Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BESLAG
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en
- 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet;
11.BESLISSING
gevangenisstraf van 60 dagen;
39 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
taakstraf van 100 uren;