ECLI:NL:RBMNE:2020:5197
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep inzake WOZ-waardering van een woning ongegrond verklaard
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 20 november 2020 uitspraak gedaan in een beroep tegen de WOZ-waardering van een woning. Eiser, eigenaar van de woning, had bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde waarde van € 293.000, zoals bepaald door de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking SWW. De waarde was vastgesteld op 1 januari 2018, de waardepeildatum, en was gekoppeld aan de aanslag onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2019. Eiser stelde dat de waarde te hoog was en voerde aan dat een deel van zijn perceel als brandgang fungeert, wat niet voldoende was meegenomen in de waardebepaling. De rechtbank oordeelde echter dat verweerder voldoende bewijs had geleverd dat de waarde niet hoger was vastgesteld dan de waarde in het economisch verkeer. De rechtbank concludeerde dat de vergelijkingsobjecten die door verweerder waren gebruikt, geschikt waren en dat de door eiser voorgestelde vergelijkingen niet beter waren. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.