Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.VRIJSPRAAK
[benadeelde 1] en [benadeelde 2] hebben gedetailleerd en consistent verklaard over de ontuchtige handelingen door verdachte. De verklaringen van [benadeelde 1] en [benadeelde 2] ondersteunen elkaar en vinden bevestiging in de verklaring van [getuige] . Het betrouwbaarheidsonderzoek van de deskundige Horselenberg dient kritisch bekeken te worden en de resultaten daarvan doen niet af aan de overtuiging.
drie jaren. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd aan verdachte een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v Wetboek van Strafvordering op te leggen, inhoudende een contactverbod met [benadeelde 1] en [benadeelde 2] voor de duur van vijf jaren.
[benadeelde 1] , [benadeelde 2] en [getuige] , voldoende wettig bewijs voorhanden is. Die verklaringen kunnen elkaar ondersteunen en kunnen over en weer gebruikt worden als steunbewijs voor de ten laste gelegde feiten. Om tot een veroordeling te kunnen komen, moet er echter niet alleen wettig bewijs zijn, maar moet de rechtbank op basis van de wettige bewijsmiddelen ook de overtuiging hebben dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
[benadeelde 1] en [benadeelde 2] , de stellige ontkenning van verdachte staat. Gelet daarop moeten die verklaringen kritisch en behoedzaam worden bezien en moeten – rekening houdend met de leeftijd van de kleindochters – hoge eisen worden gesteld aan de kwaliteit van hun verhoren en de consistentie van hun verklaringen. Hetzelfde geldt voor de verklaring van [getuige] , voor zover die dient ter ondersteuning van de verklaringen van zijn zusjes. De rechtbank constateert dat, bij zorgvuldige lezing, de verklaringen over de verschillende gebeurtenissen op belangrijke onderdelen niet overeenkomen en zelfs tegenstrijdig zijn gebleken. Verder hebben beide aangeefsters inconsistent verklaard over de vermeende ontuchtige handelingen en spreken zij ook zichzelf op sommige punten tegen. Bovendien roepen de verklaringen vragen op, die door gebrekkig politieonderzoek niet zijn beantwoord.
R. Horselenberg, heeft in een door hem uitgebracht rapport geconcludeerd dat de kwaliteit van een aantal verhoren matig is geweest en de verklaringen onvoldoende consistent en valide zijn.
5.BENADEELDE PARTIJEN
[benadeelde 1] vordert een bedrag van € 2.525,00. Dit bedrag bestaat uit € 25,00 aan materiële schade en uit € 2.500,00 aan immateriële schade, ten gevolge van het onder feit 1 en 2 tenlastegelegde. [benadeelde 2] vordert een bedrag van € 2.009,20. Dit bedrag bestaat uit € 9,20 aan materiële schade en uit € 2.000,00 aan immateriële schade, ten gevolge van het onder feit 3 tenlastegelegde.
6.BESLISSING
- verklaart de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] niet-ontvankelijk in de vorderingen;
- veroordeelt de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil.