4.3Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak naar links sturen
In de VOA staat betreffende het naar links sturen door verdachte het volgende: “
Waarschijnlijk om de kruin van een boom te ontwijken stuurde hij met de samenstel naar links.”. Dit duidt volgens de rechtbank op een vermoeden. Nu verdachte het naar links sturen voorts stellig ontkent, is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte naar links heeft gestuurd. Verdachte wordt dan ook vrijgesproken van het verwijt dat hem bij het derde gedachtestreepje in de tenlastelegging wordt gemaakt.
Bewezenverklaring
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring voor het overige deel van het primair tenlastegelegde. Hieronder volgt eerst een uiteenzetting van de bewijsmiddelen. Daarna zal worden ingegaan op de interpretatie die de rechtbank aan de bewijsmiddelen geeft.
Bewijsmiddelen
Het proces-verbaal Verkeersongevalsanalyse van verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 2] en [verbalisant 3] :
‘Voertuig 1: bedrijfsauto, vrachtauto. Voertuig 2: fiets. Op 10 juli 2019 reed de bestuurder van voertuig 1 over de Hekendorpse Buurt, gelegen buiten de bebouwde kom van Hekendorp. De bestuurder van voertuig 2 naderde vanuit de tegenovergestelde richting. De bestuurder van voertuig 2 kwam ten val tussen de vrachtauto en de aanhangwagen van voertuig 1. Daarbij werd het bovenlichaam van de bestuurder van voertuig 2 overreden door het linker voorwiel van de aanhangwagen.
Ter hoogte van de achterzijde van voertuig 1 was de rijbaan ongeveer 3,6 m breed. Ter hoogte van de voorzijde van voertuig 1 ongeveer 3,2 m. Links en rechts van de rijbaan lagen grasbermen. De linker berm was hoger gelegen dan de rijbaan. Het hoogte verschil bedroeg ongeveer 20 cm. Op ongeveer 60 centimeter vanaf de uiterste linker zijde van de rijbaan stond een hekwerk.
Ter plaatse waren de volgende verkeerstekens van toepassing:
• (Zone) Bord C17 van bijlage 1 van het RVV 1990 gold een geslotenverklaring voor voertuigen en samenstellen van voertuigen, die, met inbegrip van de lading, langer waren dan 12 meter.
• (Zone) Bord C21 van bijlage 1 van het RVV 1990 gold een geslotenverklaring voor voertuigen en samenstellen van voertuigen, waarvan de totaalmassa hoger was dan 15 ton (15000kg).
Eindpositie van de linkerzijde van de vrachtauto, gezien in de rijrichting van voertuig 1. De breedte van de ruimte links naast asnummer 2 van de vrachtauto bedroeg ongeveer 0,4 m.
Voertuig 1 bestaande uit een samenstel van een vrachtauto,
kenteken: [kenteken]
merk: Volvo
en een meerassige aanhangwagen:
kenteken: [kenteken]
Door ons werd de lengte van de samenstel gemeten. Daarbij zagen wij dat de lengte ongeveer 18,75 m bedroeg. De breedte van zowel de vrachtauto als de aanhangwagen bedroeg 2,55 m.Ik zag in de cabine een vrachtbrief. Ik zag op het bijbehorende weegbriefje dat de totale massa van de samenstel 55820 kg bedroeg.’
De verklaring van verdachte ter terechtzitting:
De borden die een geslotenverklaring voor voertuigen en samenstellen van voertuigen, die langer zijn dan 12 meter en waarvan de totaalmassa hoger is dan 15 ton inhouden heb ik gezien. Ik wist dat de vrachtauto met aanhangwagen waar ik in reed langer en zwaarder was dan op die weg was toegestaan. Ik reed toch die weg in. Voorafgaand had ik op Google Maps gekeken en daar zag ik dat de weg smal was. Ik zag de fietser aan komen rijden vanuit de tegenovergestelde richting. Ik bracht mijn snelheid terug naar 14 kilometer per uur. Terwijl de fietser mij passeerde keek ik in mijn rechter spiegel of ik verder kon uitwijken naar rechts. Toen ik iets hoorde, keek ik in mijn linker spiegel en zag ik de fietser op de grond aan het einde van mijn vrachtauto liggen.
Een geschift zijnde een brief van het UMC Utrecht van 4 december 2019:
Betreft: [slachtoffer] .
De plastische chirurgie werd in consult gevraagd bij de traumaopvang op de Spoed Eisende Hulp van het UMC Utrecht op 10-7-2019 vanwege een fors degloving letsel van beide onderarmen. Patiënte is direct naar de operatiekamer gegaan na de traumaopvang van
de chirurgie voor een uitgebreid debridement, fixatie van multipele fracturen en openen meerdere spier-zenuwcompartimenten om verdere schade te voorkomen.
Behandeling nadien
Op 12-07-2019 volgde een second look waarbij enkele a-vitale pezen werden geëxcideerd en een VAC systeem werd aangelegd op de linker arm waaronder de bewaarde huid werd teruggeplaatst als huidtransplantaat. Er volgden in de hierop volgende weken meerdere malen VAC wissels en nettoyage van de wonden.
Op 26-07-2019 werd donorhuid geplaatst over de nog resterende open wonden op de
linker arm.
Op 19-08-2019 kon definitieve wondbedekking plaatsvinden door middel van multipele huidtransplantaten van beide bovenbenen naar de linker arm. Tevens werden resterende a-vitale pezen geëxcideerd en K-draden die geplaatst waren ter stabilisatie van de fracturen zoals bovenstaand vernoemd verwijderd van de rechter hand en linker onderarm, behoudens de K-draad van de linker ulna vanwege nog vertraagde consolidatie.
Op 28-08-2019 werd de loszittende K-draad van de ulna links verwijderd.
Op 02-09-2019 kon patiënte met ontslag naar de Hoogstraat voor revalidatie.
Op 16-09-2019 werd patiënte in dagbehandeling geopereerd vanwege nog resterende
huiddefecten en functionele problematiek met extensormechanismen aan digitus II en III. Er werd een artrodese van het proximale vinger gewricht van digitus II en III rechts verricht.
Nadien is patiënte weer opgenomen in de Hoogstraat voor verdere revalidatie.
Toedracht ongeval
Op basis van bovengenoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat op
10 juli 2019 een ongeval heeft plaatsgevonden op de weg Hekendorpse Buurt te Hekendorp. Verdachte had nog niet eerder gereden op de Hekendorpse Buurt, maar hij wist dat het een smalle weg betrof aangezien hij dit van te voren had gezien op Google Maps. De weg was ter hoogte van de achterzijde van de aanhanger ongeveer 3,6 meter breed en ter hoogte van de voorzijde van vrachtauto ongeveer 3,2 meter. Links en rechts van de rijbaan lagen grasbermen. De linker berm was ongeveer 20 centimeter hoger gelegen dan de rijbaan.
Uit de VOA blijkt dat de vrachtauto met aanhangwagen ongeveer 18,75 meter lang was, 2,55 meter breed en ruim 55.000 kilogram woog. Voorts gold voor deze weg een geslotenverklaring voor voertuigen en samenstellen van voertuigen die langer zijn dan 12 meter en voor voertuigen waarvan de totaalmassa groter is dan 15.000 kilogram. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij, ondanks dat hij dit wist, toch deze weg in is gereden.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij mevrouw [slachtoffer] aan zag komen fietsen vanuit de tegenovergestelde richting. Hij heeft toen zijn snelheid verminderd tot 14 kilometer per uur en is zoveel mogelijk naar rechts uitgeweken. Uit de VOA blijkt dat er ongeveer 40 centimeter ruimte was voor mevrouw [slachtoffer] om de met 14 kilometer per uur rijdende vrachtauto met aanhangwagen met een totale lengte van ongeveer 18,75 meter te passeren. Verder heeft verdachte verklaard dat hij op het moment dat hij en mevrouw [slachtoffer] elkaar passeerden in zijn rechter spiegel keek en niet in zijn linker spiegel, waarin hij de situatie en mevrouw [slachtoffer] in de gaten kon houden. Tussen de vrachtauto en de aanhangwagen is mevrouw [slachtoffer] ten val gekomen waarna de aanhangwagen over haar armen is gereden.
Aanmerkelijke verwijtbare onvoorzichtigheid
De rechtbank dient vast te stellen of sprake is van schuld in de zin van artikel 6 WVW. Daarvan is sprake als het gaat om een aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid. Daarbij geldt dat in zijn algemeenheid niet valt aan te geven of één verkeersovertreding voldoende kan zijn voor bewezenverklaring van schuld in vorenbedoelde zin. Gekeken moet worden naar het geheel van gedragingen van verdachte, naar de aard en de concrete ernst van de verkeersovertreding en voorts naar de omstandigheden waaronder die overtreding is begaan. Daarnaast geldt dat niet alleen uit de ernst van de gevolgen van verkeersgedrag kan worden afgeleid dat sprake is van schuld in de zin van artikel 6 WVW.
In onderhavige situatie reed verdachte op een weg met een voertuig dat 6,75 meter langer en ruim 40.000 kilogram zwaarder was dan was toegestaan. Verdachte wist dit, maar heeft de keuze gemaakt om toch de weg in te rijden. Voorts wist verdachte dat het om een smalle weg ging, omdat hij dit van te voren op Google Maps had gezien. Deze omstandigheden en het feit dat verdachte een ervaren beroepschauffeur is, maken dat verdachte op het moment dat hij mevrouw [slachtoffer] aan zag komen fietsen extra zorgvuldig moest zijn. De rechtbank is mede gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden van oordeel dat verdachte dit onvoldoende heeft gedaan, door zijn vrachtauto met aanhangwagen niet tot stilstand te brengen zodat mevrouw [slachtoffer] hem kon passeren. In plaats daarvan verminderde verdachte zijn snelheid tot 14 kilometer per uur, waardoor de situatie ontstond dat mevrouw [slachtoffer] over een afstand van ongeveer 18,75 meter een rijdende en zwaar beladen vrachtauto met aanhanger moest passeren waarbij zij slechts 40 centimeter ruimte had. Mevrouw [slachtoffer] had hierbij geen uitwijkmogelijkheden in de berm, omdat deze ongeveer 20 centimeter hoger lag dan de weg en er een hek in de berm stond. Daar komt bij dat verdachte tijdens het passeren niet in zijn linker spiegel keek om te kijken of hij en mevrouw [slachtoffer] elkaar veilig passeerden.
Op grond van voornoemde omstandigheden is de rechtbank met de officier van justitie van oordeel dat de gedragingen van verdachte kunnen worden aangemerkt als aanmerkelijk onvoorzichtig en dat sprake is van schuld in de zin van artikel 6 WVW.
Tot slot blijkt uit de bewijsmiddelen dat mevrouw [slachtoffer] ten gevolge van de aanrijding zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen. Dit staat overigens niet ter discussie.