ECLI:NL:RBMNE:2020:5134
Rechtbank Midden-Nederland
- Verschoning
- Rechtspraak.nl
Verschoning van rechters in bestuursrechtelijke zaak met ideologische vereniging
Op 24 november 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, in de persoon van de verschoningskamer, een beslissing genomen op het verzoek tot verschoning van drie rechters, Mr. O. Veldman, Mr. M. Eversteijn – Delcliseur en Mr. J.L.W. Broeksteeg, in een bestuursrechtelijke zaak. Dit verzoek werd ingediend in het kader van een procedure met kenmerk 19/3128, die op 11 november 2020 ter zitting zou worden behandeld. De rechters hebben op 9 november 2020 verzocht zich te mogen verschonen, omdat zij allen lid zijn van een ideologische vereniging, waarvan de belangen in de onderhavige zaak aan de orde zijn. De vereniging, die als eisende partij optreedt, heeft een ideologisch karakter, wat de rechters deed vrezen voor de schijn van vooringenomenheid.
De rechters hebben partijen de gelegenheid geboden om bezwaar te maken tegen hun deelname aan de zaak, waarop de Kamer voor de Binnenvisserij en Hengelsportvereniging heeft gereageerd. Ondanks dat de rechters zich in staat achten om onpartijdig te oordelen, hebben zij geconcludeerd dat de schijn van vooringenomenheid kan ontstaan door hun lidmaatschap van de vereniging. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de verschoningsprocedure niet per se een mondelinge behandeling vereist en dat de rechters zich op basis van hun lidmaatschap niet vrij voelen om in deze zaak op te treden.
De verschoningskamer heeft geoordeeld dat er voldoende grond is voor het verzoek tot verschoning en heeft dit verzoek gegrond verklaard. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak. De griffier is opgedragen om deze beslissing toe te zenden aan de betrokken partijen en de president van de rechtbank.