In deze zaak heeft de Stichting de Parel van Baarn beroep ingesteld tegen de brief van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarn, waarin werd aangegeven dat er geen bezwaar kon worden gemaakt tegen het besluit van de gemeenteraad over het voorontwerp van een bestemmingsplan voor de herontwikkeling van paleis Soestdijk. De rechtbank Midden-Nederland heeft op 26 november 2020 geoordeeld dat het beroep van de Parel van Baarn niet-ontvankelijk is. De rechtbank legt uit dat de Wet ruimtelijke ordening een zelfstandige procedure kent voor de vaststelling van een bestemmingsplan, die begint met het ter inzage leggen van een ontwerpbestemmingsplan. Pas na de vaststelling van het definitieve bestemmingsplan door de gemeenteraad kan er beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Parel van Baarn kan de inspraakmogelijkheid gebruiken en later een zienswijze indienen wanneer er een ontwerpbestemmingsplan ter inzage wordt gelegd. De rechtbank benadrukt dat de brief van 17 september 2020 geen besluit is waartegen beroep kan worden ingesteld. De Parel van Baarn krijgt geen gelijk en er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend.