ECLI:NL:RBMNE:2020:5530

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 december 2020
Publicatiedatum
18 december 2020
Zaaknummer
16/660541-16 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van ontuchtige handelingen met kleindochters na gebrek aan overtuigend bewijs

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 18 december 2020, stond verdachte terecht voor de beschuldiging van ontuchtige handelingen met zijn kleindochters, [benadeelde 1] en [benadeelde 2]. De tenlastelegging omvatte drie feiten die zich zouden hebben voorgedaan tussen 1 januari 2013 en 31 januari 2016 in Lelystad. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van drie jaar, maar de verdediging pleitte voor integrale vrijspraak. Tijdens de zittingen werd er uitgebreid bewijs gepresenteerd, waaronder verklaringen van de benadeelden en getuigen. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat, hoewel er voldoende wettig bewijs aanwezig was, er te veel twijfel bestond over de consistentie en betrouwbaarheid van de verklaringen van de kleindochters. De rechtbank benadrukte dat de verklaringen kritisch moesten worden bekeken, vooral gezien de leeftijd van de slachtoffers en de tegenstrijdigheden in hun verklaringen. De deskundige, rechtspsycholoog R. Horselenberg, had ook twijfels geuit over de kwaliteit van de verhoren. Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten, omdat de overtuiging ontbrak dat hij schuldig was aan de beschuldigingen. De benadeelde partijen werden niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, en de rechtbank heeft hen in de kosten veroordeeld, die tot op heden op nihil zijn begroot.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/660541-16 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 18 december 2020
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1938] te [geboorteplaats] (Marokko),
wonende aan het [adres] , [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 18 oktober 2019, 6 maart 2020, 10 juli 2020, 9 september 2020 en 4 december 2020.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. T. Tanghe en van hetgeen verdachte en zijn raadsman mr. A.J.M. Mohrmann, advocaat te Bussum, alsmede mr. S van Schaik, advocaat te Uden, namens de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er op neer dat verdachte:
feit 1:
in de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 januari 2016 te Lelystad met [benadeelde 1] , die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
feit 2:
in de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 januari 2016 te Lelystad, met [benadeelde 1] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, één of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd;
feit 3:
in de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 januari 2016 te Lelystad, met [benadeelde 2] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, één of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.VRIJSPRAAK

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden.
[benadeelde 1] en [benadeelde 2] hebben gedetailleerd en consistent verklaard over de ontuchtige handelingen door verdachte. De verklaringen van [benadeelde 1] en [benadeelde 2] ondersteunen elkaar en vinden bevestiging in de verklaring van [getuige] . Het betrouwbaarheidsonderzoek van de deskundige Horselenberg dient kritisch bekeken te worden en de resultaten daarvan doen niet af aan de overtuiging.
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van
drie jaren. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd aan verdachte een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v Wetboek van Strafvordering op te leggen, inhoudende een contactverbod met [benadeelde 1] en [benadeelde 2] voor de duur van vijf jaren.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde.
De verklaringen van [benadeelde 1] , [benadeelde 2] en [getuige] komen op essentiële punten niet met elkaar overeen en ondersteunen elkaar niet, terwijl verdachte het vermeende misbruik ontkent. Ook de deskundige Horselenberg komt in het betrouwbaarheidsonderzoek tot de conclusie dat de verklaringen van [benadeelde 1] , [benadeelde 2] inconsistent zijn en zelfs aantoonbare tegenstrijdigheden bevatten.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft kennisgenomen van de inhoud van de stukken van het onderliggende strafdossier en van hetgeen tijdens het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gebracht.
De rechtbank is van oordeel dat er, gelet op de aangifte van [aangeefster] en de verklaringen van
[benadeelde 1] , [benadeelde 2] en [getuige] , voldoende wettig bewijs voorhanden is. Die verklaringen kunnen elkaar ondersteunen en kunnen over en weer gebruikt worden als steunbewijs voor de ten laste gelegde feiten. Om tot een veroordeling te kunnen komen, moet er echter niet alleen wettig bewijs zijn, maar moet de rechtbank op basis van de wettige bewijsmiddelen ook de overtuiging hebben dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
De rechtbank stelt vast dat tegenover de verklaringen van de kleindochters van verdachte,
[benadeelde 1] en [benadeelde 2] , de stellige ontkenning van verdachte staat. Gelet daarop moeten die verklaringen kritisch en behoedzaam worden bezien en moeten – rekening houdend met de leeftijd van de kleindochters – hoge eisen worden gesteld aan de kwaliteit van hun verhoren en de consistentie van hun verklaringen. Hetzelfde geldt voor de verklaring van [getuige] , voor zover die dient ter ondersteuning van de verklaringen van zijn zusjes. De rechtbank constateert dat, bij zorgvuldige lezing, de verklaringen over de verschillende gebeurtenissen op belangrijke onderdelen niet overeenkomen en zelfs tegenstrijdig zijn gebleken. Verder hebben beide aangeefsters inconsistent verklaard over de vermeende ontuchtige handelingen en spreken zij ook zichzelf op sommige punten tegen. Bovendien roepen de verklaringen vragen op, die door gebrekkig politieonderzoek niet zijn beantwoord.
Ook de in deze zaak door de rechter-commissaris benoemde deskundige, rechtspsycholoog
R. Horselenberg, heeft in een door hem uitgebracht rapport geconcludeerd dat de kwaliteit van een aantal verhoren matig is geweest en de verklaringen onvoldoende consistent en valide zijn.
Gelet op het voorgaande is er bij de rechtbank te veel twijfel blijven bestaan om ook tot de overtuiging te geraken dat de ten laste gelegde feiten door verdachte zijn begaan. Zij zal verdachte daarom vrijspreken van de hem ten laste gelegde feiten.

5.BENADEELDE PARTIJEN

[benadeelde 1] en [benadeelde 2] hebben zich als benadeelde partijen in het geding gevoegd.
[benadeelde 1] vordert een bedrag van € 2.525,00. Dit bedrag bestaat uit € 25,00 aan materiële schade en uit € 2.500,00 aan immateriële schade, ten gevolge van het onder feit 1 en 2 tenlastegelegde. [benadeelde 2] vordert een bedrag van € 2.009,20. Dit bedrag bestaat uit € 9,20 aan materiële schade en uit € 2.000,00 aan immateriële schade, ten gevolge van het onder feit 3 tenlastegelegde.
De rechtbank zal de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] niet-ontvankelijk verklaren in de vorderingen nu verdachte integraal zal worden vrijgesproken.
Nu de benadeelde partijen niet-ontvankelijk worden verklaard in hun vorderingen, zal de rechtbank de benadeelde partijen veroordelen in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil.

6.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Benadeelde partijen
  • verklaart de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] niet-ontvankelijk in de vorderingen;
  • veroordeelt de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.B.W. Beekman, voorzitter, mrs. R.P.P Hoekstra en V.M.A. Sinnige, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C. Vos, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 18 december 2020.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 januari 2016 te Lelystad, althans in het arrondissement Midden Nederland, met [benadeelde 1] , geboren op [2005] , die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd die hebben bestaan uit of mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte, zijn penis in de vagina van die [benadeelde 1] gedaan en/of in de vagina van die [benadeelde 1] heen en weer bewogen;
2.
hij op één of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 januari 2016 te Lelystad, althans in het arrondissement Midden Nederland, met [benadeelde 1] , geboren op [2005] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit het ontuchtig betasten van de vagina, borsten en/of billen van die [benadeelde 1] ;
3.
hij op één of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 januari 2016 te Lelystad, althans in het arrondissement Midden Nederland, met [benadeelde 2] , geboren op [2003] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit het ontuchtig betasten van de vagina, borsten en/of billen van die [benadeelde 2] .