In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 13 november 2020 een beschikking gegeven in een familierechtelijke kwestie betreffende het gezag over twee minderjarige kinderen. De vader, vertegenwoordigd door mr. I.P.J. van den Heuvel-Beerens, heeft verzocht om samen met de moeder, vertegenwoordigd door mr. J.A. de Kroon-Comley, weer gezamenlijk met het gezag over de kinderen belast te worden. Dit verzoek is gedaan na een eerdere beschikking van 29 juni 2018, waarin de moeder alleen met het gezag over de kinderen werd belast. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders sinds begin 2019 weer in gesprek zijn en dat hun relatie is verbeterd, wat heeft geleid tot een betere omgang met de kinderen. De rechtbank heeft de gewijzigde omstandigheden erkend en besloten dat het in het belang van de kinderen is dat beide ouders weer gezamenlijk beslissingen kunnen nemen. De rechtbank heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze onmiddellijk van kracht is, ook als een van de ouders in hoger beroep gaat. De beschikking is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden binnen de gestelde termijn.