Op 7 juli 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen Stichting Welzijn Grote Grazers, eiseres, en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder. Eiseres had een verzoek ingediend op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) op 2 augustus 2019, maar verweerder heeft niet tijdig beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn van vier weken, die was verlengd met vier weken, is overschreden. Eiseres heeft verweerder op 15 oktober 2019 in gebreke gesteld, maar er is sindsdien geen besluit genomen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep van eiseres kennelijk gegrond is. Verweerder is verplicht om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit bekend te maken. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om een langere termijn te bepalen, ondanks de door verweerder aangevoerde capaciteitsproblemen en achterstanden. Tevens is bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-.
Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 262,50, en verweerder moet het griffierecht van € 345,- aan eiseres betalen. De uitspraak is gedaan door mr. V.E. van der Does, rechter, in aanwezigheid van O. Asafiati, griffier. Vanwege coronamaatregelen is de uitspraak niet openbaar uitgesproken, maar zal dit alsnog gebeuren zodra dat mogelijk is.