ECLI:NL:RBMNE:2020:545
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-waarde van winkel met magazijn
In deze zaak heeft eiseres, een B.V. gevestigd in [vestigingsplaats], beroep ingesteld tegen de beslissing van de heffingsambtenaar van de gemeente Urk. De heffingsambtenaar had op 28 februari 2019 de WOZ-waarde van een onroerende zaak, gelegen aan [adres 1] te [vestigingsplaats], vastgesteld op € 217.000,- met als waardepeildatum 1 januari 2018. Eiseres was het niet eens met deze vaststelling en heeft bezwaar aangetekend, maar de heffingsambtenaar handhaafde de waarde bij uitspraak op bezwaar van 5 juli 2019. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op de zitting van 9 januari 2020, waar eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, A. van den Dool. De heffingsambtenaar was aanwezig, bijgestaan door taxateur [taxateur 1]. De rechtbank heeft overwogen dat de heffingsambtenaar voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de vastgestelde waarde van het object niet hoger is dan de waarde in het economisch verkeer. De rechtbank heeft daarbij gekeken naar de huurwaarde van vergelijkbare objecten en de kapitalisatiefactor die door de heffingsambtenaar was gepresenteerd.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de heffingsambtenaar de waarde op een juiste manier heeft vastgesteld en dat het beroep ongegrond is. De uitspraak is gedaan door mr. K. de Meulder op 20 februari 2020, en is openbaar uitgesproken. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.