ECLI:NL:RBMNE:2020:4983
Rechtbank Midden-Nederland
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor mishandeling en belaging met bijzondere voorwaarden en schadevergoeding
Op 4 november 2020 heeft de politierechter O.P. van Tricht uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte, geboren in 1977, die werd beschuldigd van mishandeling en belaging. De feiten betroffen drie incidenten: mishandeling op 14 februari 2020 en 30 januari 2020, en belaging van 10 november 2019 tot 2 juli 2020. De verdachte werd bijgestaan door raadsman W.J. Ausma, advocaat te Utrecht. De rechter kwalificeerde de feiten als mishandeling en belaging, en paste artikelen uit het Wetboek van Strafrecht toe, waaronder 14a, 14b, 14c, 36f, 38v, 57, 285b en 300.
De rechter legde een gevangenisstraf op van 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaren. De voorwaarden omvatten onder andere meldplicht bij de reclassering, deelname aan een intake bij een instelling voor psychiatrische hulp, en een contactverbod met mevrouw A. De verdachte mocht zich niet binnen een straal van één kilometer van een specifiek restaurant bevinden. Bij niet-naleving van de voorwaarden zou vervangende hechtenis worden toegepast.
Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot betaling van 1000 euro aan de benadeelde partij, mevrouw A, als schadevergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente. De rechter wees de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en bepaalde dat de overige vordering bij de burgerlijke rechter moest worden ingediend. De uitspraak benadrukte de ernst van de situatie en de noodzaak van toezicht op de naleving van de opgelegde maatregelen.