In deze beschikking van de Rechtbank Midden-Nederland, uitgesproken op 11 december 2020, is een verzoek tot machtiging voor extra beloning in het kader van mentorschap behandeld. Verzoekster, die van 16 augustus 2017 tot 6 mei 2020 als mentor van betrokkene heeft gefungeerd, vroeg om machtiging om extra uren in rekening te brengen voor haar werkzaamheden. De kantonrechter heeft kennisgenomen van de complexe situatie rondom betrokkene, die onder bewind stond en een Wajong-uitkering ontving. De kantonrechter oordeelde dat verzoekster niet voor alle extra werkzaamheden een extra beloning kon vragen, aangezien veel van deze werkzaamheden tot de normale taakuitoefening van de mentor behoorden. De kantonrechter heeft echter ook erkend dat er in 2019 sprake was van een complexe situatie, waardoor verzoekster in aanmerking kwam voor een beperkte extra beloning. Uiteindelijk werd verzoekster machtiging verleend om 10 extra uren voor 2019 in rekening te brengen, terwijl het overige verzoek werd afgewezen. De beslissing is genomen met inachtneming van de financiële situatie van betrokkene, die geen recht had op bijzondere bijstand en een beperkt vermogen had.