ECLI:NL:RBMNE:2020:5057
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de vaststelling van een OV-schuld door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 4 november 2020 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres tegen de vaststelling van een OV-schuld door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Eiseres, die in de tweede helft van februari 2020 en de eerste helft van maart 2020 met een studentenreisproduct heeft gereisd, betwistte de hoogte van de opgelegde schuld van € 225,-. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres per 1 februari 2020 geen recht meer had op studiefinanciering, en daarmee ook niet op het studentenreisproduct. Eiseres had haar studentenreisproduct uiterlijk op 10 februari 2020 moeten stopzetten, maar heeft dit niet gedaan. De rechtbank oordeelde dat de Minister de OV-schuld terecht heeft vastgesteld en de hoogte correct heeft berekend. Eiseres voerde aan dat haar opleiding was geannuleerd en dat zij daarom pas per 10 maart 2020 had hoeven stoppen met het gebruik van het studentenreisproduct. De rechtbank verwierp dit argument, omdat het recht op studiefinanciering en het studentenreisproduct eindigde op 31 januari 2020. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door rechter mr. O. Veldman, in aanwezigheid van griffier mr. A.M. Slierendrecht.