ECLI:NL:RBMNE:2020:4816

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 november 2020
Publicatiedatum
6 november 2020
Zaaknummer
16/115162-20 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstallen vanuit schuurtjes met DNA-bewijs en modus operandi

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 6 november 2020, is de verdachte veroordeeld voor meerdere diefstallen uit schuurtjes in de periode van oktober tot november 2018. De rechtbank heeft vastgesteld dat het DNA van de verdachte is aangetroffen op een sigarettenpeuk in een van de schuurtjes, wat in combinatie met de aanwezigheid van een witte Seat nabij een inbraak en de modus operandi van de verdachte voldoende bewijs opleverde voor de diefstallen. De verdachte ontkende de feiten en stelde dat hij de aangetroffen goederen legaal had verkregen, maar zijn verklaring werd door de rechtbank als ongeloofwaardig beschouwd. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor vijf diefstallen, waarvan één met inklimming en één met braak, en voor het bezit van verboden wapens en munitie. De straf is vastgesteld op zes maanden gevangenisstraf, waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast is de verdachte verplicht om schadevergoeding te betalen aan de slachtoffers van de diefstallen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/115162-20 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 6 november 2020
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1987] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 23 oktober 2020.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. C. Goedegebuure en van hetgeen verdachte naar voren heeft gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt erop neer dat verdachte:
feit 1
op 12 oktober 2018 te [woonplaats] uit een schuur gelegen aan de [adres] een hoeveelheid gereedschap en/of een vishengel heeft gestolen door middel van braak en/of inklimming;
feit 2
op 22 oktober 2018 te [woonplaats] uit een schuur gelegen aan de [adres] een kettingzaag heeft gestolen en uit een schuur gelegen aan de [adres] een hoeveelheid gereedschap en/of een fiets heeft gestolen, telkens door middel van braak en/of inklimming.
feit 3
op 3 november 2018 te [woonplaats] uit een schuur gelegen aan de [adres] een hoeveelheid gereedschap en/of een stofzuiger en/of een tas (merk Makita) heeft gestolen en uit een schuur gelegen aan [adres] een hoeveelheid gereedschap en/of vishengels heeft gestolen, telkens door middel van braak en/of inklimming;
feit 4
op 9 november 2018 te Emmeloord een prijzentang heeft gestolen;
feit 5 primair
in de periode van 26 juli 2017 tot en met 27 juli 2017 te Emmeloord uit een bedrijfswagen een hoeveelheid gereedschap heeft gestolen door middel van braak en/of inklimming;
feit 5 subsidiair
op 21 januari 2019 te Emmeloord zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen van gereedschap;
feit 6 primair
in de periode van 15 november 2018 tot en met 16 november 2018 te [woonplaats] uit een schuur gelegen aan de [adres] , vishengels heeft gestolen door middel van braak en/of inklimming.
feit 6 subsidiair
op 21 januari 2019 te Emmeloord zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen van vishengels;
feit7
op 21 januari 2019 te Emmeloord een gasdrukpistool, gelijkend op een pistool, voorhanden heeft gehad;
feit 8
op 21 januari 2019 te Emmeloord munitie, te weten 4 scherpe patronen, voorhanden heeft gehad;
feit 9
op 21 januari 2019 te Emmeloord een valmes voorhanden heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen. Ten aanzien van de feiten 5 en 6 heeft de officier van justitie vrijspraak gevorderd van de primair ten laste gelegde diefstal en bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde witwassen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdachte heeft de onder 4, 7, 8 en 9 ten laste gelegde feiten bekend. Verdachte heeft de ten laste gelegde feiten onder 1, 2, 3, 5 en 6 ontkend en heeft aangevoerd dat hij de rechtmatige eigenaar is van alle goederen die in de tenlastelegging worden genoemd.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak feit 2 en feit 5
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 2 en feit 5 ten laste gelegde heeft begaan en zal verdachte hiervan vrijspreken.
Feit 4
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het ten laste gelegde feit bekend en geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 23 oktober 2020;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 12 november 2018, genummerd PL0900-2018326039-1, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 193 e.v.;
Feit 7
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het ten laste gelegde feit bekend en geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 23 oktober 2020;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 8 februari 2019, genummerd PL0900-2019021409-9, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 223 e.v.;
Feit 8
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het ten laste gelegde feit bekend en geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 23 oktober 2020;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 8 februari 2019, genummerd PL0900-2019021409-9, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 223 e.v.;
Feit 9
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het ten laste gelegde feit bekend en geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 23 oktober 2020;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen, genummerd PL0900-2019021409-2, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 213 e.v..
Bewijsmiddelen [1]
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1
1. Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] waarin zakelijk weergegeven het volgende staat:
Tussen vrijdag 12 oktober 2018 om 18:00 uur en zaterdag 13 oktober 2018 om 9:00 uur is er ingebroken in mijn schuur aan de [adres] te [woonplaats] . Daarbij zijn drie stuks gereedschap en een werphengel en een molen gestolen. Ik heb in mijn schuur een sigarettenpeuk gevonden. [2]
2) Het proces-verbaal van bevindingen waarin verbalisant [verbalisant 1] heeft gerelateerd dat hij de door aangever gevonden sigarettenpeuk voor sporenonderzoek in beslag heeft genomen en de bijbehorende kennisgeving van inbeslagname met goednummer PL0900-2018300727-2287606. [3]
3) Het proces-verbaal van biologisch vooronderzoek, waarin verbalisant [verbalisant 2] het volgende heeft gerelateerd:
In verband met een diefstal uit een schuur te Emmeloord in de gemeente Noordoostpolder tussen 12 oktober 2018 te 18:00 uur en 13 oktober 2018 te 09:00 uur werd door mij, als DNA-vooronderzoeker i.o., een forensisch onderzoek verricht naar biologische sporen aan onderstaande sporendrager.
Goednummer: PL0900-2018300727-2287606
Object: Rookwaar (Sigaretten)
Ik heb de sigarettenpeuk in zijn geheel oververpakt in een papieren zak, gewaarmerkt met SIN AAMF7311NL en verzegeld. Het spoor wordt ingestuurd naar het Nederlands Forensisch Instituut. [4]
4) Het NFI rapport opgesteld door R.E.J. van Wijk van 21 december 2018 waarin, zakelijk weergegeven, het volgende staat vermeld:
Van speeksel van het sporenmateriaal met SIN: AAMF7311NL is een DNA profiel verkregen dat is vergeleken met profielen in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken. Er is een match gevonden met het DNA profiel verkregen uit een referentiemonster wangslijmvlies van verdachte. De matchkans is kleiner dan één op één miljard. [5]
5) Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming waarin verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] het volgende, zakelijk weergegeven, hebben gerelateerd:
Doorzoeking ter inbeslagneming in de woning aan de [adres] te [woonplaats] .
Tijdens de doorzoeking werd het volgende in beslag genomen:
Goednummer: 2345303 Hengel Pulsar Ultimate met molen. [6]
6) Het proces-verbaal van bevindingen waarin verbalisant [verbalisant 3] het volgende, zakelijk weergegeven, heeft gerelateerd:
Ik heb gisteravond aan de aangever [aangever 1] de inbeslaggenomen goederen getoond. De aangever herkende de gestolen hengel met molen van zijn zoontje, De hengel is aan de aangever meegegeven. [7]
7) Een geschrift, te weten een Bewijs van ontvangst ontvangen van politie, waarin [aangever 1] verklaart op 23 januari 2019 uit handen van de politie te Emmeloord te hebben ontvangen PLO900-2018300727-2345303, visartikel (hengel), merk Pulsar Ultimate. [8]
Bewijsoverweging met betrekking tot feit 1
In het schuurtje van aangever, de plaats van het delict, is na de diefstal een sigarettenpeuk gevonden met daarop een DNA profiel dat matcht met het profiel van verdachte. Een gestolen vishengel is later bij een huiszoeking bij verdachte aangetroffen en inbeslaggenomen. Het DNA spoor brengt verdachte in verband met een op de plaats van het delict gevonden voorwerp, terwijl een deel van de buit later bij hem is aangetroffen. Deze twee losstaande feiten zijn redengevend voor het bewijs van verdachtes daderschap van de diefstal uit de schuur, terwijl door verdachte geen aannemelijke en/of voor verificatie vatbare verklaring is afgelegd waardoor die redengevendheid wordt ontzenuwd. De ten laste gelegde braak en/of verbreking vindt geen ondersteuning in het dossier. Verdachte wordt daarvoor vrijgesproken.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 3
8) Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] waarin het volgende, zakelijk weergegeven, wordt verklaard:
Ik doe aangifte van een incident dat plaatsvond op de [adres] te [woonplaats] , binnen de gemeente Fryske Marren op zaterdag 3 november 2018. Vandaag, 3 november 2018, omstreeks 20:45 uur heb ik de schuttingdeur afgesloten met de schuif op de deur. Vanaf de zijde van de steeg is het onmogelijk om de schuif van de deur te halen. Via de steeg is het wel eenvoudig om over de schutting heen te klimmen. Omstreeks 22:40 uur liep ik richting de schuttingdeur, ik zag dat deze open stond. Ik zag dat er gereedschap vanaf de werkbank mistte. Ik mis meerdere gereedschappen. Ik zag dat mijn stofzuiger, van het merk Festool, miste. [9]
9) Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming waarin verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] het volgende, zakelijk weergegeven, hebben gerelateerd:
Doorzoeking ter inbeslagneming in de woning aan de [adres] te [woonplaats] .
Tijdens de doorzoeking werd het volgende in beslag genomen:
Goednummer: 2345100 Gereedschappen tas Makita [10]
10) In het proces-verbaal van bevindingen heeft verbalisant [verbalisant 3] zakelijk weergegeven het volgende gerelateerd:
Tijdens het onderzoek naar de aangetroffen goederen werd er een blauwe Makita tas aangetroffen. Betrokkene [aangever 2] is verzocht om naar de aangetroffen goederen te komen kijken. Aan de getuige werd de tas getoond waarop hij hem bekeken heeft en hij aangaf dat hij voor 99% zeker weet dat dit zijn tas is. Dit zag hij aan het weer in de bekleding van de tas. [11]
11) Verdachte heeft op de terechtzitting van 23 oktober 2020 onder meer het volgende verklaard:
Ik rijd in een witte Seat.
12) Het proces-verbaal van bevindingen waarin verbalisant [verbalisant 6] het volgende heeft gerelateerd:
Op zondag 11 november 2018 heb ik gesproken met [aangever 2] . Ik hoorde hem toen ook zeggen dat er mogelijk een witte Seat Ibiza betrokken kon zijn bij de inbraak. Dinsdag 22 januari heb ik telefonisch contact opgenomen met [aangever 2] . Ik vroeg [aangever 2] wat hij mij kon vertellen over de witte Seat Ibiza waar hij op 11 november 2018 over sprak. Ik hoorde hem zeggen dat hij in gesprek was gekomen met dorpsgenoot [A] , woonachtig op het adres [adres] te [woonplaats] . Deze had hem verteld dat hij de avond van de inbraak zijn hond aan het uitlaten was en dat hij meerdere keren een witte Seat Ibiza voorzien van een Nederlands kenteken door de straat zag rijden. Tevens had hij [aangever 2] verteld dat hij had gezien dat deze auto meerdere keren in de straat keerde en weer terug reed. [12]
13)
Het proces-verbaal van aangifte van[aangever 3] waarin hij zakelijk weergegeven het volgende heeft verklaard:
Ik doe aangifte van een incident dat plaatsvond op [adres] in [woonplaats] , gemeente De Fryske Marren tussen zaterdag 3 november 2018 om 18:00 uur en dinsdag 6 november 2018 om 17:15 uur. Op dinsdag 6 november 2018 liep ik de schuur binnen. Hierna keek ik naar de stellage waar ik mijn visspullen bewaar en ik zag dat deze er niet waren. Bij de schuur zag ik dat één van de metalen ringen waar het hangslot doorheen gaat weg was. De plank waar deze ring in zat was ook afgebroken. Ik zag dat de metalen ring die aan het kozijn vast zat weg was. Hierna keek ik in de schuur. Ik opende de kast en zag dat mijn gereedschap weg was.
Lijst met vermiste goederen:
Shimano Tribal TX-2 | Karperhengel
Penn Affinity LTD 7000 - Karpermolen - Big PitHouten slingers
FOX WARRIOR S | KARPERHENGEL [13]
14) Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming waarin verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] het volgende, zakelijk weergegeven, hebben gerelateerd:
Doorzoeking ter inbeslagneming in de woning aan de [adres] te [woonplaats] .
Tijdens de doorzoeking werd het volgende in beslag genomen:
Goednummer: 2345290 Hengels 2x Shimano in zwarte hoes
Goednummer: 2345365 Hengel Shimano met molen [14]
15) Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 7] waarin zakelijk weergegeven het volgende is gerelateerd:
Na het tonen van alle goederen herkende aangever Deinum volgende goederen als zijn eigendom:
Vishengel Shimano Tribal TX-2 specimen.
Vishengel Penn Affinity LTD 7000 - karpermolen, big pithouten slingers.
Vishengel Shimano (Tx2 FOX Warrior) karperhengel.
De Shimano en Penn Affinity horen bij elkaar en zijn geregistreerd onder goednummer:
2345290
De vishengel Shimano (Tx2 FOX warrior) onder goednummer: 2345365 [15]
Bewijsoverweging met betrekking tot feit 3
De rechtbank stelt vast dat de bij de plaats van het delict waargenomen witte Seat, noch het aantreffen van een deel van de buit bij verdachte, afzonderlijk een bewezenverklaring kunnen schragen. Echter, wanneer deze bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang worden beschouwd dragen deze ondubbelzinnig bij aan het bewijsoordeel dat het verdachte is geweest die het ten laste gelegde feit heeft begaan. Verdachte was in het bezit van een deel van de gestolen goederen, en kan door de waargenomen witte Seat op de plaats delict worden geplaatst ten tijde van de diefstallen. Hierbij komt dat de diefstallen plaatsvonden in dezelfde periode als die onder 1 zijn ten laste gelegd (drie weken later). Ook ten aanzien van de verdenkingen onder 3 is door verdachte geen aannemelijke en/of voor verificatie vatbare verklaring afgelegd die een en ander ontzenuwt.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 6
16) Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 4] waarin, zakelijk weergegeven, het volgende is verklaard:
Ik doen aangifte en verklaar het volgende over het incident dat plaatsvond op de [adres] , [woonplaats] , binnen de gemeente Zwartewaterland tussen donderdag 15 november 2018 om 18:00 uur en vrijdag 16 november 2018 om 12:35 uur. Op 16 november deed ik de deur van mijn schuur open. Ik zag dat er een vishengel weg was. Dit was een rode Silstar karperhengel met een grijze molen.
Bijlage goederen
Visartikel (Hengel)
Merk Silstar
Kleur rood
Bijzonderheden grijze molen
Visartikel (Hengel)
Strand hengel [16]
17) Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming waarin verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] het volgende, zakelijk weergegeven, hebben gerelateerd:
Goednummer: 2345272 Hengel Sil Star
Goednummer: 2345259 Hengel Pulsar met molen [17]
18) Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 8] waarin, zakelijk weergegeven, het volgende wordt gerelateerd:
Betrokkene [aangever 4] verklaarde:
U toont mij nu een aantal gereedschappen. Ik herken uit deze gereedschappen de volgende goederen die mijn eigendom zijn.
Ik zag dat betrokkene [aangever 4] bij het zien van de meerdere vishengels spontaan en zeer overtuigend sprak:
daar zijn mijn twee hengelsen hij pakte deze ook vast. Hij herkent de twee hengels vol overtuiging. Dit waren gebruikte hengels. De rode hengel was van het merk Silstar. Hij verklaarde hierbij dat deze hengel ongeveer 20 jaar oud is, dat er drie haakjes aan zaten om meerval mee te vissen. Hij verklaarde:
de lichte beschadigingen herken ik voor 100 % aan deze hengel, ook herken ik deze aan de grijze molen.
De andere hengel was van het merk Pulsar Beach. Over deze hengel verklaarde hij dat het een strandhengel is en hij zei:
ik herken deze aan de twee gele klitten bandjes, ook de lichte beschadigingen herken ik, deze hengel is ongeveer 15 jaar.
Goederen:
PL0900-2018300727-2345259, speelgoed/sportartikelen, visartikel (Hengel), Pulsar Beach
PL0900-2018300727-2345272, speelgoed/sportartikelen, visartikel (Hengel), Silstar Carp 3514330.
Bewijsoverweging met betrekking tot feit 6
De modus operandi van de diefstallen onder 1 en 3 komt overeen met de modus operandi van de diefstal in Genemuiden. Namelijk de diefstal van gereedschappen en vishengels uit een schuur achter een woning. De diefstal in Genemuiden vond plaats minder dan twee weken na de diefstallen in Balk (feit 3). Ook in deze zaak is een deel van de buit bij verdachte aangetroffen. De verklaring van verdachte, dat hij alle 28 hengels die bij hem thuis zijn aangetroffen alsmede al het gereedschap zelf zou hebben gekocht, acht de rechtbank niet geloofwaardig. Hiervoor is de hoeveelheid hengels te groot. Dit alles in onderling verband en nauwe samenhang bezien, acht de rechtbank bewezen dat verdachte ook het onder 6 primair ten laste gelegde feit heeft begaan.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Feit 1
omstreeks 12 oktober 2018 te [woonplaats] , gemeente Noordoostpolder, uit een schuur gelegen aan de [adres] een hoeveelheid gereedschap en een vishengel die geheel aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Feit 3
op meerdere tijdstippen omstreeks 3 november 2018 te Balk, gemeente De Fryske Marren, heeft weggenomen, telkens met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
- uit een schuur gelegen aan de [adres] een hoeveelheid gereedschap en een stofzuiger en een tas (merk Makita) die geheel aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 2] , terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming;
en
- uit een schuur gelegen aan [adres] een hoeveelheid gereedschap en meerdere vishengels die geheel aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 3] , terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
Feit 4
op 9 november 2018 te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder, een prijzentang die geheel aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Feit 6 primair
in de periode van 15 november 2018 tot en met 16 november 2018 te [woonplaats] , gemeente Zwartewaterland, uit een schuur gelegen aan de [straat] , 27 meerdere vishengels die geheel aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 4] , heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Feit 7
op 21 januari 2019 te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder, een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een gasdrukpistool, gelijkend op een pistool merk ASG, model CZ 75 D Compact, kaliber 4,5mm BB, voorhanden heeft gehad;
Feit 8
op 21 januari 2019 te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder, munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 4 scherpe patronen, soort Springfield, merk AI, van het kaliber .30-06, voorhanden heeft gehad;
Feit 9
op 21 januari 2019 te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder, een wapen van categorie I, onder 1° van de Wet wapens en munitie, te weten een valmes, voorhanden heeft gehad;
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen primair meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1
diefstal;
Feit 3
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming;
en
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
Feit 4
diefstal;
Feit 6 primair
diefstal;
Feit 7
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
Feit 8
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
Feit 9
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan een gedeelte van vier maanden voorwaardelijk.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdachte verzoekt de rechtbank om te volstaan met de oplegging van een taakstraf dan wel een geldboete. Een gevangenisstraf zou zijn gezin kapot maken.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich binnen een korte periode schuldig gemaakt aan een reeks diefstallen, merendeels uit schuren bij woningen. Hierbij zijn diverse keren vishengels en gereedschap door verdachte gestolen. Een deel van deze diefstallen ging gepaard met braak dan wel inklimming. Uit verdachtes handelen spreekt minachting voor andermans eigendom. Verdachte heeft zich niets aangetrokken van de belangen van de slachtoffers. Dergelijke diefstallen veroorzaken naast veel overlast en schade voor de slachtoffers ook gevoelens van onveiligheid in de samenleving.
Bij een doorzoeking in de woning van verdachte zijn daarnaast diverse wapens aangetroffen waaronder een gasdrukpistool, een nabootsing van een vuurwapen. Verdachte heeft hiermee bijgedragen aan het ongecontroleerde bezit van nepvuurwapens. Dergelijke wapens zijn in de regel geschikt voor bedreiging, zodat het bezit van dergelijke wapens een vervelend strafbaar feit oplevert.
Verdachte heeft slechts voor een deel van de feiten die bewezen zijn verklaard, zijn verantwoordelijkheid genomen. Gelet op de hoeveelheid strafbare feiten en de ernst van de feiten neemt de rechtbank een gevangenisstraf als uitgangspunt in deze zaak.
Uit het Uittreksel Justitiële Documentatie blijkt dat verdachte in 2017 reeds een strafbeschikking opgelegd heeft gekregen voor een diefstal. Daarnaast is verdachte in 2010 meermalen veroordeeld voor vermogensdelicten. Ten aanzien van de persoon van verdachte is op 9 oktober 2020 een reclasseringsrapport opgesteld door reclasseringswerker M. Broekstra. De reclassering adviseert een straf zonder bijzondere voorwaarden. Mede gelet op de deels ontkennende houding van verdachte heeft de reclassering geen verbanden kunnen leggen tussen eventuele problemen op leefgebieden en de onderhavige feiten.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat het momenteel goed met hem gaat. Verdachte heeft een baan, een woning, is momenteel schuldenvrij en gebruikt geen drugs. De rechtbank stelt vast dat verdachte driemaal eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten, maar dat hij sinds onderhavige feiten niet meer in aanraking is gekomen met justitie. Om verdachte ervan te weerhouden wederom (dergelijke) strafbare feiten te plegen, zal de rechtbank een fors deel van de straf voorwaardelijk opleggen.
De rechtbank acht alles overwegende een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden passend en geboden. De rechtbank zal hiervan vier maanden voorwaardelijk opleggen en daaraan een proeftijd van drie jaren verbinden.

9.BESLAG

Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
  • nabootsing vuurwapen, merk AG, type CZ 75 D COMPACT ( PL0900-2019021409-G2344405)
  • valmes, merk MICOTECH (PL0900-2019021409-G2344407)
  • munitie Patronen, merk AI, type .30-06 Springfield (PL0900-2019021409-G2344408)
onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
Met betrekking tot deze voorwerpen zijn de onder 7, 8 en 9 bewezen verklaarde feiten begaan.
De rechtbank zal met betrekking tot de overige inbeslaggenomen goederen, zoals vermeld op de beslaglijst met als titel Beslaglijst [verdachte] , de teruggave gelasten van deze goederen aan degenen die redelijkerwijs als rechthebbenden van deze voorwerpen kunnen worden aangemerkt.

10.BENADEELDE PARTIJEN

Benadeelde partij [aangever 1]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 150,00. Dit bedrag bestaat uit materiele schade ten gevolge van het aan verdachte onder 1 ten laste gelegde feit.
Benadeelde partij [benadeelde 2]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 100,00. Dit bedrag bestaat uit materiele schade ten gevolge van het aan verdachte onder 2 ten laste gelegde feit.
Benadeelde partij [aangever 4]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 330,09. Dit bedrag bestaat uit materiele schade ten gevolge van het aan verdachte onder 6 ten laste gelegde feit.
10.1
Het standpunt van de officier van justitieDe officier van justitie heeft gevorderd dat de vorderingen van benadeelde partijen
[aangever 1] , [benadeelde 2] en [aangever 4] worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
10.2
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft zich verzet tegen toewijzing van de vorderingen omdat hij de ten laste gelegde feiten niet heeft begaan.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Benadeelde partij [aangever 1]
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 1 bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op € 150,00 en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 12 oktober 2018 tot de dag van volledige betaling. Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [aangever 1] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 150,00 te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 12 oktober 2018 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met drie dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft. De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 1] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Benadeelde partij [benadeelde 2]
De rechtbank zal de benadeelde partij [benadeelde 2] niet-ontvankelijk verklaren in de vordering nu verdachte wordt vrijgesproken van de ten laste gelegde diefstal. De benadeelde partij kan de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Benadeelde partij [aangever 4]
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 6 bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op € 330,09 en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 15 november 2018 tot de dag van volledige betaling. Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [aangever 4] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 330,09, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 15 november 2018 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met zes dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 4] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij. Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 36f, 57, 310, 311 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 13, 26, 55 van de Wet wapens en munitie;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder feit 2 en 5 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;

Bewezenverklaring

- verklaart het onder feit 1, 3, 4, 6 primair, 7, 8 en 9 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder feit 1, 3, 4, 6 primair, 7, 8 en 9 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;

Strafbaarheid

- verklaart het onder feit 1, 3, 4, 6 primair, 7, 8 en 9 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;

Oplegging straf

- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van zes (6) maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van vier (4) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van drie (3) jaren vast;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;

Beslag

- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
  • nabootsing vuurwapen, merk AG, type CZ 75 D COMPACT ( PL0900-2019021409-G2344405);
  • valmes, merk MICOTECH (PL0900-2019021409-G2344407);
  • munitie Patronen, merk AI, type .30-06 Springfield (PL0900-2019021409-G2344408);
- gelast de teruggave aan de rechthebbenden van de goederen genoemd op de beslaglijst met als titel Beslaglijst [verdachte] , met uitzondering van de goederen die zijn onttrokken aan het verkeer;
Benadeelde partij [aangever 1]
  • wijst de vordering van [aangever 1] toe tot een bedrag van € 150,00;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [aangever 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2018 tot de dag van volledige betaling;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [aangever 1] aan de Staat € 150,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2018 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met drie dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [benadeelde 2]
  • verklaart [benadeelde 2] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt [benadeelde 2] in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [aangever 4]
  • wijst de vordering van [aangever 4] toe tot een bedrag van € 330,09;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [aangever 4] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 november 2018 tot de dag van volledige betaling;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [aangever 4] aan de Staat € 330,09 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 november 2018 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met zes dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
Dit vonnis is gewezen door mr. H.B.W. Beekman, voorzitter, mrs. A.W.M. van Hoof en A.M. Loots, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.M. van Jole- Harmsen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 6 november 2020.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 12 oktober 2018 te [woonplaats] , gemeente Noordoostpolder uit/vanaf een schuur gelegen aan de [adres] , een (grote) hoeveelheid gereedschap en/of een vishengel, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
2
hij op één of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 22 oktober 2018 te [woonplaats] , gemeente Noordoostpolder heeft weggenomen (telkens) met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
- uit/vanaf een schuur gelegen aan de [adres] een kettingzaag, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 2] en/of
- uit/vanaf een schuur gelegen aan de [adres] een (grote) hoeveelheid gereedschap en/of een fiets, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 3]
terwijl verdachte zich (telkens) de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
3
hij op één of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 3 november 2018 te [woonplaats] , gemeente De Fryske Marren heeft weggenomen(telkens) met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
- uit/vanaf een schuur gelegen aan de [adres] een (grote) hoeveelheid gereedschap en/of een stofzuiger en/of een (sport)tas (merk Makita), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 2] en/of
- uit/vanaf een schuur gelegen aan [adres] een (grote) hoeveelheid gereedschap en/of een of meerdere vishengels, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 3]
terwijl verdachte zich (telkens) de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
4
hij op of omstreeks 9 november 2018 te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder een prijzentang, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
5
hij in of omstreeks de periode van 26 juli 2017 tot en met 27 juli 2017 te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een bedrijfswagen ( [kenteken] ) heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid gereedschap (waaronder een boormachine met acccu (merk Makita)), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf] en/of [B] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen/geld onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 21 januari 2019, te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder, althans in Nederland, een voorwerp, te weten een boormachine en/of accu (merk Makita), heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
6
hij in of omstreeks de periode van 15 november 2018 tot en met 16 november 2018 te [woonplaats] , gemeente Zwartewaterland uit/vanaf een schuur gelegen aan de [adres] , een of meerdere vishengels, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 4] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 21 januari 2019, te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder, althans in Nederland, een voorwerp, te weten een of meerdere vishengels, heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
7
hij op of omstreeks 21 januari 2019 te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en/of dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een gasdrukpistool, gelijkend op een pistool merk ASG, model CZ 75 D Compact, kaliber 4,5mm BB voorhanden heeft gehad;
8
hij op of omstreeks 21 januari 2019 te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 4 scherpe patronen, soort Springfield, merk AI, van het kaliber .30-06 voorhanden heeft gehad;
9
hij op of omstreeks 21 januari 2019 te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder een wapen van categorie I, onder 1° van de Wet wapens en munitie, te weten een valmes voorhanden heeft gehad;

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlage opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 28 oktober 2019, genummerd 2018300727, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 308. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 97
3.Pagina 114 voor het proces-verbaal van bevindingen en pagina 132 voor de kennisgeving van inbeslagname
4.Pagina 117-118
5.Pagina 120-123
6.Pagina 15-18
7.Pagina 126
8.Pagina 288
9.Pagina 169-170
10.Pagina 15-18
11.Pagina 178
12.Pagina 175
13.Pagina 154-156
14.Pagina 15-18
15.Pagina 167
16.Pagina 186-190
17.Pagina 15-18