In deze zaak heeft eiser op 18 april 2019 een verzoek ingediend op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) om documenten met betrekking tot een verkeersbesluit. Verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, heeft op 3 juni 2019 een besluit genomen en enkele documenten openbaar gemaakt. Eiser heeft op 7 juni 2019 bezwaar gemaakt tegen de aanvraag van de verkeersmaatregel, maar verweerder heeft dit bezwaar niet-ontvankelijk verklaard omdat het bezwaar was ingediend voordat er een voor bezwaar vatbaar besluit was genomen. Het primaire besluit werd pas op 17 juni 2019 genomen.
In beroep is de vraag aan de orde of verweerder het bezwaar van eiser terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Eiser stelt dat hij mocht aannemen dat het verkeersbesluit al genomen was, omdat het fietspad waar het verkeersbesluit op betrekking had, al sinds maart 2019 afgesloten was. De rechtbank overweegt dat verweerder in zijn communicatie duidelijk heeft gemaakt dat het verkeersbesluit nog moest worden genomen en dat eiser redelijkerwijs niet kon menen dat het besluit al tot stand was gekomen. De rechtbank concludeert dat het bezwaar van eiser terecht niet-ontvankelijk is verklaard en dat het beroep kennelijk ongegrond is.
De rechtbank heeft de uitspraak gedaan op 9 december 2020 en heeft geoordeeld dat eiser geen gelijk krijgt en ook geen proceskostenvergoeding ontvangt. De beslissing is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen de uitspraak.