Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
kantonrechter
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker in conventie,
gemachtigde mr. C.P. Bean
[verweerster],
zetelend te [vestigingsplaats] ,
verweerster
gemachtigde mr. D. van Zelst.
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
- je meldt nevenwerkzaamheden die de belangen van de gemeente kunnen raken;
- nevenwerkzaamheden die jouw functioneren of het functioneren van de gemeente schaden zijn verboden;
- gemelde, toegestane nevenwerkzaamheden van leden van het college en de gemeentesecretaris worden (met de voorwaarden) openbaar gemaakt.
3.Het verzoek en het verweer
€ 10.000,00 voor elke dag na 2 dagen na de datum van de beschikking dat gedaagde niet voldoet aan de beschikking.
4.De (voorwaardelijk) zelfstandige tegenverzoeken
5.De beoordeling
allenevenwerkzaamheden moeten worden gemeld. Tot slot blijkt uit het sanctiebeleid uit het Personeelshandboek van de Gemeente dat bij overtredingen van regels, procedures en afspraken verschillende sancties kunnen worden opgelegd, waaronder een ontslag op staande voet.
18 augustus 2020 en liet daarbij de nevenwerkzaamheden voor de gemeente [plaatsnaam 2] onbenoemd. Ook in het gesprek van 20 augustus 2020 speelde hij geen open kaart over zijn nevenwerkzaamheden. Zo deelde hij mede dat hij slechts enkele weken, hooguit één maand, voor de gemeente [plaatsnaam 2] zou hebben gewerkt, terwijl later bleek dat dit enkele maanden het geval was geweest. Dit getuigt niet van openheid en transparantie, hetgeen wel van een goed werknemer en goed ambtenaar verwacht mag worden.
27 augustus 2020 dan ook om een dringende reden onverwijld mogen opzeggen, zodat ook het subsidiaire verzoek tot vernietiging van het ontslag op staande voet zal worden afgewezen.
Kamerstukken II 2013/14, 33818, 3, p. 113). In het onderhavige geval is geen sprake van een heel lang dienstverband en ook geen sprake van een relatief kleine misstap. Het verzoek tot toekenning van de transitievergoeding op grond van artikel 7:673 lid 8 BW zal worden afgewezen.
€ 720,00 aan salaris gemachtigde. Ook de door [verweerster] gevorderde nakosten en de wettelijke rente over de proceskosten is toewijsbaar, op de hierna te melden wijze.