Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 november 2020 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
P.W. Hogenbirk, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 3 november 2020.
Rechtbank Midden-Nederland
Op 3 november 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had op 15 januari 2020 beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder van 10 december 2019. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift niet ondertekend was, wat in strijd is met artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel vereist dat een beroepschrift ondertekend moet zijn om ontvankelijk te zijn. De rechtbank heeft eiseres op 12 juni 2020 een aangetekende brief gestuurd met het verzoek om binnen vier weken een ondertekend beroepschrift in te dienen. Eiseres heeft echter niet tijdig gereageerd op deze oproep.
Gezien het ontbreken van een ondertekening en het niet tijdig indienen van een correct beroepschrift, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen zitting belegd, omdat dit in deze zaak niet nodig werd geacht. De beslissing om het beroep niet inhoudelijk te behandelen is genomen op basis van artikel 8:54 Awb. De rechtbank heeft ook bepaald dat er geen proceskostenvergoeding zal plaatsvinden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.