ECLI:NL:RBMNE:2020:5145

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 november 2020
Publicatiedatum
25 november 2020
Zaaknummer
UTR 20/3980
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake inspraakprocedure bestemmingsplan paleis Soestdijk

In deze zaak heeft de Stichting de Parel van Baarn beroep ingesteld tegen de brief van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarn, waarin werd aangegeven dat er geen bezwaar kon worden gemaakt tegen het besluit van de gemeenteraad over het voorontwerp van een bestemmingsplan voor de herontwikkeling van paleis Soestdijk. De rechtbank Midden-Nederland heeft op 26 november 2020 geoordeeld dat het beroep van de Parel van Baarn niet-ontvankelijk is. De rechtbank legt uit dat de Wet ruimtelijke ordening een zelfstandige procedure kent voor de vaststelling van een bestemmingsplan, die begint met het ter inzage leggen van een ontwerpbestemmingsplan. Pas na de vaststelling van het definitieve bestemmingsplan door de gemeenteraad kan er beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Parel van Baarn kan de inspraakmogelijkheid gebruiken en later een zienswijze indienen wanneer er een ontwerpbestemmingsplan ter inzage wordt gelegd. De rechtbank benadrukt dat de brief van 17 september 2020 geen besluit is waartegen beroep kan worden ingesteld. De Parel van Baarn krijgt geen gelijk en er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/3980

Stichting de Parel van Baarn, gevestigd in Baarn,

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarn.

Inleiding

Er zijn plannen voor de herontwikkeling van paleis Soestdijk en het omliggende landgoed. De gemeenteraad van Baarn heeft daarvoor een voorontwerp van een bestemmingsplan ter inzage gelegd. Iedereen kon hierop een inspraakreactie geven, tot 15 oktober 2020.
De Parel van Baarn vindt dat de voorlichting bij het plan onvoldoende was. Zij wijst op een brief van het college van gedeputeerde staten aan provinciale staten van Utrecht over paleis Soestdijk, die niet bij de stukken ter inzage lag. Volgens de Parel van Baarn is deze brief heel belangrijk voor de inspraakprocedure.
De Parel van Baarn heeft tegen de gang van zaken tweemaal bezwaar gemaakt bij het college en heeft gevraagd om ‘de goedkeuring van het voorontwerp bestemmingsplan te vernietigen’. Het college heeft in reactie hierop laten weten dat er geen bezwaar kan worden gemaakt tegen het besluit van de gemeenteraad. In een brief van 17 september 2020 heeft het college geschreven dat hij niet bevoegd is om dat besluit te vernietigen.
De Parel van Baarn heeft beroep ingesteld tegen de brief van 17 september 2020.

Overwegingen

1. Het beroep van de Parel van Baarn kan niet inhoudelijk worden behandeld. Dat is zo duidelijk de zaak ook niet op een zitting bij de rechtbank hoeft te worden behandeld. Het beroep is niet-ontvankelijk. Dit licht de rechtbank als volgt toe.
2. De Wet ruimtelijke ordening kent een zelfstandige procedure voor de vaststelling van een bestemmingsplan. Die procedure begint met het ter inzage leggen van een ontwerpbestemmingsplan, waartegen zienswijzen kunnen worden ingediend. Na de vaststelling van het definitieve bestemmingsplan door de gemeenteraad, kan daartegen beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Veel gemeentes kiezen ervoor om voorafgaand deze formele procedure een inspraakmogelijkheid te bieden over het voorontwerp van het bestemmingsplan. De gemeente Baarn heeft dat ook gedaan met het plan voor paleis Soestdijk. Dat is dus de eerste voorbereidende stap naar de vaststelling van een bestemmingsplan.
3. De bestuursrechter kan dus pas een oordeel geven over een bestemmingsplan, nadat de gemeenteraad daarover een definitief besluit heeft genomen. Bij dat oordeel kan dan ook worden betrokken of alles procedureel goed is verlopen en of de juiste stukken ter inzage hebben gelegen. Vóór die tijd is er voor de bestuursrechter nog geen rol.
4. Voor deze zaak betekent dit dat de Parel van Baarn nu niet bij de rechtbank terecht kan en dat haar beroep niet inhoudelijk beoordeeld kan worden. De brief van het college van 17 september 2020 is geen besluit waartegen beroep kan worden ingesteld bij de rechtbank.
5. De Parel van Baarn kan de inspraakmogelijkheid gebruiken en als er later een ontwerpbestemmingsplan ter inzage wordt gelegd, kan zij een zienswijze indienen. Op die manier kan de Parel van Baarn de gemeenteraad wijzen op de fouten die zij nu ziet.
6. Er is zit nog wel een los eindje aan deze zaak. Er ligt namelijk onmiskenbaar een bezwaarschrift van de Parel van Baarn en daarop is nog niet beslist: de brief van 17 september 2020 is geen besluit. Het college moet ofwel die beslissing alsnog nemen, ofwel de zaak doorsturen naar de gemeenteraad voor de behandeling van het bezwaarschrift. Of dat de Parel van Baarn iets gaat brengen is wel de vraag, omdat bezwaren tegen voorbereidingsstappen niet-ontvankelijk moeten worden verklaard.
7. De Parel van Baarn krijgt geen gelijk, en daarom ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K. de Meulder, rechter, in aanwezigheid van mr. N.K. de Bruin, griffier
.De beslissing is uitgesproken op 26 november 2020 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. De uitspraak is verzonden op de stempeldatum die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.