Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 december 2020 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
mr. A.E. van Gestel, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 10 december 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, vertegenwoordigd door mr. R.H. Bouwman, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Soest, vertegenwoordigd door P. Boogaard. De eiser ontving een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet (Pw) en kreeg een maatregel opgelegd omdat hij een aangeboden arbeidsovereenkomst niet had aanvaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel, die inhield dat de bijstandsuitkering met 100% werd verlaagd gedurende twee maanden, terecht was opgelegd. De eiser had geweigerd een fulltime arbeidsovereenkomst te accepteren, terwijl hij wel een proefplaatsing had gehad en er gesprekken waren gevoerd over zijn werkcapaciteit. De rechtbank oordeelde dat de eiser niet voldoende had aangetoond dat hij door een taalbarrière niet in staat was om zijn lichamelijke klachten en werkcapaciteit adequaat te communiceren. De rechtbank concludeerde dat de eiser niet had voldaan aan zijn verplichting om algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en te behouden, en dat de opgelegde maatregel derhalve rechtmatig was. Het beroep van de eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.