Op 9 november 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Eiser had beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig had beslist op zijn bezwaar, ingediend op 2 oktober 2019. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder op 11 december 2019 had moeten beslissen, maar dit niet heeft gedaan. Eiser heeft verweerder op 11 februari 2020 in gebreke gesteld, waarna de rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep kennelijk gegrond is. De rechtbank heeft de dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, die verweerder moet betalen omdat hij niet tijdig een besluit heeft genomen. Daarnaast is bepaald dat verweerder binnen vier weken na de uitspraak alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, vastgesteld op € 262,50, en het griffierecht moet door verweerder aan eiser worden terugbetaald. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.