4.3Het oordeel van de rechtbank
Parketnummer 16/275338-19
Bewijsmiddelen
[slachtoffer] heeft aangifte gedaan en het volgende verklaard:
‘(…) Vrijdag 16 augustus 2019 ben ik weggereden. Zoals we de dag ervoor hadden afgesproken, zou ik naar de parkeerplaats aan de [adres] in [woonplaats] gaan.(…) Toen ik aankwam lopen, herkende ik de jongen van de whatsappfoto. (…) Ik zag dat er 5 personen tevoorschijn kwamen. Ik zag 1 zonder gezichtsbedekking en 4 met bivakmutsen. (…) Ik zag dat de blanke jongen zonder gezichtsbedekking een boksbeugel om zijn vingers had. (…) Ik zag een jongen met een honkbalknuppel. Ik
zag later dat 1 een mes had met een lemmet van ongeveer 15 centimeter. (…) De jongen van Grindr (…) pakte een vuurwapen uit zijn broeksband. (…) Ik hoorde dat ze zeiden dat ik niet om moest kijken. (…) Ik hoorde dat er gezegd werd: "Als je doet wat we zeggen, als je gewoon meewerkt, gebeurt er niks, dan zullen we je hooguit toe takelen." (…) Toen ik een beetje om keek, zag ik de Grindr jongen en ik hoorde dat hij zei: "Blijf voor je kijken of wil je een kogel door je kop?" Ik voelde toen dat pistool in mijn rug duwen. Ik hoorde dat iemand zei: "Geef hier dat heuptasje.”Ik heb het toen afgedaan en wilde het zover mogelijk van me afgooien. Ik gooide het helaas tegen een boom en zag dat ze het pakten. (…) Ik hoorde dat ze zeiden: "Geef hier, als je gewoon meewerkt, gebeurd er niks." (…) De Grindr jongen bleef maar met het pistool om mij heen drentelen. Ik zag dat hij het steeds op mij gericht hield. De jongen met de honkbalknuppel, gelig van kleur, had ook gezichtsbedekking. Hij hield hem in 1 hand vast, naar beneden gericht. (…) Ik zag dat de Grindr jongen met het pistool achter mij was. Ik hoorde dat hij zei: "Nou kun je meewerken, anders gaat het echt gebeuren, of ik schiet je neer." Ik hoorde dat hij kennelijk het pistool door laadde, ik hoorde dat geluid. Ik hoorde hierna het geluid van het overhalen van de trekker. (…) Ik kwam toen te vallen en voelde en zag dat er twee op me doken. Ik zag er ook een derde bijkomen. Ik bleef worstelen om vrij te komen. (…) Ik voelde dat er meerdere op mij doken. Ik voelde een klap op mijn hoofd, waar ook de wond zit. Ik voelde een pijnscheut en voelde nat en bloed stromen. Ik voelde dat ik een klap kreeg met de honkbalknuppel tegen mijn linkerarm. Ik riep dat ik hevig bloedde en dat mijn hoofd kapot was.Voor zover ik nu kan zien, mis ik mijn id-kaart, rijbewijs, kentekenbewijs, 3 bankpasjes, reservesleutel en 2 creditcards.’
[slachtoffer] is op 17 augustus 2019 forensisch onderzocht. Hieruit volgt het volgende:
‘Ik zag de volgende letsels:
- Boven op het hoofd, rechts van het midden zag ik een witte pleister welke deels
bebloed was.
- Op de rechter onderarm een langwerpige rode verkleuring van de huid van circa 1
centimeter breed en 14 centimeter lang.
- Op de rug een ovaalvormige rode verkleuring en beschadiging van de huid van circa 1 bij 2 centimeter.
- In de nek een rode verkleuring van de huid van circa 1 bij 1 centimeter.
- Op beide handpalmen aan de binnenzijde een oppervlakkige beschadiging en rode
verkleuring van de huid, beiden circa 1 bij 1 centimeter.
[getuige 1] heeft een getuigenverklaring afgelegd en hierover is volgende geverbaliseerd:
‘De getuige verklaart dat zij in de maand augustus in de woning van haar ex-, [medeverdachte 1] was en dat daar de vrienden groep aanwezig was, dat wil zeggen, [A] , [verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] . Zij zag en hoorde dat er in de groep gesproken werd over en dat zij bezig waren op een homo-site. Op een gegeven ogenblik is de hele groep naar buiten gegaan en weggegaan vanuit de woning van
de ouders van [medeverdachte 1] in [woonplaats] . De ouders van [medeverdachte 1] waren op dat moment op vakantie. Na enige tijd kwam de groep terug en er was duidelijk paniek.
[medeverdachte 1] heeft haar gezegd dat hij er bij is geweest maar niets heeft gedaan maar wel heeft gezien dat ze helemaal los zijn gegaan met een knuppel.
[medeverdachte 1] heeft wel gezegd dat hij daar was met [medeverdachte 2] en [A] . Er was ook een jongen bij uit [woonplaats] die de zogenaamde “ [bijnaam] ” was. Aan getuige worden twee foto’s getoond. Getuige zegt dat is de jongen die zich “ [bijnaam] ” noemt, zijn echte naam is [verdachte] en hij komt uit [woonplaats] , ik weet dat deze jongen pas vijftien jaar is. Ik weet dat deze jongen die “ [bijnaam] ” is geweest op zijn naam is de afspraak gemaakt.
Getuige vertelt dat op die avond de jongens uit het huis van de ouders van [medeverdachte 1] weggingen om iets te doen, [A] de knuppel van [medeverdachte 1] heeft meegenomen. Getuige heeft ook gezien dat een van de jongens een nepvuurwapen in zijn hand had, dat was [verdachte] , de jongen van de foto. Getuige weet dat ze allemaal bivakmutsen hadden.
Getuige heeft ook gezien dat toen zij terug kwamen bij het huis van de ouders van [medeverdachte 1] , [A] , de knuppel had en daarmee ook de achterdeur van de woning van de ouders van [medeverdachte 1] heeft vernield omdat de deur niet snel genoeg geopend werd. Zij heeft ook gezien dat [verdachte] het zwartgeverfde pistool in zijn broekband had.
Ik heb ook in de groep een boksbeugel gezien.’
Verdachte heeft ter terechtzitting het volgende verklaard:
‘Ik ben de jongen op de foto die gebruikt is om contact te leggen met het slachtoffer.’
[slachtoffer] heeft op 19 augustus 2019 het volgende verklaard:
‘Deze jongen leek op de profielfoto van WhatsApp, die hij 1 dag zichtbaar heeft gehad. Dit was de profielfoto van de persoon waar hij app contact mee had.’
Tijdens het forensisch onderzoek op de plaats delict zijn meerdere sigarettenpeuken aangetroffen. Uit het proces-verbaal blijkt als volgt:
‘Het volgende spoor en sporendragers werden in het belang van de bewijsvoering en/of nader onderzoek veiliggesteld:
SIN: AALS2332NL
Object: rookwaar (sigaretten)’
Bij het vooronderzoek in het lab heeft het spoor op de sigarettenpeuk met SIN: AALS2332NL, het SIN: AAND9734NL gekregen.
Het Nederlands Forensisch Instituut heeft onderzoek gedaan naar de sigarettenpeuken die zijn aangetroffen op de plaats delict. Uit dit rapport volgt het volgende:
‘Het DNA-profiel WAAB6881NL van de verdachte [verdachte] is op 29 november 2019 opgenomen in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken en wordt sindsdien vergeleken met de daarin aanwezige DNA-profielen. Bij deze vergelijking is tot op heden één match gevonden. Deze matchende DNA-profielen zijn geregistreerd onder DNA profielcluster [nummer] .
Bijlage:
Omschrijving onderzoeksmaterieel: een referentiekaart van [verdachte] , geboren op [2004]
DNA-identiteitszegel: WAAB6881NL
(…)
Omschrijving onderzoeksmateriaal: spoor
DNA-identiteitszegel: AAND9734NL#01
Soort DNA-profiel: enkelvoudig DNA-profiel
Matchkans DNA-profiel: kleiner dan één op één miljard
(…)
Bovenstaande betekent dat DNA in het sporenmateriaal met het identiteitszegel
AAND9734NL#01, uit DNA-profielcluster [nummer] , afkomstig kan zijn van de verdachte [verdachte]
Bewijsoverweging
Op 16 augustus 2019 is aangever [slachtoffer] slachtoffer geworden van een beroving. Op het plaats delict is een sigarettenpeuk aangetroffen. De verdediging heeft betoogd dat de sigarettenpeuk met het DNA van verdachte niet als bewijs kan dienen omdat onvoldoende is komen vast te staan dat het verdachte is die deze sigarettenpeuk heeft achtergelaten. De rechtbank acht de DNA-uitslag echter wel bruikbaar voor het bewijs, nu dit bewijsmiddel wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen uit het dossier. Hiertoe acht de rechtbank het volgende redengevend. Verdachte heeft, zowel bij de politie als ter zitting, bekend dat hij de jongen is op de foto die gebruikt is om contact te leggen met het slachtoffer. In zijn aangifte, direct opgetekend na het incident, heeft het slachtoffer verklaard dat hij de jongen die hij als eerste ontmoette bij de afgesproken locatie, herkende als de jongen van de Whatsapp-foto. Ook enkele dagen na het voorval verklaart het slachtoffer over de gelijkenis. Verder is er de verklaring van getuige [getuige 1] die vertelt over de avond van het incident. Zij verklaart over ene ‘ [verdachte] ’ uit [woonplaats] die de bewuste avond aanwezig was in het huis van de ouders van medeverdachte [medeverdachte 1] . Die plek, zo is komen vast te staan, is gebruikt als uitvalsbasis voor de beroving. [getuige 1] herkent verdachte op een aan haar getoonde foto als de persoon die zij aanduidt met ‘ [verdachte] ’. Volgens [getuige 1] was verdachte de persoon die deze avond een (nep)vuurwapen bij zich droeg. Ook heeft getuige [getuige 1] verklaart dat alle jongens – waaronder [verdachte] – die avond op homosites aan het kijken waren en ineens allemaal tegelijk weggingen. De rechtbank overweegt dat uit de verklaringen van het slachtoffer en getuige [getuige 1] , alsmede uit de verklaring van verdachte zelf, een scenario valt op te maken dat naadloos past op de feiten zoals deze zijn vastgesteld met betrekking tot de beroving. Alles overziend en in samenhang beschouwd, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte, samen met anderen, betrokken is geweest bij de beroving zoals ten laste gelegd.
Parketnummer 16/268029-20
Verdachte heeft de het ten laste gelegde feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor deze feiten bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 3 december 2020;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 26 mei 2020, genummerd PL0900-2020137090-1, inhoudende het proces-verbaal van aangifte namens DV&O met de getekende concept aangifte, doorgenummerde pagina’s 5 tot en met 8.