ECLI:NL:RBMNE:2020:5414
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in strafzaak wegens voorbereiding van overval en wapenbezit
Op 10 december 2020 heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1995, die werd beschuldigd van het voorhanden hebben van voorwerpen ter voorbereiding van een overval en het voorhanden hebben van een vuurwapen. De zaak werd behandeld op de zitting van 26 november 2020, waar de officier van justitie, mr. A. Drogt, en de verdediging, vertegenwoordigd door mr. M.J.R. Roethof, hun standpunten naar voren brachten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging.
De tenlastelegging omvatte twee feiten: het voorhanden hebben van voorwerpen ter voorbereiding van een overval op 3 juni 2020 te Abcoude, en het voorhanden hebben van een pistool op dezelfde datum en locatie. Tijdens het onderzoek is een vuurwapen aangetroffen in de auto waarin de verdachte zich bevond, samen met andere voorwerpen die mogelijk verband hielden met de tenlastelegging. De verdachte ontkende echter bekend te zijn met de aanwezigheid van het vuurwapen en de medeverdachte claimde dat het wapen van hem was.
Na beoordeling van het dossier en de verklaringen van de betrokkenen, concludeerde de rechtbank dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de tenlasteleggingen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van beide feiten, omdat niet kon worden vastgesteld dat hij betrokken was bij het opstellen van handgeschreven notities die in de auto werden aangetroffen, noch dat hij op de hoogte was van het vuurwapen. De rechtbank verklaarde het ten laste gelegde niet bewezen en sprak de verdachte vrij.