Op 11 december 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven in een zaak betreffende een klacht van betrokkene, die sinds 2009 verblijft in een instelling op basis van een TBS-maatregel. Betrokkene had een klacht ingediend tegen de beslissing van de zorgverantwoordelijke om dwangbehandeling met clozapine toe te passen. De klacht was ongegrond verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene psychotische klachten vertoont en dat eerdere behandelingen niet effectief zijn geweest. De psychiater heeft verklaard dat de dwangbehandeling noodzakelijk is om de psychotische symptomen te verminderen en dat er geen alternatieven zijn die binnen een redelijke termijn tot verbetering kunnen leiden. De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van het verzoek vastgesteld en de stukken beoordeeld. De rechtbank concludeert dat de dwangbehandeling voldoet aan de eisen van proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid. De klacht van betrokkene is ongegrond verklaard, en de rechtbank heeft de beslissing van de klachtencommissie bevestigd.