ECLI:NL:RBMNE:2020:4821
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake last onder dwangsom voor het verwijderen van een illegale kelder met hennepplantage
Op 4 november 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster, eigenaar van een woning, een voorlopige voorziening vroeg tegen een last onder dwangsom van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gooise Meren. De last hield in dat verzoekster een illegale kelder, waarin een hennepplantage was aangetroffen, diende te verwijderen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de zaak spoedeisend was, omdat verzoekster de kelder snel moest verwijderen. De rechter maakte een voorlopige beoordeling van de kans van slagen van het bezwaarschrift van verzoekster en concludeerde dat er geen reden was om de last onder dwangsom te schorsen.
De voorzieningenrechter overwoog dat verzoekster als overtreder kan worden aangemerkt, omdat zij eigenaar was van de woning toen de kelder werd gebouwd. Ondanks verzoeksters financiële situatie, was het aan haar om de overtreding te beëindigen. De rechter oordeelde dat de begunstigingstermijn van ruim 13 weken, die was verlengd na het verzoek om voorlopige voorziening, redelijk was en voldoende tijd bood om de kelder te verwijderen. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat het belang van de gemeente bij handhaving zwaarder woog dan het belang van verzoekster bij uitstel.
De voorzieningenrechter concludeerde dat de hoogte van de dwangsom van € 10.600,- per week, met een maximum van € 106.000,-, in redelijke verhouding stond tot de ernst van de overtreding. De rechter achtte het bezwaarschrift van verzoekster weinig kansrijk en verwachtte dat het besluit in stand zou blijven. De uitspraak werd in het openbaar gedaan, en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.