ECLI:NL:RBMNE:2020:5359

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 november 2020
Publicatiedatum
9 december 2020
Zaaknummer
19/3059-V
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake beslissing op bezwaar Zilveren Kruis Zorgkantoor

In deze zaak heeft opposante beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van Zilveren Kruis Zorgkantoor, gedateerd 9 juli 2019. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak op 4 juni 2020 het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat opposante het griffierecht niet tijdig had voldaan en er geen gronden van beroep waren ingediend. Tegen deze uitspraak heeft opposante een verzetschrift ingediend, waarop een zitting heeft plaatsgevonden op 3 november 2020. Tijdens deze zitting was opposante vertegenwoordigd door haar gemachtigde, O.W. Anderson, terwijl Zilveren Kruis Zorgkantoor niet aanwezig was.

De rechtbank heeft in deze verzetprocedure de beoordeling beperkt tot de vraag of de eerdere uitspraak van 4 juni 2020 in stand kan blijven. Opposante heeft in haar verzetschrift aangegeven dat de gebreken niet zijn hersteld en dat de communicatie met haar gemachtigde moeizaam verliep. Ondanks de omstandigheden, waaronder de zorg voor familieleden met psychische indicaties, heeft de rechtbank geoordeeld dat dit geen geldige reden is voor het niet voldoen van het griffierecht of het niet indienen van gronden van beroep.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat het verzet ongegrond is en dat de eerdere uitspraak in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen en is openbaar gemaakt op 10 november 2020. Tegen deze uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 19/3059-V

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 november 2020 op het verzet van

[opposante] te [woonplaats] , opposante,

(gemachtigde: O.W. Anderson ).

Procesverloop

Opposante heeft beroep ingediend tegen de beslissing op bezwaar van 9 juli 2019 van Zilveren Kruis Zorgkantoor.
In de uitspraak van 4 juni 2020 heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat opposante het griffierecht niet (op tijd) heeft voldaan en omdat er geen gronden van beroep zijn ingediend.
Opposante heeft tegen deze uitspraak een verzetschrift ingediend.
De zitting heeft plaatsgevonden op 3 november 2020. Opposante heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde.
Zilveren Kruis Zorgkantoor is niet verschenen.

Overwegingen

1. De rechtbank heeft de uitspraak van 4 juni 2020 gedaan zonder dat zij een zitting heeft gehouden. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) biedt die mogelijkheid als over de uitkomst van de procedure in redelijkheid geen twijfel mogelijk is.
2. In deze verzetprocedure is de beoordeling van de rechtbank beperkt tot de vraag of de uitspraak van de rechtbank van 4 juni 2020 in stand kan blijven. Zo ja, dan is het verzet ongegrond en blijft de eerdere uitspraak in stand. Zo nee, dan is het verzet gegrond en vervalt de eerdere uitspraak.
3. Opposante geeft in haar verzetschrift aan dat de gebreken inderdaad niet zijn hersteld. Tijdens de zitting heeft haar gemachtigde dit toegelicht. Opposante zorgt voor een aantal familieleden van wie de meeste een psychische indicatie hebben. Dit zorgt voor veel stress bij opposante. De communicatie tussen gemachtigde en opposante verliep moeizaam, gemachtigde heeft recentelijk pas stukken van opposante ontvangen. Hierdoor heeft hij de gronden niet in kunnen dienen. Het griffierecht is inderdaad niet betaald.
4. De rechtbank heeft begrip voor de situatie van opposante. Dit is echter geen geldige reden om het griffierecht niet te voldoen of om geen gronden in te dienen. Voor wat betreft het (op tijd) indienen van de gronden van beroep had de gemachtigde van opposante binnen de termijn om uitstel kunnen vragen of kunnen volstaan met een summiere grond. Waarom het griffierecht niet is betaald is de rechtbank niet bekend.
5. Dit betekent dat het verzet ongegrond is en dat de uitspraak van de rechtbank van 4 juni 2020 in stand blijft.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van
P.W. Hogenbirk, griffier
.De beslissing is uitgesproken op 10 november 2020 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak kunt u niet in hoger beroep.