ECLI:NL:RBMNE:2020:4838

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 november 2020
Publicatiedatum
6 november 2020
Zaaknummer
C/16/509540 / KL ZA 20-264
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Intellectueel-eigendomsrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige publicaties en journalistieke verantwoordelijkheid in het stikstofdebat

In deze zaak vordert eiseres, een freelance onderzoeksjournalist, dat de vereniging Human, verantwoordelijk voor het programma Medialogica, een uitzending en bijbehorende publicaties verwijdert en rectificaties plaatst. De uitzending, die op 26 mei 2020 werd uitgezonden, behandelt de boerenprotesten en het stikstofdebat, waarbij eiseres aan het woord komt. Eiseres stelt dat de uitzending en de voorpublicaties in het Nederlands Dagblad en de VPRO gids onrechtmatig zijn, omdat deze haar werk als journalist negatief afschilderen door te stellen dat haar publicaties ontberen aan nuance en wederhoor. Human betwist deze claims en stelt dat zij haar redactionele vrijheid heeft gebruikt om misstanden aan de kaak te stellen. De voorzieningenrechter oordeelt dat eiseres een voldoende spoedeisend belang heeft, maar dat de uitzending niet onrechtmatig is. De rechter weegt de belangen van eiseres tegen die van Human en concludeert dat de uitingsvrijheid van Human zwaarder weegt. De vorderingen van eiseres worden afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Lelystad
zaaknummer / rolnummer: C/16/509540 / KL ZA 20-264
Vonnis in kort geding van 9 november 2020
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. J.T. Fuller en mr. M. Snel-de Kroon te Zwolle,
tegen
de vereniging
VERENIGING INVESTEER IN HUMAN,
gevestigd te Hilversum ,
gedaagde,
advocaat mr. A. Bekema en mr. G. Nühn te Haarlem.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Human genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 8 oktober 2020 met 23 producties
  • de conclusie van antwoord met 26 producties
  • de nagekomen producties 24a t/m 24d en 25 van [eiseres]
  • de mondelinge behandeling van 26 oktober 2020
  • de pleitnota van [eiseres]
  • de pleitnota van Human.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Waar gaat het om?

2.1.
Medialogica is een programma dat wordt uitgezonden door Human. In het programma wordt onderzocht hoe publieke opinie tot stand komt en hoe beeldvorming werkt en van invloed is op besluitvorming. Op 26 mei 2020 is een uitzending geweest van Medialogica (hierna: de uitzending) met als thema de boerenprotesten en het stikstofdebat, met de focus op de vraag hoe het charmeoffensief van de boeren kon omslaan in wantrouwen tegenover het RIVM, de overheid en de politiek. In dat kader is [eiseres] geïnterviewd.
2.2.
[eiseres] is freelance onderzoeksjournalist. Daarnaast verzorgt zij de communicatie voor [organisatie 1] ( [organisatie 1] ) en verzorgt zij de (eind)redactie van enkele agrarische publicaties. Zij is als onderzoeksjournalist werkzaam geweest voor onder andere [organisatie 2] en voor [organisatie 3] . In dat kader heeft [eiseres] onderzoek gedaan naar- en vraagtekens geplaatst bij de rekenmodellen die het RIVM gebruikt, en die ten grondslag liggen aan het stikstofbeleid van de overheid.
2.3.
In de uitzending komen verschillende mensen aan het woord die betrokken zijn bij het stikstofdebat, waaronder ook [eiseres] . De uitzending is nog steeds te zien via de website van Human.
2.4.
Voor de uitzending zijn twee vooraankondigingen van het programma gepubliceerd, namelijk in het Nederlands Dagblad (hierna: ND) op 25 mei 2020 en in de VPRO gids in week 21 van 2020.
In de vooraankondiging in het ND staat onder meer:
“(…)
Boeren koersten op ondermaatse journalistiek
Een deel van de landbouwjournalistiek in Nederland is ongenuanceerd en vraagt geen wederhoor. Toch koersen de boeren erop. Dat stelt mediaprogramma Medialogica dinsdagavond. Regisseur [A] : “We concentreren ons op het werk van [eiseres] over de uitstoot van ammoniak en stikstof, en de boerenprotesten van afgelopen najaar. Maar we hebben veel meer gevonden. Het ontbreken van nuance en wederhoor is een patroon”. (…) [eiseres] trok destijds de stikstofcijfers van het RIVM in twijfel, (…)”
In de VPRO gids staat onder andere:
“(…)
In ons onderzoek ontdekten we dat in publicaties van [eiseres] waar boeren hun kritiek op baseren, belangrijke nuanceringen en wederhoor ontbreken (…)”
2.5.
[eiseres] kan zich niet vinden in het beeld dat van haar is neergezet en vordert in deze procedure – kort gezegd – dat Human de reportage en het redactionele commentaar van 14 september 2020 verwijdert en verwijderd houdt van haar website en een verbod opgelegd krijgt op herhaling van de uitzending. [eiseres] vordert tevens een gebod tot inspanning aan de zijde van Human om de reportage van andere websites te laten verwijderen en dat Human rectificaties plaatst op haar website en laat plaatsen door het ND en de VPRO gids in de eerstvolgende uitgaven. Dit alles op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag met een maximum van € 25.000,- en met veroordeling van Human in de proceskosten en de nakosten.
2.6.
De vorderingen van [eiseres] zijn primair gebaseerd op het uitgangspunt dat de publicaties in hun geheel onrechtmatig zijn jegens [eiseres] en dat haar reputatie als onderzoeksjournalist hier schade van ondervindt. Dit omdat volgens [eiseres] in de publicaties gesteld wordt dat haar werk nuance en wederhoor ontbeert. Bovendien stelt [eiseres] niet gehoord te zijn voor de publicaties. Subsidiair, althans in het bijzonder gaat het om de volgende in de uitzending en voorpublicatie geuite beschuldigingen en onderdelen die om die reden in ieder geval verwijderd en gerectificeerd moeten worden volgens [eiseres] :
vooraankondiging en uitzending: “het onderzoek van [eiseres] ontbeert nuancering en wederhoor”;
fragment met de heer [B] (voormalig voorzitter Raad van Advies [organisatie 2] ): zijn kritiek op het Nieuwspoort rapport van het [organisatie 3] in samenwerking met [organisatie 2] en de rol die [eiseres] daarin heeft gespeeld;
fragment met de heer [C] : waarin volgens [eiseres] wordt gesteld dat er geen contact is geweest met het RIVM alvorens het Nieuwspoort rapport werd gepresenteerd;
e link die gelegd wordt tussen [eiseres] en de film “De trukendoos van het RIVM”;
fragment met [eiseres] : fragment dat [eiseres] zegt:
“goed zo boeren”in reactie op de vraag: “
wat dacht u ten u die boeren daar zo massaal zag staan en vragen om die data waar u al jarenlang de hand op probeerde te krijgen”.
2.7.
Human weerspreekt dat de uitzending onrechtmatig is. Zij benadrukt daarbij haar redactionele vrijheid en zij stelt dat zij [eiseres] fair in beeld heeft gebracht en de gelegenheid heeft gegeven tot wederhoor. Ook stelt Human gedegen onderzoek te hebben gedaan naar de feiten. Voor wat betreft de vooraankondigingen wijst Human erop dat die onder de journalistieke verantwoordelijkheid van de betreffende bladen vallen. De uitlatingen in deze vooraankondigingen die terecht aan één van de makers van Medialogica zijn toegeschreven zijn niet onrechtmatig, aldus Human. Zij concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres] , met veroordeling van [eiseres] in de proceskosten.

3.De beoordeling

Spoedeisend belang

3.1.
Gelet op de aard van de vorderingen en het voortdurend karakter van de gestelde onrechtmatige daad heeft [eiseres] een voldoende spoedeisend belang om in haar vorderingen in kort geding te worden ontvangen.
Het toetsingskader
3.2.
Als de vorderingen van [eiseres] worden toegewezen, is dat een beperking van de vrijheid van meningsuiting van Human (artikel 10 lid 1 EVRM). Dit recht kan volgens het tweede lid van dat artikel alleen worden beperkt als die beperking in de wet is geregeld en in een democratische samenleving nodig is. Van zo’n beperking is sprake als de publicaties onrechtmatig zijn (artikel 6:162 BW).
3.3.
Bij de beantwoording van de vraag of de publicaties onrechtmatig zijn, moeten twee belangrijke maatschappelijke belangen worden afgewogen. Aan de kant van [eiseres] het recht op eerbiediging van de eer en goede naam door niet lichtvaardig te worden neergezet als een journaliste die haar onderzoeken zonder nuance en wederhoor uitvoert en presenteert. Anderzijds het recht van Human om met haar programma publieke aandacht te kunnen vragen voor misstanden die de samenleving raken en kunnen blijven voortbestaan door gebrek aan bekendheid bij het grote publiek. Welke van deze belangen in dit geval zwaarder weegt, hangt af van alle relevante omstandigheden. De omstandigheden die tegen elkaar moeten worden afgewogen zijn onder andere:
aan de ene kant de aard van de publicaties en de ernst van de te verwachten gevolgen voor [eiseres] en aan de andere kant de ernst van de misstand die de publicaties aan de kaak willen stellen;
de mate waarin de verdenkingen op het moment van de publicaties steun vonden in het toen beschikbare feitenmateriaal;
de inkleding van de verdenkingen;
de mate van waarschijnlijkheid dat in het algemeen belang het nagestreefde doel langs andere – voor [eiseres] minder schadelijke – wegen met een redelijke kans op spoedig succes had kunnen worden bereikt;
de kans dat de informatie ook zonder de verweten publicaties in de publiciteit zou zijn gekomen.
De belangenafweging
3.4.
Beoordeeld moet worden of, gezien deze uitgangspunten, de inhoud van de uitlatingen zodanig van aard is dat de door [eiseres] aangevoerde bezwaren rechtvaardigen dat deze worden verwijderd en er rectificaties worden geplaatst. De voorzieningenrechter komt tot het oordeel dat dit niet het geval is. Dit oordeel wordt hierna toegelicht, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de uitzending en de voorpublicaties.
De uitzending
3.5.
[eiseres] stelt dat haar reputatie geweld wordt aangedaan doordat haar in de uitzending wordt verweten dat zij de journalistieke grondbeginselen niet in acht neemt door een gebrek aan wederhoor en aan nuance aan de dag te leggen. De voorzieningenrechter stelt voorop dat deze verwijten aan het adres van [eiseres] in de uitzending als zodanig niet voorkomen. Human heeft in dat verband aangevoerd dat zij met het programma Medialogica wel de bedoeling heeft onderwerpen kritisch aan de orde te stellen, maar dat zij dat doet door een onderwerp van verschillende kanten te belichten en door verschillende betrokken personen aan het woord te laten, waarna de kijker zelf conclusies kan trekken.
De voorzieningenrechter constateert dat door de manier waarop de uitzending is opgebouwd en gemonteerd, en de wijze waarop wordt ingezoomd op enkele specifieke details, de kijker aan de hand wordt genomen naar de conclusie dat [eiseres] nuanceringen weglaat (rondom haar kritiek op de meetpunten Wekerom en Vreedepeel) en wederhoor achterwege heeft gelaten (rondom de publicatie van rapporten).
De voorzieningenrechter komt tot de slotsom dat in dit kort geding niet aannemelijk is geworden dat de uitzending onrechtmatig is jegens [eiseres] . Dit oordeel wordt hierna aan de hand van de criteria i. tot en met v. (zie hiervoor in 3.3) toegelicht.
Ad i.
3.6.
Evident is dat [eiseres] in haar belang is geschaad door de uitzending en dat dit gevolgen heeft voor haar reputatie als journalist. Dit wordt als zodanig ook door Human niet betwist. Over de gevolgen is [eiseres] niet concreet geweest, zodat de voorzieningenrechter het ervoor houdt dat deze reputatieschade niet heeft geleid tot vermogensschade en/of concrete andere gevolgen voor haar carrière. Daar staat tegenover het belang van Human om een gesignaleerde misstand aan de kaak te kunnen stellen. Die misstand is, kort gezegd dat het wantrouwen jegens het RIVM mogelijk niet is gestoeld op gecontroleerde feiten en gedegen wetenschappelijk onderzoek. De programmamakers zijn in hun onderzoek gestuit op onderzoek dat [eiseres] heeft gedaan en projecten waaraan zij heeft meegewerkt en zij hebben dat betrokken in de reportage. Waar het publiek geconfronteerd wordt met onderzoeksrapporten waarmee twijfel wordt opgeworpen over door het RIVM en de overheid gepresenteerde cijfers, moet zij erop kunnen rekenen dat de informatie die zij krijgt volledig is. Dat klemt temeer als, zoals in dit geval, relevante informatie wordt weggelaten. In dat geval is sprake van een misstand, die met een zekere voortvarendheid in de publiciteit moet worden gebracht om het publiek te informeren. Aan het belang van Human komt daarom in deze afweging meer gewicht toe.
Ad ii.
3.7.
[eiseres] heeft meegewerkt aan een film van [D] en [E] met de naam: ‘De trukendoos van het RIVM’. De film is gemaakt in opdracht van het [organisatie 3] . Daarin komen de RIVM meetpunten aan bod.
[eiseres] heeft in 2018 samen met [F] een onderzoeksrapport gepubliceerd met als subtitel:
“de impact van een foutief geplaatst meetstation op het Nederlandse ammoniakbeleid”.Dit gaat over het meetpunt Vreedepeel dat te dicht bij een pluimveebedrijf is geplaatst. Het RIVM heeft in een reactie direct laten weten dat dit meetpunt niet meedoet in de berekening van het aandeel per sector in de stikstofdepositie (hierna: de depositieberekening). Dit is een belangrijk aspect van de boerenprotesten en de vraagtekens die zij zetten bij het aandeel van de stikstofuitstoot dat wordt toegeschreven aan de agrarische sector. Ook heeft het RIVM aangegeven dat zij voorafgaand aan publicatie van dit rapport door [eiseres] niet is benaderd voor informatie.
Het meetpunt Wekerom brengt [eiseres] onder de aandacht omdat dit meetpunt zich bevindt in de buurt van een rioolput en omdat daaruit ammoniakgas ontsnapt. Het Waterschap heeft laten weten dat dit incidenteel is en in zeer lage concentraties, maar deze nuance vermeldt [eiseres] niet. De put is gekneveld (wat betekent dat er alleen gas ontsnapt als het deksel voor onderhoud wordt geopend, of bij zeer warm weer, in beide gevallen in zeer lage concentraties). Ook voor dit meetpunt geldt dat het RIVM de gegevens hiervan (al sinds 2015) niet meeneemt in de depositieberekening.
[eiseres] neemt dus actief deel aan de discussie over de stikstofberekeningen van het RIVM. Zo geeft zij bij het opnieuw aanzwellen van de boerenprotesten op 9 oktober 2019 een interview in het radioprogramma EenVandaag bij het meetstation in Wekerom, naar aanleiding van de twijfels van de boeren met betrekking tot de stikstof depositieberekeningen van het RIVM. Zij benadrukt opnieuw de ammoniakgassen die uit de put ontsnappen, zonder daarbij te vermelden dat dit meetpunt bij die depositieberekeningen dus niet meedoet en zonder de nuance dat het gaat om incidentele gevallen en zeer lage concentraties.
In opdracht van het [organisatie 3] is onderzoek gedaan naar het aandeel van de landbouw in de stikstofdepositie. Op 20 februari 2020 worden de bevindingen van dit onderzoek (aangeduid als het Nieuwspoort rapport) gepresenteerd en [eiseres] is bij dit onderzoek en bij die presentatie betrokken geweest. Het rapport concludeert, kort gezegd dat het aandeel van de landbouw in stikstofuitstoot niet 46% is maar 25%. Op 2 maart 2020 werd echter via een persbericht te kennen gegeven dat dit niet klopt en dat het rapport werd teruggetrokken.
In de uitzending wordt [eiseres] gevraagd of de conclusies van het Nieuwpoort rapport vooraf waren gedeeld met het RIVM, waarop [eiseres] antwoordt dat dit het geval is geweest. Een woordvoerder van het RIVM geeft in de uitzending te kennen dat dit bij zijn weten niet is gebeurd. De persvoorlichter van het RIVM heeft kort voor de zitting per e-mail laten weten dat RIVM het Nieuwspoort rapport voorafgaand aan de publicatie niet heeft kunnen inzien.
3.8.
Gelet op het voorgaande kon Human op basis van haar bevindingen kiezen voor de invalshoek om in de uitzending de nadruk te leggen op ontbrekende nuances en op het ontbreken van wederhoor bij het RIVM voorafgaand aan publicaties. Of die verdenkingen achteraf (volledig) juist zullen blijken te zijn is daarbij niet doorslaggevend. Wat hierbij zwaarder meeweegt is dat die verdenkingen werden gesteund door de feiten op dat moment.
3.9.
De bezwaren die [eiseres] heeft gemaakt maken dit niet anders. [eiseres] heeft gesteld dat haar onderzoek naar de invloed van die meetpunten niet gericht was op de depositieberekeningen, zoals weergegeven in de uitzending door Human, maar op het overheidsbeleid inzake stikstof, waarbij deze meetpunten wél een rol spelen. Ook als dat zou kloppen is dat voor het rechtmatigheidsoordeel niet doorslaggevend. Het is immers [eiseres] zelf die, ook wanneer die depositieberekeningen en het boerenprotest wél het onderwerp van gesprek zijn, steeds die meetpunten onder de aandacht brengt, zonder daarbij te vermelden dat zij al weet dat de meetgegevens van die punten voor de berekening van het aandeel per sector in de stikstofdepositie geen deel uitmaken.
Daarnaast is het zo dat [eiseres] in de uitzending heeft erkend dat minder gelukkig was dat zij de nuancering van het Waterschap heeft weggelaten inzake het ontsnappen van ammoniakgas uit de put bij meetpunt Wekerom.
Het verwijt van [eiseres] dat Human onderzoek en publicaties aan haar toeschrijft waarvoor zij niet verantwoordelijk is vindt de voorzieningenrechter niet terecht. In de uitzending wordt steeds vermeld wie verantwoordelijk is voor welke publicatie. Bovendien is [eiseres] bij alle voorbeelden ontegenzeggelijk betrokken geweest, ook als zij zelf de eindredactie niet had.
Voor het door [eiseres] geuite verwijt dat haar geen ‘adequaat wederhoor’ is geboden geldt het volgende. Hoewel in het algemeen geldt dat het bieden van wederhoor door Human onderdeel is van haar in acht te nemen zorgvuldigheid, bestaat er geen absoluut recht op wederhoor. Bovendien staat vast dat [eiseres] ruim vier uur is geïnterviewd en haar zienswijze uit de doeken heeft kunnen doen. Human was niet gehouden om [eiseres] invloed toe te kennen op de inhoud van de uitzending. Weliswaar is [eiseres] het niet eens met de wijze waarop haar werk is gepresenteerd in de uitzending, maar dat maakt de uitzending en het op deze manier aan de kaak stellen van maatschappelijk actuele onderwerpen niet onrechtmatig.
iii.
3.10.
Zoals al aangegeven stelt de uitzending het onderwerp weliswaar kritisch aan de orde, maar gebeurt dit doordat verschillende betrokken personen aan het woord worden gelaten, waarna de kijker zelf conclusies kan trekken. Dat de uitzending onrechtmatig is door de inkleding is daarom niet aannemelijk gemaakt.
iv. en v.
3.11.
Of en hoe deze kwestie in de publiciteit had kunnen als Human de uitzending niet had gemaakt is niet gesteld of gebleken. Nu de voorzieningenrechter aannemelijk vindt dat de standpunten en bevindingen van [eiseres] een rol spelen in de beeldvorming rond het stikstofdebat en de boerenprotesten is het logisch dat Human [eiseres] heeft benaderd en geïnterviewd voor de uitzending. [eiseres] heeft daaraan haar medewerking verleend en niet gesteld of gebleken is dat het haar is belet om te zeggen wat zij wilde. Vervolgens heeft Human met gebruikmaking van haar redactionele vrijheid een uitzending tot stand gebracht.
Stand van zaken belangenafweging
3.12.
De belangenafweging valt uit in het voordeel van de uitingsvrijheid. Dat betekent dat de voorzieningenrechter de stelling dat de uitzending jegens [eiseres] onrechtmatig was niet onderschrijft. Ook de passages die [eiseres] als (in ieder geval) bezwarend heeft aangewezen (zie hiervoor in 2.6 a t/m e) zijn niet onrechtmatig. Voor die passages geldt, in aanvulling op het voorgaande, nog het volgende:
a.
ontbreken nuance en wederhoor
3.13.
De voorzieningenrechter constateerde hiervoor al dat deze verwijten aan het adres van [eiseres] in de uitzending niet expliciet worden gemaakt. Waar in de uitzending wel de nadruk op wordt gelegd is dat [eiseres] vaak naar buiten treedt in de media met een kritische blik op het Nederlandse landbouwbeleid en de totstandkoming van de berekeningen van het RIVM. Daarbij is ingezoomd op het aspect dat [eiseres] daarbij ook dingen onbesproken laat en dat het RIVM heeft laten weten vooraf niet in verschillende onderzoeksresultaten te zijn gekend.
b.
fragment [G]
3.14.
[eiseres] stelt dat de passages waarin de heer [G] (hierna: [G] ) kritiek levert op het Nieuwspoort rapport en de rol van [eiseres] daarin onrechtmatig zijn jegens haar omdat zij het rapport niet heeft samengesteld. In de uitzending geeft [G] echter geen kwalificaties over het werk van [eiseres] , maar zijn persoonlijke mening over de werkwijze van [organisatie 3] en de totstandkoming van het rapport. Verder geeft hij zijn beweegredenen voor zijn vertrek bij [organisatie 2] weer. Bovendien antwoordt [eiseres] desgevraagd over dit rapport: “Ik ben er ook nauw bij betrokken geweest, dus we hebben wel gewoon samen ernaar gekeken”.
c.
fragment [C]
3.15.
Met betrekking tot de passages van de heer [C] (hierna: [C] ) van het RIVM stelt [eiseres] dat de mededeling dat er geen contact is geweest tussen het RIVM en [eiseres] niet klopt. De voorzieningenrechter constateert dat [C] in de uitzending slechts aangeeft dat het onderzoeksrapport van het [organisatie 3] niet voor de presentatie daarvan met het RIVM is gedeeld en dat er naar zijn weten van tevoren alleen contact is geweest op ICT niveau. Dat en waarom dit onrechtmatig zou zijn jegens [eiseres] is, ook met de toelichting van [eiseres] , niet duidelijk geworden.
d.
film “De Trukendoos van het RIVM”
3.16.
In de uitzending wordt verder aandacht besteed aan de film “De Trukendoos van het RIVM”. [eiseres] stelt dat Human in de uitzending miskent dat zij niet de maker is van de film en dus ook niet verantwoordelijk voor wat daarin is gezegd of juist weggelaten. [eiseres] wordt in de uitzending niet gepresenteerd als maker van de film. De namen van de makers worden duidelijk weergegeven, zodat dit voor de kijker duidelijk is. Bovendien is de film wel in samenwerking met [eiseres] tot stand gekomen en vormt deze een illustratie van haar onderzoek. [eiseres] presenteert en deelt de film zelf, zodat de voorzieningenrechter [eiseres] niet volgt in haar stelling dat zij op onrechtmatige wijze verantwoordelijk wordt gehouden voor de film.
e.
Fragment “goed zo boeren”
3.17.
[eiseres] stelt dat dit fragment door de wijze van montage nuance mist en niet aansluit bij de vraag die haar is gesteld in de reportage. Als zij was bevraagd over de uitlatingen van de boeren, dan zou zij daar afstand van hebben genomen, zo stelt zij.
Het transcript van het interview rondom dit fragment is overgelegd. Daarin staat onder meer:
Interviewer (I):
Wat dacht u toen u die boeren daar massaal zag staan en vragen om die data waar u al jarenlang de hand op probeerde te krijgen?
[eiseres] ( [.] ):
Ja, op deze data waren we pas recent mee bezig. Maar ik weet van meer mensen voor mij. En wij hadden ook al eerder gezegd, die modellen en zo moeten in de openbaarheid. Ik dacht goed zo boeren! Goed zo boeren!
I:
Ja, want eigenlijk gingen zij dat even voor u halen.
[eiseres] :
Ik vond dat wel heel. Heel stoer dat zij dat deden.
I:
wat mij opviel is dat er daar op dat podium door bepaalde mensen een bepaalde toon wordt gehanteerd (..) hoe kijkt u daarnaar?
[eiseres] :
Ik vind er eigenlijk weinig van. Ik zie het wel hoor en wat voor effect het heeft en wat voor effect het niet heeft maar ik vind dat elke boerenorganisatie zijn eigen koers moet kiezen. Dat is gewoon niet aan mij. Ik wil gewoon die cijfers. Ik wil weten wat de overheid van plan is.
De voorzieningenrechter stelt vast dat [eiseres] wel is gevraagd naar de uitlatingen van de boeren, en dat zij in haar reactie daarvan geen afstand heeft genomen. Welke nuance dan ontbreekt is niet duidelijk.
3.18.
Ook de passages die [eiseres] heeft aangewezen doorstaan de toets van de belangenafweging. Tot slot is nog van belang dat Human [eiseres] al tegemoet is gekomen door op de website een redactioneel commentaar te plaatsen. Daarin staat:
“Redactie Medialogica
In de uitzending van 26 mei 2020 over het Boerenprotest is onder meer gekeken naar het werk van onderzoeksjournalist [eiseres] , meer specifiek haar onderzoek naar de betrouwbaarheid van meetpunten en berekeningen van het RIVM in het stikstofdossier. Dit onderzoek is volgens de redactie een belangrijke factor geweest in de beeldvorming rondom het RIVM en het stikstofdebat. De uitzending zoomt in op verschillende publicaties, waar het onderzoek van [eiseres] onderdeel van uitmaakt. [eiseres] is van mening dat de publicaties waar in het programma naar wordt verwezen, niet als haar publicaties kunnen worden aangemerkt maar publicatie van derden betreffen. In voorpublicaties in de VPRO Gids en het Nederlands Dagblad zijn citaten van de maaksters van de uitzending opgenomen, waarbij zij aangeven dat publicaties van [eiseres] zijn gevonden waarin nuanceringen en wederhoor ontbreken. De eindredactie benadrukt dat dit niet alle publicaties van [eiseres] betreft. Het gaat om een aantal media-uitingen die in het kader van het stikstofdebat voor de uitzending zijn onderzocht. Hoewel het onderzoek van [eiseres] daarin een voorname rol speelt, zijn de uitingen niet enkel het werk van [eiseres] .”
Voor zover kijkers door de inkleuring vooraf door de voorpublicaties, in combinatie met de uitzending, de indruk hadden gekregen dat het volledige werk van [eiseres] nuancering en wederhoor mist, is dat daarmee rechtgezet.
De vooraankondigingen
3.19.
[eiseres] heeft bezwaar tegen de voorpublicaties in het ND en de VPRO gids omdat zij zichzelf en haar werk niet herkent in de wijze waarop de uitzending is aangekondigd. De voorzieningenrechter stelt voorop dat de journalistieke verantwoordelijkheid van de vooraankondigingen ligt bij het ND en de VPRO gids. Dat betekent dat uitlatingen daarin die niet uit de mond van de makers van Medialogica zijn opgetekend niet aan hen (en dus niet aan Human) kunnen worden verweten. Als [eiseres] de rechtmatigheid van deze publicaties (als geheel) in rechte wil toetsen moet zij de partijen oproepen die voor die publicatie verantwoordelijk zijn en dat is niet Human. Wat [eiseres] in deze procedure wel aan de orde kan stellen zijn de citaten in deze publicaties voor zover die terecht zijn toegeschreven aan de makers van de uitzending. De voorzieningenrechter oordeelt dat deze citaten niet onrechtmatig zijn jegens [eiseres] .
3.20.
Het gaat om het volgende citaat in de vooraankondiging van ND:
Regisseur [A] : “We concentreren ons op het werk van [eiseres] over de uitstoot van ammoniak en stikstof, en de boerenprotesten van afgelopen najaar. Maar we hebben veel meer gevonden. Het ontbreken van nuance en wederhoor is een patroon”In de VPRO gids gaat het om het citaat: “
In ons onderzoek ontdekten we dat in publicaties van [eiseres] waar boeren hun kritiek op baseren, belangrijke nuanceringen en wederhoor ontbreken”.
Het gaat hier om de eigen opvattingen van de programmamaakster, die zij desgevraagd aan de journalist heeft kenbaar gemaakt. Dat zegt iets over de invalshoek van de uitzending. Deze uitlating is niet onrechtmatig omdat uit het voorgaande blijkt dat die opvatting voldoende steun vindt in de bevindingen van het onderzoek.
Conclusie
3.21.
De voorzieningenrechter concludeert na afweging van de wederzijdse belangen dat het niet aannemelijk is dat een bodemrechter – later oordelende – zal beslissen dat de publicaties onrechtmatig zijn tegenover [eiseres] . De vorderingen van [eiseres] zullen daarom worden afgewezen.
3.22.
[eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Human worden begroot op:
- griffierecht € 304,00
- salaris advocaat €
980,00
Totaal € 1.284,00
3.23.
De nakosten zullen worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter
4.1.
wijst de vorderingen af,
4.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van Human tot op heden begroot op € 1.284,00,
4.3.
veroordeelt [eiseres] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eiseres] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
4.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.C. Burgers en in het openbaar uitgesproken op 9 november 2020.