [medeverdachte 5] de betreffende avond met hem hebben gesproken over de beroving. De rechtbank heeft geen reden om aan de betrouwbaarheid van deze getuigenverklaringen te twijfelen. De rechtbank overweegt dat de bevindingen van de DNA-match in combinatie met de verklaringen van getuige [getuige 1] en [getuige 2] naadloos passen op de feiten zoals deze zijn vastgesteld met betrekking tot de beroving. Alles overziend en in samenhang beschouwd, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte, samen met anderen, betrokken is geweest bij de beroving zoals ten laste gelegd.
Parketnummer 16/221633-19:
Bewijsmiddelen
[aangever] heeft namens [benadeelde] aangifte gedaan en het volgende verklaard:
‘Plaats delict: [adres] [woonplaats] , binnen de gemeente
De Bilt.
(…) Vandaag 15 september 2019, omstreeks 02:20 uur lag ik te slapen. Op het genoemde tijdstip werd ik wakker omdat ik gerommel hoorde van het neerzetten van bromscooters.
(…) Vandaag 15 september 2019, omstreeks 07:17 uur werd ik wakker en keek uit het slaapkamerraam. Ik zag dat de bromscooters weg waren.
Omdat een van de twee bromscooters van een Track en Trace systeem is voorzien, kon ik middels mijn telefoon zien waar de bromscooter mogelijk zou kunnen staan. Ik zag op mijn telefoon dat de bromscooter uit peilde op de [straat] te [woonplaats] , gemeente De Bilt. (…)
Ik hoorde vervolgens uit de garage van perceelnummer [nummer] geluid van de claxon komen. Ik wist toen dat de bromscooter in de bewuste garage van perceel [adres] moest staan.
(…) De bromscooter (…) voorzien van het kenteken [kenteken] , kleur blauw is nog niet gevonden. De bromscooter (…) met het kenteken [kenteken] , kleur mat zwart heb ik weer terug. Dit is de bromscooter welke voorzien is van Track en Trace.’
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] hebben het volgende verklaard:
‘(…) Wij, verbalisanten (…) kwamen omstreeks 09.10 uur ter plaatse op de [adres] te [woonplaats] .
(…) Wij liepen vervolgens met verdachte [woonplaats] naar de schuur en zagen dat hij de schuurdeur opende met een sleutel. Wij zagen een mat zwarte bromfiets voorzien van kenteken [kenteken] in de schuur staan. Wij zagen dat het slot van de bromfiets geforceerd was.’
Verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] hebben het volgende verklaard:
‘Op 15 september 2019 omstreeks 14:40 uur werden wij verbalisanten gezonden naar het [straat] te [woonplaats] . Wij troffen de blauwe Vespa voorzien van het kenteken [kenteken] aan op het [straat] ter hoogte van nummer [nummer] .
(…) Meldster verklaarde dat haar buurvrouw de scooter omstreeks 09:00 uur voor het eerst had zien staan. (…)
De eigenaar van de scooter gaf aan dat de scooter niet meer met de sleutel gestart kon worden. Het slot kon er naar wat rommelen ook gewoon uit.’
Verbalisant [verbalisant 1] heeft het volgende verklaard:
‘ [medeverdachte 5] , geboren op [2002] , is woonachtig op de [adres] in [woonplaats] . Via google maps heb ik de afstand tussen het [adres] in [woonplaats] en de [adres] in [woonplaats] bekeken. Hieruit bleek dat de afstand tussen de locatie waar de blauwe scooter is aangetroffen en de woning van [medeverdachte 5] , 600 meter is.
(…)
De twee personen die communiceren met elkaar via whatsapp zijn:
- [medeverdachte 5] met telefoonnummer [telefoonnummer] .
- Een persoon genaamd [naam] met telefoonnummer [telefoonnummer] .
[medeverdachte 5] die appt naar een persoon genaamd [naam] op zondag 15-09- 2019 om 11:27 uur: [verdachte] is opgepakt.
[medeverdachte 5] die appt naar een persoon genaamd [naam] op zondag 15-09- 2019 om 15:46 uur: Die andere heb ik nog
[medeverdachte 5] die appt naar een persoon genaamd [naam] op zondag 15-09- 2019 om 15:46 uur: Maar ik weet niet of hij gps heeft
[medeverdachte 5] die appt naar een persoon genaamd [naam] op zondag 15-09- 2019 om 15:46 uur: Hij staat in de wijk
[medeverdachte 5] die appt naar een persoon genaamd [naam] op zondag 15-09- 2019 om 16:21 uur: Ik bedoel we hadden er 2
[medeverdachte 5] die appt naar een persoon genaamd [naam] op zondag 15-09- 2019 om 16:22 uur: De blauwe staat bij mij in de wijk
[medeverdachte 5] die appt naar een persoon genaamd [naam] op zondag 15-09- 2019 om 16:22 uur: Maar ik weet niet of hij gps heeft’
Bewijsoverweging
De rechtbank is van oordeel dat uit voornoemde bewijsmiddelen volgt dat verdachte samen met zijn mededader twee scooters heeft gestolen. De rechtbank acht de volgende omstandigheden redengevend.
Eén van de gestolen scooters is aangetroffen in de schuur van verdachte. Op deze scooter was een kentekenplaat op naam van verdachte geplaatst. Verdachte heeft verklaard dat een vriend die scooter in zijn schuur heeft gezet en vervolgens de kentekenplaat moet hebben verwisseld. Verdachte heeft deze verklaring echter niet onderbouwd, waardoor deze niet verifieerbaar is. Verdachte heeft niet de naam willen noemen van deze vriend. Naar het oordeel van de rechtbank is het door verdachte geschetste alternatieve scenario niet aannemelijk geworden. Voorts is er een WhatsAppgesprek aangetroffen op de telefoon van de medeverdachte, en tevens een vriend van verdachte. In dit appgesprek, op de ochtend dat verdachte is opgepakt, wordt gesproken over het feit dat verdachte is opgepakt. In het WhatsAppgesprek wordt gesproken over: ‘we hadden er 2’ en ‘de blauwe staat bij mij in de wijk’. Die nacht zijn er twee scooters gestolen waarbij er inderdaad één blauwe gestolen scooter op 600 meter van het woonhuis van de medeverdachte staat.
Gelet op het korte tijdsbestek tussen de diefstal, het aantreffen van de ene scooter in de schuur van verdachte en de melding van een blauwe scooter vlakbij het woonadres van de medeverdachte een aantal uren na de diefstal, het belastende WhatsAppgesprek van de medeverdachte en het ontbreken van een aannemelijke, verifieerbare verklaring van verdachte, is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan dat verdachte en de medeverdachte de twee scooters hebben gestolen.