ECLI:NL:RBMNE:2020:4790

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
29 juli 2020
Publicatiedatum
4 november 2020
Zaaknummer
AWB - 19 _ 3583
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Legesheffing vooroverlegplan verbouwing woning en beroep ongegrond verklaard

In deze zaak heeft eiseres, een inwoner van de gemeente Stichtse Vecht, beroep ingesteld tegen de leges die door de Heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking SWW zijn opgelegd voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vooroverlegplan voor de verbouwing van haar woning. De leges, ter hoogte van € 689,90, werden gefactureerd op 17 december 2018. Eiseres had eerder bezwaar gemaakt tegen deze factuur, maar dit bezwaar werd door verweerder ongegrond verklaard, hoewel het gefactureerde bedrag met € 10,83 werd verminderd omdat er een fout was gemaakt in de berekening. De rechtbank heeft op 29 juli 2020 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij eiseres aanwezig was en verweerder vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde, mr. S. Ralovic.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op 5 oktober 2017 een aanvraag voor een vooroverlegplan heeft ingediend, maar dat er geen aangepast plan is ingediend na negatief advies van de welstandscommissie. De gemeente Stichtse Vecht heeft het dossier gesloten en de leges gefactureerd, wat eiseres betwistte. De rechtbank oordeelde dat de leges terecht zijn geheven, omdat de aanvraag in behandeling was genomen, ongeacht het resultaat van die behandeling. De rechtbank concludeerde dat de heffingsambtenaar de leges terecht in rekening had gebracht volgens de geldende verordening en dat de beroepsgrond van eiseres niet slaagde.

De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling, aangezien het beroep ongegrond is verklaard. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De uitspraak is openbaar gedaan en de beslissing is in aanwezigheid van de griffier, mr. M.H.A. Willems, uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 19/3583
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 juli 2020 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
en
Heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking SWW, verweerder
(gemachtigde: mr. S. Ralovic).

Procesverloop

Met de factuur van 17 december 2018 heeft verweerder bij eiseres € 689,90 aan leges opgelegd voor het in behandeling nemen van een aanvraag behandeling vooroverlegplan.
Verweerder heeft bij uitspraak van 29 juli 2019 het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard, maar het gefactureerde bedrag verminderd met een bedrag € 10,83 dat teveel in rekening was gebracht.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 juli 2020. Eiseres is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering.
1. Eiseres heeft op 5 oktober 2017 een (digitaal) aanvraagformulier vooroverlegplan voor het uitbreiden van de woning op het perceel [adres] te [woonplaats] ingediend bij de gemeente Stichtse Vecht. Het vooroverlegplan is voor advies voorgelegd aan de welstands- en monumentencommissie MooiSticht. Die heeft op 2 januari 2018 een negatief advies over het plan afgegeven. Dat leidt er vervolgens toe dat verweerder op 4 januari 2018 het advies van MooiSticht voorlegt aan architect Zwijzen die voor eiseres als gemachtigde optreed, met het advies om het ontwerp aan te passen. Echter, ook na rappel van de gemeente op 10 juli 2018 en 13 november 2018 wordt er namens eiseres geen aangepast plan overgelegd. Vervolgens brengt de gemeente op 26 november 2018 advies uit aan eiseres waarin zij aangeeft dat de gemeente niet bereid is medewerking te verlenen aan het plan na indiening van een formele aanvraag om omgevingsvergunning. Omdat aan het behandelen van een aanvraag vooroverlegplan op grond van de legesverordening legeskosten zijn verbonden heeft verweerder vervolgens op 17 december 2018 aan eiseres een bedrag van € 689,90 aan legeskosten gefactureerd. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze factuur. Verweerder heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Daarbij heeft hij wel het bedrag gecorrigeerd, omdat de bestreden nota was gebaseerd op de Verordening en tarieven van 2018, waar dit 2017 moet zijn.
2. In deze zaak gaat het erom of de leges terecht zijn geheven. Eiseres heeft daarover opgemerkt dat zij in de veronderstelling was dat zij tot 1 januari 2019 nog een aangepast vooroverlegplan kon indienen. Zij begrijpt niet dat verweerder zonder deze datum af te wachten, eenzijdig is overgegaan tot het sluiten van het dossier en de leges heeft gefactureerd.
Eiseres is van mening dat de aanvraag vooroverlegplan nog niet is afgerond en dat de gemeente Stichtse Vecht daarom onterecht het dossier heeft gesloten en verweerder dus onterecht is overgegaan tot het factureren van de leges.
3. De wettelijke bepalingen uit onder meer de Gemeentewet en de daarop gebaseerde Verordening leges 2017 gemeente Stichtse Vecht (hierna: de Verordening) waar hierna wordt verwezen, zijn opgenomen in een bijlage bij deze uitspraak.
4. Rechten kunnen worden geheven voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte ‘diensten’. De gemeente Stichtse Vecht heeft gebruik gemaakt van deze in de Gemeentewet opgenomen mogelijkheid om rechten te heffen. In de Verordening is de aanvrager van de ‘dienst’ als belastingplichtige aangemerkt. De ‘dienst’ is in dit geval het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vooroverlegplan. Het daarvoor verschuldigde bedrag aan leges is vastgelegd in de tarieventabel die deel uitmaakt van de Verordening 2017.
5. De rechtbank is van oordeel dat vaststaat dat verweerder de aanvraag van eiseres in behandeling heeft genomen zodat gelet op de toepasselijke regelgeving eiseres leges is verschuldigd. Alles wat zich in de afhandeling van die aanvraag vooroverlegplan heeft voorgedaan tussen eiseres en de gemeente Stichtse Vecht leidt niet tot een andere conclusie. Het is voor het in rekening brengen van leges namelijk niet van belang hoe de aanvraag is behandeld en wat het resultaat is. Het feit waarvoor de leges wordt geheven is namelijk het in behandeling nemen van de aanvraag en daarover bestaat hier geen twijfel. De heffingsambtenaar heeft de leges dan ook terecht in rekening gebracht zoals die volgt uit de Verordening en de daarvan deel uitmakende tarieventabel. De beroepsgrond slaagt niet.
6. Eiseres heeft tijdens de zitting toegelicht wat de omstandigheden waren dat er geen aanvulling van het plan is ingediend en waarom zij vindt dat het dossier niet gesloten had mogen worden. Deze omstandigheden zijn op zitting uitgebreid besproken en vallen buiten het juridisch toetsingskader van dit geding. De gemachtigde van verweerder heeft ter zitting toegezegd samen met de heffingsambtenaar te willen bekijken of er voor de indiening van het nieuwe plan iets te regelen valt met de dan verschuldigde leges.
7. Nu het beroep ongegrond is, bestaat er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
8. Partijen zijn ter zitting gewezen op de mogelijkheid om tegen deze uitspraak hoger beroep in te stellen op de wijze zoals onderaan dit proces-verbaal staat beschreven.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.H.J.M. Veldman-Gielen, rechter, in aanwezigheid van mr. M.H.A. Willems, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 29 juli 2020.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
-bijlage -
Bijlage:

Regelgeving

Artikel 229, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet bepaalt dat rechten kunnen worden geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten.
De gemeenteraad van de gemeente Stichtse Vecht heeft hiertoe nadere regels vastgelegd in de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017 (de Verordening).
Artikel 2 van de Verordening bepaalt dat onder de naam ‘leges’ rechten worden geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 5, eerste lid, van de Verordening bepaalt dat de leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 2.2.1 van de tarieventabel bepaalt dat het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is € 590,25 en artikel 2.3.1.2.3 voor een advies van de welstandcommissie € 88,80