Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[gedaagde sub 1] ,
1.De procedure
2.Het geschil en de beoordeling
inleiding
conform de beschikking van 18 december 2019 de eerdere begeleiding te hervatten met betrekking tot de verhuizing van [ [verzoeker] ] naar een aanpasbare en/of aangepaste woning enerzijds en de daarvoor door Univé te verstrekken financiële middelen en/of te verstrekken garantstelling anderzijds”. In zijn brief van 21 februari 2020 namens [verzoeker] meldt mr. Blok daarbij dat [verzoeker] in [woonplaats 1] wil blijven wonen, geen serieuze opties ziet in bestaande bouw en aanneemt dat een op een kavel te ontwikkelen woning de snelste en beste mogelijkheid biedt voor de beoogde verhuizing, terwijl Univé nog(maals) de mogelijkheden van bestaande bouw wil onderzoeken. Verzocht wordt om een bespreking en namens [verzoeker] werd aangedrongen op spoed vanwege de aan de optie voor de kavel verbonden termijnen. (productie 6 verzoekschrift)
beschikbare woningen in een straal van 10 kilometer rond [woonplaats 1]’ een overzicht gegeven van de beschikbare woningen met daarbij of en hoe die aanpasbaar zijn aan het PvE. Een kostenraming is daarbij niet gegeven vanwege de tijdsdruk. De vraagprijs van de daar genoemde huizen, die niet op voorhand als niet aan te passen zijn aangemerkt, ligt tussen € 425.000 en € 1.295.000. Trivium merkt hierover samenvattend op:
“Uit voornoemde blijkt dat er sowieso geen instapklare woning is en dat veel woningen nog de nodige aanpassingen behoeven, waarvan bij bezichtiging naar verwachting de minimale aanpassingen, zoals nu opgesomd meer zullen zijn.Daarbij gaf cliënt aan dat voor hem buiten [woonplaats 1] wonen, mede vanwege de kerkelijke gemeente, geen optie is.Ook is het de vraag of in de genoemde lijst een woning naar voren zal komen die veel ‘goedkoper’ is dan nieuwbouw. Immers bij nieuwbouw kan de woning in één keer conform de eisen worden ingedeeld.Het is ter bespreking aan partijen of er nog vervolgacties genomen dienen te worden rondom de lijst zoals weergegeven.Bezichtigingen zijn mogelijk, waarbij dan een volledige kostenraming voor verbouwing opgesteld kan worden.”
calculatie nieuwbouw’ dat nog niet alle uitgangspunten duidelijk zijn en dat twee varianten zijn doorgerekend; een kleinere met bescheiden architectuur en afwerking en een grotere met mooiere materialen en meer aandacht voor architectuur. Trivium merkt daarbij op dat bij de duurdere variant ook rekening is gehouden met de extra eisen die gelden voor bouwwerken waarvoor de aanvraag na 1 januari 2021 wordt ingediend, en de hogere kosten die dat met zich meebrengt. Het gaat om respectievelijk € 584.295 en € 843.186.
“Wat Univé betreft maken partijen een afspraak om overleg te voeren over 2 aspecten, te weten: vaststelling bedrag dat Univé als hypothecaire lening zal verstrekken (1) en vaststelling alle schadecomponenten (2). (…)Het doel van e.e.a. is dat partijen enerzijds een definitieve oplossing van het geschil bereiken en anderzijds uw cliënt de mogelijkheid heeft een woning aan te kopen of te realiseren die voldoet aan het PvE van Trivium. (…)”
“(…) U gaat blijkbaar uit van een situatie waarbij Univé het gehele bouwproces vanaf het begin tot eind doorloopt met uw cliënt zodat het bedrag waarvoor Univé moet bijdragen een open einde zou moeten hebben. Eigenlijk komt dit neer op het verstrekken van een blanco cheque.Om maar met de deur in huis te vallen, daartoe zijn wij niet bereid. De nadere invulling van de bouwplannen, inclusief meerwerk, stelposten, enz. zijn een zaak van uw cliënt waarmee Univé zich niet wil bemoeien. Wij zijn uitsluitend bereid om een nader overeen te komen budget ter beschikking te stellen in de vorm van een hypothecaire lening, waarmee uw cliënt de gelegenheid krijgt om een huis te bouwen dat is aangepast aan zijn beperkingen en voldoet aan het programma van eisen dan wel een bestaande woning aan te kopen en te verbouwen. (…)Mijn intentie is om op korte termijn een definitieve regeling te bereiken voor alle schadeposten, inclusief de woningaanpassing, zodat uw cliënt voor zijn keuzes met betrekking tot zijn nieuwe woning niet meer afhankelijk is van voorafgaande goedkeuring van Univé. Ik wil daarom een regeling met betrekking tot het huis uitdrukkelijk onderdeel laten uitmaken van een totale regeling van alle schadeposten. (…)”
- om uiterlijk binnen 24 uur na uitspraak van de rechtbank medewerking te verlenen aan aankoop, levering en overdracht van kavel [nummeraanduiding] van het project [naam project] ;
- door (ten titel van (voorschot op) schadevergoeding) uiterlijk 1 november 2020 € 420.000 te voldoen op de derdengeldenrekening van [naam notariskantoor] ;
- te vermeerderen met alle bijkomende kosten van notariële werkzaamheden, kadastrale inschrijving e.d., door de notaris op te geven;
- op straffe van een onmiddellijk en zonder verdere formaliteiten opeisbare, niet voor matiging vatbare dwangsom van € 25.000 per dag of gebeurtenis dat Univé daarmee in gebreke is de gevorderde medewerking te verlenen, met een maximum van € 1.500.000;
- om uiterlijk binnen 48 uur na daartoe strekkend eerste verzoek van [verzoeker] medewerking te verlenen aan het op de kavel realiseren van een aangepaste woning die voldoet aan het Programma van Eisen van Trivium Advies van 22 april 2015;
- ook op straffe van een onmiddellijk en zonder verdere formaliteiten opeisbare, niet voor matiging vatbare dwangsom van € 25.000 per dag of gebeurtenis dat Univé daarmee in gebreke is en/of zal blijven, met een maximum van € 1.500.000;
- opnieuw op straffe van een onmiddellijk en zonder verdere formaliteiten opeisbare, niet voor matiging vatbare dwangsom van € 25.000 per dag of gebeurtenis dat Univé daarmee in gebreke zal blijven, met een maximum van € 1.500.000;
eerste onderdeelvan het verzoek zal worden afgewezen. Omdat Univé haar medewerking moet verlenen aan de aanschaf van en de bouw van een passende woning op kavel [nummeraanduiding] in [woonplaats 1] waar [verzoeker] nu een optie op heeft, valt niet in te zien welk belang hij heeft bij de verzochte verklaring voor recht.
bij de(toe te wijzen)
onderdelen 3, 4 en 6telkens dat de rechtbank Univé veroordeelt tot betaling van een dwangsom als zij haar medewerking aan
- kort gezegd - de verschillende te nemen stappen niet verleent. Daartoe ziet de rechtbank onvoldoende aanleiding. Van een rechtspersoon als Univé mag worden aangenomen dat zij ook zonder een dergelijke prikkel voldoet aan veroordelingen en er is in deze zaak geen reden om op voorhand te vrezen dat zij dat niet zal doen. In zoverre zal de rechtbank het verzoek afwijzen.
onderdelen 7 en 8van het verzoek zien op de kosten van rechtsbijstand van [verzoeker] . Dan gaat het eerst (in onderdeel 7) om de kosten die voorafgaand aan deze procedure zijn gemaakt. Onderdeel 8 ziet op de kosten die voor dit deelgeschil zijn gemaakt en op grond van artikel 1019aa lid 1 Rv moeten worden begroot. Voor de beoordeling van buitengerechtelijke kosten en de begroting van de kosten van deze procedure geldt dezelfde maatstaf van de zogenoemde dubbele redelijkheidstoets (artikel 6:96 lid 2 BW): zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten moeten redelijk zijn.
onderdeel 7verzochte verklaring voor recht over openstaande buitengerechtelijke kosten van € 15.010,70 daarom toewijzen.