11.BESLISSING
- verklaart het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1 primair en 2 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder 1 primair en 2 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf en maatregel
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 240 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door vier maanden hechtenis;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van zes maanden;
- bepaalt dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van twee jaren vast;
- als algemene voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ontzegt verdachte ter zake van het onder 1 primair bewezen verklaarde de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van twee jaren;
- bepaalt dat de duur van de ontzegging wordt verminderd met de tijd gedurende welke het rijbewijs vóór het tijdstip waarop de straf ingaat, ingevorderd en ingehouden is geweest;
- wijst de gezamenlijke vordering van [benadeelde 3] , [benadeelde 1] en [benadeelde 2] toe tot een bedrag van € 1.055,28;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 3] , [benadeelde 1] en [benadeelde 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2018 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 3] , [benadeelde 1] en [benadeelde 2] aan de Staat € 1.055,28 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2018 tot de dag van volledige betaling, bij niet-betaling aan te vullen met twintig dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde partijen dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Bos, voorzitter, mrs. W.S. Ludwig en N. van Esch, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.S. Valk, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 december 2020.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij, op of omstreeks 13 oktober 2018, in de gemeente Hilversum, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto, Audi Quattro RS6, kenteken [kenteken] ), daarmee rijdende over de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de zuidelijke toerit van de Rijksweg A27, komende uit de richting van de Diependaalselaan en gaande in de richting van de Rijksweg A27, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk onoplettend, onvoorzichtig en/of onachtzaam
- na voorafgaand gebruik van alcoholhoudende drank en/of
- rijdend met dat door hem bestuurde motorrijtuig over voormelde weg, een in die weg gelegen, gezien zijn verdachtes rijrichting naar links verlopende bocht met een snelheid van tussen de 122 en 176 kilometer per uur, in elk geval met een veel hogere snelheid dan de ter plaatse toegestane snelheid van 50 kilometer per uur in- en/of door te rijden en/of
- ( vervolgens) de controle over dat door hem bestuurde motorrijtuig geheel of gedeeltelijk te verliezen, althans het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig niet met de nodige voorzichtigheid te besturen en/of
- ( vervolgens) met het motorijtuig tegen de aan de rechterzijde van die weg gelegen stoeprand te botsen/te rijden en/of (vervolgens) rechts van de rijbaan de berm in te rijden en/of
- ( daardoor) met het motorijtuig van een (naast de weg bevindende) aflopend talud te rijden en/of te vallen, waarna het motorrijtuig tot stilstand is gekomen tegen een of meer bomen en/of boomstammen, waardoor een inzittende van dat door hem bestuurde motorrijtuig genaamd [slachtoffer] werd gedood, zulks terwijl hij, verdachte, dat motorrijtuig toen bestuurde na zodanig gebruik van alcoholische drank dat het alcoholgehalte van zijn bloed bij een onderzoek als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b van de Wegenverkeersweg 1994 0,92 milligram, in elk geval hoger dan 0,5 milligram alcohol per milliliter bloed bleek te zijn;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 13 oktober 2018, te Hilversum, als bestuurder van een voertuig
(personenauto), daarmee rijdende op de weg, de zuidelijke toerit van de Rijksweg A27, komende uit de richting van de Diependaalselaan en gaande in de richting van de Rijksweg A27,
- na voorafgaand gebruik van alcoholhoudende drank en/of
- rijdend met dat door hem bestuurde motorrijtuig over voormelde weg, een in die weg gelegen, gezien zijn verdachtes rijrichting naar links verlopende bocht met een snelheid van tussen de 122 en 176 kilometer per uur, in elk geval met een veel hogere snelheid dan de ter plaatse toegestane snelheid van 50 kilometer per uur in- en/of door is gereden en/of
- ( vervolgens) de controle over dat door hem bestuurde motorrijtuig geheel of
gedeeltelijk heeft verloren, althans het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig niet met de nodige voorzichtigheid heeft bestuurd en/of
- ( vervolgens) met het motorijtuig tegen de aan de rechterzijde van die weg gelegen stoeprand is gebotst/gereden en/of (vervolgens) rechts van de rijbaan de berm is ingereden en/of
- ( daardoor) met het motorijtuig van een (naast de weg bevindende) aflopend talud is gereden en/of gevallen en/of tot stilstand is gekomen tegen een of meer bomen en/of boomstammen, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
2.
hij, op of omstreeks 13 oktober 2018, in de gemeente Hilversum, als bestuurder van een voertuig (personenauto Audi Quattro RS6, kenteken [kenteken] ), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van verdachts bloed bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b van de Wegenverkeerswet 1994, 0,92 milligram, in elk geval hoger dan 0,5 milligram alcohol per millimeter bloed bleek te zijn.