Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties genummerd 1 tot en met 4;
- de aan de zijde van [gedaagden] toegezonden producties, genummerd 1 tot en met 4;
- de aan zijde van Royal FloraHolland toegezonden producties, genummerd 6 tot en met 11;
- de aan de zijde van [gedaagden] toegezonden producties, genummerd 5 en 6;
- de mondelinge behandeling die op 25 september 2020 heeft plaatsgevonden;
- de pleitnota van Royal FloraHolland;
- de pleitnota van [gedaagden] ;
- het proces-verbaal van 25 september 2020 van de mondeling behandeling, waarin de zaak met vier weken, tot 23 oktober 2020, is aangehouden;
- de brief van 23 oktober 2020 van mr. Hofstra met het verzoek de zaak met een extra week aan te houden;
- de e-mail van 23 oktober 2020 van deze rechtbank met de mededeling dat de zaak met een extra week wordt aangehouden;
- de e-mail van 2 november 2020 van Royal FloraHolland waarin om vonnis wordt verzocht.
2.Het geschil
4. De beslissing
3.De beoordeling
(i) binnen veertien dagen na betekening van dat vonnis opgave te doen van zijn bronnen van inkomsten en vermogen, op schrift, met onderliggende documentatie gestaafd ter bevestiging van de verstrekte informatie; en
(ii) telkens op de eerste werkdag van de even maand een bijgewerkte versie van de opgave, zoals hiervoor bedoeld, diende te verstrekken.
980,00