ECLI:NL:RBMNE:2020:5332
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan belang
Op 2 december 2020 heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. A. Lanshage in een lopende zaak met zaaknummer C/16/511810 JE RK 20/2165. De wrakingskamer heeft besloten om af te zien van een mondelinge behandeling van het verzoek. Volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan een rechter gewraakt worden op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. In dit geval heeft verzoeker om uitstel gevraagd voor de zitting van 3 december 2020, maar omdat de rechter die de zaak zou behandelen afwezig was, heeft mr. Lanshage het uitstelverzoek afgewezen. De wrakingskamer concludeert dat mr. Lanshage geen bemoeienis meer zal hebben met de behandeling van de zaak, ongeacht de beslissing van de wrakingskamer. Hierdoor heeft verzoeker geen belang bij het wrakingsverzoek, wat leidt tot de conclusie dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is.
De wrakingskamer heeft in haar beslissing verklaard dat verzoeker niet-ontvankelijk is in zijn verzoek tot wraking. De griffier is opgedragen om deze beslissing toe te zenden aan verzoeker, de rechter tegen wie het verzoek is gericht, andere betrokken partijen en de president van de rechtbank. De procedure van verzoeker met zaaknummer C/16/511810 JE RK 20/2165 zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing door het wrakingsverzoek. Deze beslissing is openbaar uitgesproken op 9 december 2020.