Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de conclusie na deskundigenbericht van neef [eiser] ;
- de conclusie van antwoord na deskundigenbericht van [gedaagde] met producties, waaronder het tegenrapport van drs. E.J. Delwel (hierna: Delwel) van 27 september 2019;
- het voornemen van de rechtbank om deze zaak naar de meervoudige kamer te verwijzen;
- het verzoek van [gedaagde] van 2 oktober 2019 tot het houden van een meervoudig pleidooi;
- het bezwaar van neef [eiser] tegen het houden van een meervoudig pleidooi;
- de brief van de rechtbank van 29 november 2019 waarbij het meervoudig pleidooi wordt toegestaan en wordt aangekondigd dat de zaak naar de meervoudig kamer wordt verwezen;
- het verzoek van de rechtbank van 29 november 2019 aan Roks om schriftelijk op het rapport van Delwel te reageren;
- de brief van [gedaagde] aan de rechtbank van 13 december 2019 met bijlagen;
- het aanvullende rapport van Roks van 14 februari 2020;
- de akte uitlaten van neef [eiser] ;
- de akte van [gedaagde] met het rapport van prof. dr. W.P. Achterberg (hierna: Achterberg) van 23 april 2020;
- de mededeling van de rechtbank aan partijen dat het geplande pleidooi op 28 mei 2020 geen doorgang kan vinden, met het verzoek verhinderdata op te geven voor het vaststellen van een nieuwe datum voor het pleidooi;
- het gezamenlijk verzoek van partijen van 3 juni 2020 om een schriftelijk pleidooi;
- het schriftelijk pleidooi van neef [eiser] van 2 september 2020;
- het schriftelijk pleidooi van [gedaagde] van 2 september 2020.
2.De beoordeling
in conventie
‘dementie, meest waarschijnlijk gemengd type, MMSE 7/30’is gesteld. Dit wil volgens Roks zeggen dat de dementie meest waarschijnlijk werd veroorzaakt door een combinatie van de ziekte van Alzheimer en vasculaire afwijkingen. Ten aanzien van de score MMSE 7/30 licht Roks toe dat de MMSE een screenende test is voor de cognitieve functies die met name is bedoeld voor het stellen van de diagnose dementie en niet voor het bepalen van de ernst daarvan. Een MMSE‑score van 7 uit 30 duidt volgens Roks echter wel op een ernstige dementie. Het bepalen van de ernst van dementie gaat vaak aan de hand van een CDR-score. Roks haalt in zijn rapport wetenschappelijke literatuur aan waarin een grote correlatie tussen de MMSE- en CDR-score wordt beschreven en waarbij een MMSE-score van 7 past bij een CDR-score van 2, dat wil zeggen ernstige dementie.
“Gezien zijn diagnose dementie en mijn bevindingen bij onderzoek verklaring afgegeven dat dhr niet in staat is zijn materiële en immateriële zaken te behartigen.”Volgens Roks was hiermee sprake van een algemene beoordeling van wilsonbekwaamheid, die er uiteindelijk toe heeft geleid dat erflater bij beschikking van deze rechtbank van 19 mei 2015 onder bewind is gesteld.
‘oriënterend psychiatrisch onderzoek’wordt vermeld:
“Vriendelijke man…er vallen woordvindproblemen op… Slecht georiënteerd in tijd, matig in plaats. Denken wat traag van tempo, inhoud imponeert ongestoord. … Het kortetermijngeheugen imponeert gestoord.”Roks heeft niet betwist dat dit citaat afkomstig is uit de brief van de geriater. Naar het oordeel van de rechtbank is dit een aanwijzing dat erflater heldere momenten had waarop hij zijn wil kon bepalen.
‘Beoordeling Wilsbekwaamheid ten behoeve van notariële dienstverlening’van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie te volgen om de wilsbekwaamheid van erflater te beoordelen. De notaris had daarnaast een VIA (Vereniging van Indicerende en Adviserende Artsen)-arts moeten raadplegen voor het verkrijgen van een VIA-verklaring van wils(on)bekwaamheid.
2.172,00(4 punten × tarief € 543,00)