ECLI:NL:RBMNE:2020:5452

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 december 2020
Publicatiedatum
15 december 2020
Zaaknummer
8691508
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een openstaande nota in verband met een koop op afstand

In deze zaak heeft [handelsnaam] een vordering ingesteld tegen [gedaagde] voor een openstaande nota van € 15,20, voortvloeiend uit een bestelling die [gedaagde] op 17 augustus 2018 heeft geplaatst via de website Wish.com. De vordering is overgedragen aan Klarna, die deze op haar beurt aan [handelsnaam] heeft overgedragen. [gedaagde] heeft geantwoord op de vordering en stelt dat hij slechts een paar losse draadjes zonder gebruiksaanwijzing heeft ontvangen. Hij heeft direct na ontvangst van het product per e-mail aan Wish.com laten weten dat de geleverde goederen niet aan zijn verwachtingen voldeden. Ondanks zijn klachten heeft hij geen mogelijkheid gekregen om het product te retourneren, omdat zijn bestelgeschiedenis leeg was.

De kantonrechter heeft de argumenten van [gedaagde] gevolgd en geoordeeld dat [handelsnaam] zich niet kan beroepen op een niet-tijdige klacht, omdat Wish.com in haar correspondentie niet heeft gesteld dat [gedaagde] te laat was met zijn klachten. Bovendien heeft [handelsnaam] niet betwist dat [gedaagde] een gebrekkig product heeft ontvangen. De kantonrechter concludeert dat [gedaagde] de overeenkomst buitengerechtelijk heeft ontbonden en dat de webwinkel in verzuim verkeerde. De vordering van [handelsnaam] wordt afgewezen, en [handelsnaam] wordt veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van [gedaagde] op nihil worden begroot.

De beslissing van de kantonrechter is dat de vordering wordt afgewezen, [handelsnaam] wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan [gedaagde], en de griffier wordt gelast het gedeponeerde voorwerp aan [gedaagde] te retourneren.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Amersfoort
zaaknummer: 8691508 AC EXPL 20-2061 SLV/1568
Vonnis van 16 december 2020
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres] B.V., h.o.d.n. [handelsnaam] ,
(mede) gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verder ook te noemen [handelsnaam] ,
eisende partij,
gemachtigde: Van Es Gerechtsdeurwaarders & Incasseerders,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.

1.Het verloop van de procedure

[handelsnaam] heeft een vordering ingesteld.
[gedaagde] heeft geantwoord op de vordering. [gedaagde] is vervolgens door de kantonrechter in de gelegenheid gesteld om nog een aanvullende akte te nemen. Dat heeft [gedaagde] gedaan en hij heeft hierbij tevens een “plastic zakje met losse draadjes” op de griffie gedeponeerd, waarvan een akte van depot is opgemaakt.
[handelsnaam] heeft vervolgens voor repliek geconcludeerd.
Hierna is uitspraak bepaald.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1.
Het gaat om een openstaande nota ter hoogte van € 15,20 in verband met de levering van een door [gedaagde] op 17 augustus 2018 via de website Wish.com geplaatste bestelling voor “8x Flexible 2PCs DIY Waterproof 3528 15SMD LED Strip Car Lights Auto Parts Light Decor”, vermeerderd met rente en kosten. Deze vordering is door Wish.com aan Klarna overgedragen (gecedeerd) en Klarna heeft deze vordering op haar beurt aan [handelsnaam] overgedragen. [handelsnaam] vordert de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van deze vordering.
2.2.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] stelt dat hij alleen een paar losse draadjes zonder gebruiksaanwijzing geleverd heeft gekregen en dat hij na ontvangst direct per mail aan Wish.com heeft laten weten dat de geleverde spullen niet aan zijn verwachtingen voldeden.
[gedaagde] voert aan dat hij vervolgens “rare” berichten kreeg en het hem naar de kantonrechter begrijpt niet is gelukt om de geleverde goederen op de door Wish.com aangegeven wijze te retourneren, omdat er geen bestelgeschiedenis is zijn account te vinden was. Daarna kreeg hij regelmatig aanmaningen. [gedaagde] heeft ter onderbouwing van zijn stellingen een mailwisseling van medio 2019 overgelegd met betrekking tot problemen met de procedure tot ongedaanmaking van de koop en heeft het toegezonden “plastic zakje met losse draadjes” bij de rechtbank in depot gegeven. Hoewel niet duidelijk is of deze mailwisseling vlak na de ontvangst van het pakketje heeft plaatsgevonden - de datum van verzending of ontvangst van het pakketje kan niet uit de stukken worden afgeleid -, blijkt hieruit wel dat er in 2019 uitgebreid gecorrespondeerd is over de problemen bij de te volgen procedure nu de geleverde goederen niet aan de verwachtingen van [gedaagde] voldeden. Op 9 augustus 2019 schrijft [gedaagde] aan Wish.com dat hij stopt met corresponderen met een stelletje robots en dat hij niet zal betalen.
2.3.
Bij repliek stelt [handelsnaam] dat het verweer van [gedaagde] niet opgaat, omdat hij niet tijdig heeft geklaagd. De door [gedaagde] overgelegde correspondentie dateert namelijk van augustus 2019, terwijl hij het product reeds in augustus 2018 heeft ontvangen.
2.4.
De kantonrechter volgt [handelsnaam] hier niet in. In de door [gedaagde] overgelegde correspondentie vermeldt hij dat hij op de dag van levering al heeft ge-e-maild over de gebrekkigheid van het product en het ontbreken van een gebruiksaanwijzing. In die correspondentie betwist Wish.com niet dat dit het geval is. Ook [handelsnaam] verschaft hierover geen opheldering. Verder wijst Wish.com in haar e-mailberichten van augustus 2019 [gedaagde] er diverse malen op dat hij moet inloggen in zijn bestelgeschiedenis, en antwoordt [gedaagde] diverse malen dat zijn bestelgeschiedenis leeg is. Nu Wish.com in die e‑mailberichten niet stelt dat [gedaagde] te laat is met zijn klachten en kennelijk het probleem van de lege bestelgeschiedenis niet oplost, kan [handelsnaam] zich nu niet achteraf alsnog op een niet tijdig klagen beroepen. Ook over hoe het zit met die lege bestelgeschiedenis verschaft [handelsnaam] geen opheldering.
2.5.
[handelsnaam] stelt ook nog dat [gedaagde] eventueel klachten aan de webwinkel moet richten, en niet aan [handelsnaam] . Dat betoog gaat niet op. Op grond van artikel 6:145 Burgerlijk Wetboek heeft [gedaagde] tegenover [handelsnaam] dezelfde verweren als tegen de webwinkel.
2.6.
Tenslotte heeft [handelsnaam] gesteld dat [gedaagde] een product van € 15,20 heeft gekocht en dat hij gezien die prijs daarvan weinig verwachtingen van mocht hebben. Professionele ledverlichtingssets kosten een veelvoud van het bedrag. [handelsnaam] heeft echter niet betwist dat [gedaagde] slechts een paar losse draadjes zonder gebruiksaanwijzing heeft ontvangen. Reeds om die reden gaat dit argument niet op.
2.7.
Uit de mededeling van 9 augustus 2019 van [gedaagde] dat hij stopt met corresponderen en niet zal betalen leidt de kantonrechter af dat hij de overeenkomst buitengerechtelijk heeft ontbonden. Dat mocht hij ook doen, omdat uit het voorgaande volgt dat de webwinkel in de nakoming van de verbintenis is tekortgeschoten en in verzuim verkeerde. Zij gaf immers aan dat hij alleen via de bestelgeschiedenis kon retourneren, en inmiddels staat vast dat dat niet mogelijk was omdat de bestelgeschiedenis leeg was. De webwinkel verkeerde dus in schuldeisersverzuim.
De conclusie is dat het verweer van [gedaagde] slaagt, en de vorderingen tot betaling van de hoofdsom, rente en buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen. De kantonrechter zal de griffier gelasten het op de griffie van de rechtbank gedeponeerde “plastic zakje met losse draadjes” aan [gedaagde] te retourneren.
2.8.
[handelsnaam] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten aan de zijde van [gedaagde] worden tot op heden begroot op nihil, omdat niet gebleken is dat hij kosten heeft gemaakt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt [handelsnaam] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [gedaagde] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op nihil;
gelast de griffier het gedeponeerde voorwerp aan [gedaagde] te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Krepel, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 16 december 2020.