In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 11 november 2020 uitspraak gedaan in een faillissementskwestie betreffende Witteveen Retail B.V. De curator, mr. J.M. Molkenboer, heeft een vordering ingesteld tegen de besloten vennootschap [gedaagde] B.V. De curator stelde dat een betaling van € 18.000,00 aan [gedaagde] op 12 augustus 2019 vernietigbaar was op grond van artikel 47 van de Faillissementswet (Fw), omdat [gedaagde] op dat moment op de hoogte was van de faillissementsaanvraag van Witteveen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de curator de betaling rechtsgeldig heeft vernietigd, omdat aan de voorwaarden van artikel 47 Fw was voldaan. De rechtbank oordeelde dat de wetenschap van de faillissementsaanvraag door [gedaagde] niet verviel door de afwijzing van de faillissementsaanvraag, aangezien de curator in hoger beroep was gegaan. De curator heeft de betaling aan [gedaagde] vernietigd en vorderde de terugbetaling van het ontvangen bedrag, vermeerderd met rente en kosten. De rechtbank heeft de vorderingen van de curator toegewezen, inclusief de proceskosten, en [gedaagde] veroordeeld tot betaling aan de curator.