Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 november 2020 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
de rechter is verhinderd de uitspraak mede te ondertekenen.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 27 november 2020 uitspraak gedaan in een beroep inzake de WOZ-waardering van een woning. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. A. Bakker, heeft beroep ingesteld tegen de beschikking van de heffingsambtenaar van de gemeente [plaats], die de waarde van de woning op 1 januari 2017 heeft vastgesteld op € 284.000,- voor het kalenderjaar 2018. Eiseres betwist deze waardering en stelt dat de waarde te hoog is, onder andere vanwege stankoverlast van een nabijgelegen vuilcontainer.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar de waarde aannemelijk heeft gemaakt door middel van een taxatiematrix en een taxatierapport. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar voldoende rekening heeft gehouden met de ligging van de woning en de stankoverlast. Eiseres heeft niet voldoende onderbouwd dat de heffingsambtenaar meer rekening had moeten houden met deze factoren. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.