Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
hierna te noemen: verdachte.
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
15september 2019, krijgen verbalisanten een melding over brandstofdiefstal waarbij een witte Citroën Jumper met kenteken [kenteken] en een BMW met kenteken [kenteken] betrokken zouden zijn. Om 22:44 uur passeert de Citroën waarna die naar een parkeerplaats wordt gedirigeerd. Bij het openen van de deuren aan de bestuurders- en bijrijderszijde ruiken verbalisanten een sterke gasoliegeur die uit de auto komt. Ook de bestuurder, medeverdachte, ruikt sterk naar gasolie. Verdachte is de bijrijder. Achterin de bestelbus zien de verbalisanten twee grote doorzichtige vaten met vloeistof, een pompinstallatie en een daarop aangesloten accu. Daarop volgt aanhouding van verdachte en medeverdachte [7] .
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
10.BESLISSING
twee maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzijde rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdacht de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
proeftijdvan
twee jarenvast;