Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
subsidiair:op 3 juni 2019 te Veenendaal als bestuurder van een bestelauto zich zodanig heeft gedragen dat hij gevaar en/of hinder heeft veroorzaakt.
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
- De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 5 november 2020;
- de verklaring van getuige [getuige] ;
- proces-verbaal verkeersongevallenanalyse, de conclusies met betrekking tot de verkeersregelinstallatie, pagina 75;
- proces-verbaal verkeersongevallenanalyse, de conclusies met betrekking tot de snelheid, pagina 77;
- schouwverslag, opgemaakt door G.W. Krever, forensisch arts, pagina 97 en 98.
- verdachte heeft met een door hem bestuurde bestelauto met aanhanger een verkeerslicht genegeerd dat al minimaal 6 seconden rood licht uitstraalde;
- verdachte reed met een te hoge snelheid, namelijk in ieder geval 15 km/uur te hard, op een plaats waar 50 km/uur was toegestaan;
- verdachte heeft bij het naderen van de stopstreep zijn snelheid verhoogd (geaccelereerd);
- verdachte kwam kort hierna in botsing met een overstekende fietsster, in wiens rijrichting het verkeerslicht reeds 2,2 seconden groen licht uitstraalde.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL
9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 9, 14a, 14b, 14c, 22c en 22d van het Wetboek van Strafrecht;
- 6, 175 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994,
10.BESLISSING
taakstrafvan
240 uren;
ontzegtverdachte ter zake van het onder primair bewezen verklaarde
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van
24 maanden;
de ontzegging een gedeelte, groot 17 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast;
proeftijdvan
2 (twee) jarenvast.