Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
kantonrechter
DE STAAT DER NEDERLANDEN,
zetelend te 's-Gravenhage,
verzoekster,
gemachtigde mr. E. Versloot,
wonende te [woonplaats] ,
verweerder,
gemachtigde mr. N.F.J. Sijstermans (Achmea Rechtsbijstand).
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift van De Staat der Nederlanden met 16 producties, ter griffie ingekomen op 26 oktober 2020.
- het verweerschrift van [verweerder] van 16 november 2020.
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
Kamerstukken II 2013/14, 33818, nr. 3, p. 34 en 40, en nr. 4, p. 15-16)
ernstigverwijtbaar tegenover De Staat bestempeld worden. In de Gedragscode Integriteit Rijk wordt de waarde van gewetensvol handelen benadrukt. Dat [verweerder] direct spijt heeft betuigd van zijn handelen en om die reden ook zo snel mogelijk de situatie en zijn vrienden heeft verlaten is een vorm van “prijzenswaardige” gewetensvolheid.