4.3Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van feit 1
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting is het volgende gebleken.
Verdachte zat als bestuurder in een auto waarin een vuurwapen werd aangetroffen. In de auto en de achterbak lagen diverse tassen. In één van die tassen zat een bivakmuts. In een andere tas zaten diverse bankpassen op naam van verschillende personen, en in een tweetal tassen ook een zorgpas, een OV chipkaart en een rijbewijs op naam van [A] . In de tas met de bankpassen, de zorgpas en een OV chipkaart op naam van [A] zat voorts een drietal A4-tjes met handgeschreven aantekeningen, met het opschrift ‘plan A’, ‘plan B’ en ‘Plan C’.
Hierop staat vermeld:
PLAN A
- beide passen laten vallen ( €5000,00 per kaart)
- als het klaar is, overvallen in de auto
- auto parkeren voor zijn auto
- instappen geld pakken en weg
Verdeling: [A] doet begin proces, checken hoeveel mensen
bijlmer rijd auto
[B] en [C] stappen in zijn auto
Risico’s: meerdere mensen bij de bonker
‘Plan B’ en ‘Plan C’ bevatten varianten op de tekst van ‘Plan A’, waarbij eveneens de namen Bijlmer, [C] , [B] en [A] voorkomen.
De politie heeft onderzoek gedaan naar [A] . Dit blijkt [A] te zijn en hij is op 2 juni 2020, de dag voor de aanhouding van verdachte, aangehouden in een onderzoek in Noord-Nederland ter zake verdenking van pinpasfraude. [A] verklaart dat hij de eigenaar is van een deel van de aangetroffen goederen in de auto waarin verdachten zaten. [A] bekent dat hij zich samen met anderen bezig houdt met pinpasfraude. Zij waren daarbij zelf weer opgelicht. De handgeschreven notities zijn plannen met mogelijke manieren om deze personen terug te pakken. De plannen zijn niet uitgevoerd. [A] wil niet verklaren welke personen bedoeld worden met Bijlmer, [B] en [C] . Hij ontkent de handgeschreven notities zelf te hebben geschreven.
Een verbalisant van politie verklaart echter dat het handschrift van verdachte [A] sterke overeenkomst vertoont met het handschrift waarmee de notities zijn gemaakt.
Ten aanzien van de aangetroffen goederen heeft verdachte als volgt verklaard.
Het vuurwapen is van hem. Hij droeg dit bij zich voor zijn eigen veiligheid.
De bivakmuts is ook van hem, hij droeg die ter bescherming voor corona.
De handgeschreven notities kent hij niet. Hij had kort daarvoor tassen van [A] opgehaald en wist niet wat daar allemaal inzat. Bijlmer is niet zijn bijnaam.
De rechtbank overweegt dat de handgeschreven notities naar de uiterlijke verschijningsvorm plannen betreffen om anderen af te persen. De plannen zijn concreet en hebben, nu ze zijn aangetroffen in een tas van [A] samen met pinpassen van diverse personen, naar het oordeel van de rechtbank een relatie met de pinpasfraude waarmee [A] zich bezig houdt. Er zijn aanwijzingen dat [A] de notities heeft geschreven.
Naar het oordeel van de rechtbank is echter geen bewijs voorhanden dat verdachte betrokken was bij de plannen om anderen af te persen en dat hij de persoon is die in de notities Bijlmer wordt genoemd.
Uit de stukken en het onderzoek ter terechtzitting blijkt dat verdachte in de Bijlmer woont, een auto huurt die hijzelf niet kan betalen en die auto regelmatig door [A] wordt gebruikt. Daarnaast zijn er sterke aanwijzingen, gelet op de gesprekken die in de telefoon van verdachte zijn aangetroffen, dat verdachte zich samen met [A] bezig houdt met pinpasfraude. Dit zijn verdachte omstandigheden maar, naar het oordeel van de rechtbank, onvoldoende om te concluderen dat verdachte bekend was met de inhoud van de handgeschreven notities in zijn auto en daarmee eveneens opzet had op het misdadige doel van de plannen, te weten het uitvoeren van een overval.
De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van hetgeen onder feit 1 aan hem ten laste is gelegd.
Ten aanzien van feit 2
Verdachte heeft dit feit bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 26 november 2020;
- het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] ;
- het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 3] , team Forensische Opsporing.
Bewijsoverweging
De rechtbank zal verdachte partieel vrijspreken van het tezamen en in vereniging voorhanden hebben van het vuurwapen. Verdachte heeft bekend dat het pistool van hem is, terwijl op grond van het dossier niet is komen vast te staan dat medeverdachte [medeverdachte] , de bijrijder in de auto, bekend was met de aanwezigheid van het vuurwapen in één van de tassen in de auto.