In deze zaak heeft eiser, wonende aan de [adres 1] te [plaats], een omgevingsvergunning aangevraagd voor het plaatsen van een dakkapel in het voordakvlak van zijn woning. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gooise Meren heeft deze aanvraag geweigerd, omdat het bouwplan in strijd zou zijn met het bestemmingsplan. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, nadat zijn bezwaar tegen het primaire besluit ongegrond was verklaard. De rechtbank heeft op 17 november 2020 uitspraak gedaan in deze zaak.
De rechtbank overweegt dat het bestemmingsplan dakkapellen toestaat, maar dat de breedte van de dakkapel niet meer dan 50% van het dakvlak mag bedragen. Eiser betoogt dat de meetwijze die verweerder heeft gehanteerd onjuist is, omdat deze zou leiden tot strijd met het bestemmingsplan. De rechtbank oordeelt echter dat de meetwijze van verweerder redelijk is, omdat deze aansluit bij de welstandsnota. Eiser heeft niet overtuigend aangetoond dat de door verweerder gehanteerde meetwijze onjuist of onzorgvuldig is.
Daarnaast heeft de rechtbank overwogen dat verweerder beleidsruimte heeft bij het al dan niet verlenen van een omgevingsvergunning. De rechtbank concludeert dat verweerder in redelijkheid heeft kunnen weigeren de vergunning te verlenen, omdat het bouwplan niet ruimtelijk aanvaardbaar is. Eiser heeft ook niet kunnen aantonen dat hij gerechtvaardigd mocht vertrouwen op een vergunning, enkel omdat zijn aanvraag naar de welstandscommissie was gestuurd.
De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J. Wolbrink, rechter, en is openbaar gemaakt op 17 november 2020.