ECLI:NL:RBMNE:2020:4937
Rechtbank Midden-Nederland
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van Wob-verzoek door gemeente Amersfoort
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 29 oktober 2020 uitspraak gedaan op het verzet van de opposant tegen een eerdere uitspraak van 30 oktober 2019. De opposant had beroep ingesteld omdat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort niet tijdig had beslist op zijn verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De rechtbank had het beroep in de eerdere uitspraak niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen sprake was van een niet tijdig genomen besluit. De opposant ging in verzet tegen deze uitspraak, wat leidde tot een zitting op 9 oktober 2020, waar zowel de opposant als zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de vertegenwoordiger van de verweerder, mr. drs. H. Maaijen.
De rechtbank heeft in de uitspraak van 30 oktober 2019 geoordeeld dat er geen twijfel was over de uitkomst van de zaak, waardoor een zitting niet noodzakelijk was. In het verzet heeft de opposant aangevoerd dat de Stichting Wijkteams het Wob-verzoek aan verweerder had moeten doorsturen en dat hij verweerder in gebreke had gesteld. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat er geen sprake was van een Wob-verzoek, omdat de vraag in de brief van de opposant betrekking had op informatie over een persoon. De rechtbank volgde de stelling van de opposant niet en verwees naar eerdere rechtsoverwegingen.
De rechtbank concludeerde dat verweerder het verzoek van de opposant op de juiste wijze had behandeld en dat het verzet ongegrond was. De eerdere uitspraak van 30 oktober 2019 bleef daarmee in stand. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 29 oktober 2020, en de griffier was niet in staat de uitspraak te ondertekenen. Tegen deze uitspraak stond geen hoger beroep open.