ECLI:NL:RBMNE:2020:5129
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake omgevingsvergunning voor verbouwing tot appartementen
Op 2 november 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in de zaak tussen Coltavast B.V. en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een aanvraag omgevingsvergunning voor het verbouwen van algemene ruimten tot appartementen. Coltavast B.V. had op 6 maart 2020 een aanvraag ingediend, maar deze werd door de gemeente op 16 maart 2020 afgewezen wegens niet voldoen aan de indieningsvereisten. De gemeente heeft vervolgens meerdere besluiten genomen om de beslistermijn te verlengen en op te schorten, maar uiteindelijk op 10 september 2020 de vergunning geweigerd vanwege strijdigheid met de beheersverordening.
Coltavast B.V. heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij van mening was dat de vergunning van rechtswege was verleend door het niet tijdig beslissen van de gemeente. Tijdens de zitting op 2 november 2020, die via Skype plaatsvond, heeft de voorzieningenrechter de argumenten van beide partijen gehoord. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen spoedeisend belang was bij het treffen van een voorlopige voorziening, omdat het besluit van 10 september 2020 geen onomkeerbare gevolgen met zich meebracht en de procedure voor een voorlopige voorziening niet geschikt was voor het opdragen aan de gemeente om de vergunning bekend te maken.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat Coltavast B.V. nog steeds de mogelijkheid heeft om beroep in te stellen tegen het niet tijdig bekendmaken van de vergunning. De uitspraak werd in het openbaar gedaan en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.